Adviseurs verdienen €18 miljoen aan Imtech faillissement

21 september 2015 Consultancy.nl

Tussen 1 juli en 5 augustus betaalde Royal Imtech circa €18 miljoen aan adviseurs, blijkt uit het eerste faillissementsverslag van de curatoren van het concern. De toon van de curatoren is kritisch over zowel de gebrekkige informatieverstrekking van Imtech en zijn adviseurs als over de rol van de banken – die vroegtijdig bankrekeningen van het installatiebedrijf bevroren.

Op 13 augustus 2015 werd Royal Imtech, moederbedrijf van installatiebedrijf Imtech, failliet verklaard. Het bedrijf had ernstige liquiditeitsproblemen, en een poging om het installatiebedrijf in zijn geheel door te starten waren mislukt. Na het grootste faillissement in de recente Nederlandse historie werd het concern in gedeeltes verkocht aan geïnteresseerden.

Imtech

18 miljoen aan adviseurs
Uit het eerste faillissementsverslag – dat in handen is van het FD – van aangestelde curatoren Jeroen Princen en Paul Peters, blijkt dat Royal Imtech in de aanloop naar zijn faillissement een grote som geld heeft uitgegeven aan externe adviseurs. Princen en Peters, de stille bewindvoerders van het bedrijf sinds 5 augustus, schrijven in het verslag dat het concern vanaf 1 juli zo’n €18 miljoen heeft uitgegeven aan de inhuur van adviseurs, onder wie juridisch adviseurs van advocatenkantoren De Brauw Blackstone Westbroek, Clifford Chance en Freshfields Bruckhaus Deringer.

De Brauw Blackstone Westbroek begeleidde Royal Imtech als huisadvocaat, Clifford Chance representeerde de negen grootste banken van het concern, en Freshfields Bruckhaus Deringer de garantieverstrekkers. Volgens het verslag waren er op 8 augustus alleen al zo’n 120 adviseurs aan het werk om te proberen het bedrijf een doorstart te laten maken. Ook de curatoren zelf claimen een deel van het bedrag - €45.000 per persoon.

De Brauw Blackstone Westbroek, Clifford Chance en Freshfields Bruckhaus Deringer

Gebrekkige informatie
Princen en Peters zijn in het verslag kritisch over Imtech en de adviseurs die voor hen werkten. Zij stellen dat zij niet goed hun werk hebben kunnen doen, omdat Imtech en de adviseurs niet alle informatie konden verstrekken die daarvoor nodig was. Gedurende de periode dat de curatoren het bedrijf bijstonden kregen zij naar eigen mening slechts met veel moeite informatie. “Tijdens de surseance hoopten bewindvoerders meer grip op het proces te krijgen. Dat is niet gelukt”, aldus de curatoren tegenover het FD. In het rapport schrijven zij: “Imtech en De Brauw bleven (uit zichzelf) nauwelijks informatie verstrekken.”

De curatoren zijn ook kritisch over de rol die de banken gespeeld hebben bij het faillissement. Het grootste deel van Imtech was in handen van verschillende banken, maar enkele van hen bevroren al bankrekeningen van het installatiebedrijf uit Gouda voordat het faillissement was uitgeroepen. Volgens Princen maakte dit de bedrijfsvoering van de werkmaatschappijen die hierdoor getroffen werden “acuut veel moeilijker”. Tegenover het FD zegt hij: “Ik denk dat die keuze van de banken wel erg door eigenbelang was ingegeven.” Woordvoerders van de betrokken banken zeggen zich niet in dit beeld te kunnen herkennen.