Flynth onderzoekt toekomst van Nederlandse vissector
De visserij in ons land staat door strengere regels onder steeds meer druk. Accountants- en adviesbureau Flynth heeft onderzocht hoe de vissector het hoofd boven water kan houden.
Deze strengere wetgeving komt met name vanuit de Europese Commissie (EC). Die heeft bijvoorbeeld een verbod ingevoerd op pulsvissen, een techniek die in ons land is ontwikkeld. Veel Nederlandse vissers investeerden flink in de technologie, maar mogen deze sinds 2019 niet meer gebruiken van de EC.
Daarnaast worden delen van de Noordzee volgebouwd met windmolenparken. Heel wat vissers zijn daar geen voorstander van. Windmolenparken zijn vaak vele tientallen voetbalvelden groot en niet (zomaar) toegankelijk voor vissers. Veel visgrond gaat dus verloren door windmolenparken.
Voor Urk is de visserij van oudsher van vitaal belang. De gemeente ziet de ontwikkelingen binnen de vissector dan ook met lede ogen aan. Om ervoor te zorgen dat de economie van Urk ook in de toekomst blijft draaien, schakelde de gemeente Flynth in voor een onderzoek.
Visboerderijen
Volgens het adviesbureau zou de vissector baat hebben bij zogenaamde visboerderijen. Deze kunnen onder meer worden aangelegd in het water onder de windmolenparken, aangezien daar niet gevist mag worden.
Zo’n visboerderij bestaat uit gesloten, reusachtige bassins, waarin jonge vis wordt geweekt die op een later moment gevangen zal worden, maar op dat moment nog niet geschikt is voor de verkoop.
De boerderijen kunnen worden beschouwd als een optimalisatie van de aanlandplicht. Te kleine vis mag niet gevangen worden. Vroeger moesten vissers deze vangst overboord gooien, nu mag dat niet. De gedachte hierachter is dat dit de visserij stimuleert om selectiever te vissen en ongewenste bijvangst te verminderen.
Volgens Flynth is er nog wel vervolgonderzoek nodig naar de haalbaarheid van de visboerderijen. Ziektes zijn namelijk een groot probleem voor grote groepen vissen die in gesloten bassins leven – de kweekzalmsector in Noorwegen weet daar alles van.
Meer taken op zee
Vissers varen uiteraard uit om vis te vangen. Er is echter genoeg ander werk te doen op zee, meent Flynth. Vissers zouden zich bijvoorbeeld ook – één of twee dagen per week – tegen betaling kunnen bekommeren om de windmolenparken op zee.
“Veel visboten varen toch al in de buurt van die parken”, zegt Auke Hoefnagel, directeur van Flynth. “Als die boten anders worden ingericht, kunnen vissers bijvoorbeeld ook de kabels checken, een likje verf geven, of technisch onderhoud doen. Bovendien is er een tekort aan technici.”
Klinkt allemaal erg logisch, maar om dit alles op te zetten is een intensieve samenwerking met de eigenaren of uitbaters van de windmolenparken vereist. Volgens Hoefnagel komen dergelijke partnerschappen tot op heden niet echt van de grond.
Start coöperaties
In lijn met de vorige aanbeveling, lijkt het Flynth verstandig als vissers ook op andere vlakken meer gaan samenwerken. Als ze via een coöperatievorm zaken met elkaar gaan delen, zoals boten, houden ze meer geld over.
En die euro’s kunnen ze volgens Flynth bijvoorbeeld investeren in innovaties. “Nu blijft het vaak bij een nieuw net, of ander brandstofgebruik”, zegt Hoefnagel. “Via een coöperatie kun je de zaak compleet over een ander boeg gooien.”
Natuurbeheerder
Naast windmolens, zouden vissers ook de natuur kunnen beheren, meent Flynth.
Veel vissers zijn immers actief op de Noordzee, terwijl dat het grootste natuurgebied van ons land is. De visboten kunnen eenvoudig worden uitgerust met meetsystemen zodat bijvoorbeeld de waterkwaliteit kan worden gemonitord.
Aan de andere kant: dat de vissector beperkingen krijgt opgelegd, is om de biodiversiteit in onze zeeën en oceanen te handhaven. Niettemin gelooft Flynth dat de visserij over een aantal jaar is getransformeerd en dan zonder belangenverstrengelingen de natuur kan beheren.
Urk: als een vis in het water
“Het onderzoek van Flynth bevat allerlei toekomstperspectieven”, zegt Nathanaël Middelkoop (SGP), wethouder te Urk. “We zijn ontzettend trots op de sector. Dat is waar we vandaan komen.”
In totaal kent Urk 96 visbedrijven die 12.500 mensen aan het werk houden. Samen zetten ze jaarlijks zo’n €2,2 miljard om. De vloot bestaat uit 86 schepen. Het dorp telt 700 beroepsvissers.
