RGP: Fatsoensnormen WK voorbeeld voor bedrijfsleven
WK-Voetbal en zaken doen: de fatsoensrakker wint? Over fatsoenlijk zaken doen in een onfatsoenlijke wereld. Straks zal blijken: heeft het meest fatsoenlijke team de WK gewonnen of het meest onfatsoenlijke team?
In een sterk gereguleerde (voetbal)markt waarin bij iedere deelnemer de eenduidige spelregels bekend zijn en de handhaving ‘rücksichtslos’ is, wordt fatsoen gemeten in kaarten en volgen er sancties met gebruik van snelrecht.
Frankrijk en Nederland staan bovenaan met de meeste doelpunten. Nederland en Frankrijk worden met doelpunten maar ook met gele kaarten ‘beloond’. Het aantal gele kaarten in relatie tot het aantal doelpunten lijkt niet met elkaar in verband. Zowel Brazilië, Uruguay en Australië als Ecuador hebben ook vier gele kaarten maar een beduidend lager aantal doelpunten. Ik ben benieuwd of er straks een relatie kan worden gelegd tussen de mate van fatsoenlijk voetballen en de plaats in het klassement.
Fatsoenlijk winnen?
Kun je überhaupt met fatsoenlijk voetballen een beker winnen? Op basis van de stand van vandaag is er maar 1 team zonder gele of rode kaarten en dat is …..Duitsland en die volgt de onfatsoenlijke landen Nederland en Frankrijk met maar 2 doelpunten…. Het is dus mogelijk in de voetbal maar: de finale is nog niet gespeeld!
Relatie voetbal en multinationals
Deze vraagstelling geldt ook voor de multinationals in een even zo groot internationaal speelveld als het WK-voetbal. In het (internationale) zaken doen is het speelveld echter veel minder overzichtelijk en de regelgeving veel minder uniform en transparant. De druk voor bedrijven tot fatsoenlijk zaken doen neemt meer en meer toe. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die vandaag de dag groot zijn, ooit onfatsoenlijk groot zijn geworden: Fatsoenlijk winnen is erg moeilijk.
Er zijn bijvoorbeeld bepaalde branches, landen en soms hele continenten waar het zaken doen zoals wij dat hier kennen, niet bestaat: zaken die hier fatsoenlijk zijn, zijn daar absoluut onfatsoenlijk en vice versa. Voor bedrijven die zaken doen in 1 land, is dit geen probleem want de normen voor fatsoen zijn relatief eenduidig bekend en gelden in dat land of regio.
Bedrijven die over de grens zaken doen, worden geconfronteerd met verschillende normen voor fatsoen en onfatsoen. Welk fatsoen is nu fatsoenlijk en welk fatsoen onfatsoenlijk? Die zoektocht blijkt onder meer uit de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties:
Vestia
“De ‘echte boeven’ zitten in de City” aldus Vestia hoofdverdachten Marcel de V. en Arjan G., verhoord door de parlementaire enquêtecommissie wezen allebei naar gewetenloze zakenbanken in Londen.
SBM Offsore
Maar ook SBM Offshore publiceerde op haar website de uitkomsten van haar interne onderzoek op 2 april 2014 naar vermeende smeergelden en gaf daarbij aan dat er in het buitenland gelden waren betaald aan overheidsfunctionarissen (onfatsoenlijk). Ook delen zij mede dat: “Since its appointment in the course of 2012 the Company’s new Management Board has taken extensive remedial measures in respect of people, procedures, compliance programs and organization in order to prevent any potential violations of applicable anti-corruption laws and regulations. Both it and the Company’s Supervisory Board remain committed to the Company conducting its business activities in an honest, ethical, respectful and professional manner.” (Fatsoenlijk).
Recente voorbeelden naar de grens fatsoenlijk/onfatsoenlijk zaken doen.
Adhocriciteit in fatsoen
Concurrentie is oorlog, net als voetbal en in oorlog is alles eerlijk. Het gaat namelijk over ‘voortbestaan’ en ‘winnen en verliezen’. De grenzen der fatsoen worden opgezocht en overschreden. De scheidsrechter van ‘corporate fatsoen’ die kaarten uitdeelt is versnipperd en hanteert geen wereldwijde eenduidige normen waardoor gele en rode kaarten ad hoc en soms ook lukraak worden uitgedeeld.
Fatsoen blijft dus in essentie een subjectief invulbaar begrip voor multinationals en lijkt slechts te worden gestuurd door lokale regelgevingen eventueel met multilaterale strekking. Het voetbal kent een uniform geaccepteerd normenkader en handhaving voor fatsoenlijk voetbal. Gebrek daaraan voor het zakenleven leidt tot mogelijkheden voor onfatsoen. Qua analogie met het zaken doen kunnen we van het WK dus nog veel leren.
Een artikel van Arthur Izeboud, Practiceleader Governance, Risk & Compliance Services bij RGP. Het artikel is eerder geplaatst op de blog van RGP.