EY: 7 miljoen banen in Culturele & Creatieve Sector EU
Uit nieuw onderzoek van EY blijkt dat de Europese culturele en creatieve sector een levendige en groeiende aanjager van de economie van de Europese Unie is. Volgens het accountancy- en advieskantoor heeft de sector momenteel een grootte van €535,9 miljard, en biedt het banen aan 7 miljoen mensen.
Zakelijk dienstverlener EY werkte onlangs samen met GESAC om de Europese Culturele en Creatieve Sector (CCS) te onderzoeken, met als doel het ontwikkelen van een algemene definitie van sectoren, het meten van de grootte en de marktontwikkelingen, en het identificeren van opkomende trends. Hiervoor voerden zij een kwantitatieve en kwalitatieve analyse uit.
De sector als geheel bestaat uit 11 discrete sectoren en bestaat, zonder overlap, uit: Tijdschriften, Radio, Visual Arts, Muziek, Advertising, Boeken, Film, TV, Architectuur, Gaming en Podiumkunsten. Wat economische output betreft heeft de CCS-sector een totale omzet van €535,9 miljard waarmee het goed is voor 4,2% van Europa’s BBP.
Naast een omvangrijke bijdrage aan het BBP, biedt de culturele sector Europa-breed banen aan 7 miljoen personeel en zelfstandigen, die binnen de bovengenoemde sectoren werken – Hierbij gaat het om 3,3% van de EU’s actieve populatie. Dit maakt de culturele sector tot één van de grootste werkgevers in de Europese markt, achter bijvoorbeeld de bouw (15 miljoen) en relatief gelijk aan de levensmiddelen- en dranken sector (ook 7 miljoen). De sector biedt echter werk aan bijna 2,5 keer zo veel mensen dan automotive fabrikanten en 5 keer zoveel dan de chemische industrie. De grootste sector binnen CCS, Podiumkunsten, biedt werk aan 1,2 miljoen mensen en de kleinste sector, Radio, aan 97.000 mensen.
Bovengemiddelde groei
Naast de grote omzet en de hoge werkgelegenheid van de EU burgers, gaat de culturele sector sinds de financiële crisis in termen van groei tegen de gemiddelde cijfers in. Voor de crisis was er een verschil in het gemiddelde van 2,5%, na de 2008-crisis bedroeg het verschil 1,4%; de sector groeide, zelfs met minder overheidsfinanciering, met bijna 0,7%.