Veel Nederlanders bezorgd over impact van AI op hun baan
Veel werkenden maken zich flinke zorgen over de impact van (Gen)AI op hun rol in de organisatie. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van Boston Consulting Group (BCG) onder ruim 13.000 professionals, waaronder 400 uit Nederland.
Na vele jaren te boek te staan als de meest veelbelovende technologie, lijkt AI nu dan echt begonnen aan zijn definitieve doorbraak. Steeds meer organisaties gebruiken (Gen)AI om de productiviteit te verhogen en mensen bepaalde taken (gedeeltelijk) uit handen te nemen.
“De voordelen van GenAI op het werk beginnen duidelijk zichtbaar te worden,” stelt Anita Coronel, Managing Director en Partner bij BCG. Daarmee steekt echter ook de aloude angst voor AI weer de kop op: zijn menselijke medewerkers straks nog wel nodig?
Het onderzoek van BCG laat zien dat we in Nederland over het algemeen niet staan te springen om een transformatie van het werkende leven door AI. Meer dan de helft (54%) van de Nederlandse ondervraagden vreest dat hun baan in het komende decennium mogelijk verdwijnt. Hiermee staan we derde in Europa, achter Duitsland (59%) en Spanje (57%).
Onbekend maakt onbemind?
Veel van de bevindingen van BCG passen in hetzelfde patroon: enerzijds gebruiken relatief weinig Nederlanders AI in hun dagelijks leven, anderzijds hebben zij die dat wel doen er veel vertrouwen in.
“Uit ons onderzoek blijkt dat van de Nederlanders die GenAI al gebruiken, ongeveer 70% aangeeft dat hun werk hierdoor sneller, efficiënter en met plezier wordt uitgevoerd”, aldus Coronel.
Tegelijkertijd bungelt Nederland onderaan wat betreft de adoptie van (Gen)AI onder werkenden. Zo gebruikt 69% van de Nederlanders in een leidende functie GenAI (tegenover 82% gemiddeld) en heeft slechts 15% van de Nederlandse eerstelijnswerkers een AI-training gevolgd.
Leiders en volgers
Zoals het er nu uitziet is maar een deel van de Nederlandse werkenden bekend en vertrouwd met AI, terwijl een ander deel er liever de handen niet aan brandt. Zo leren de ‘liefhebbers’ steeds meer en hebben zij er in toenemende mate profijt van, terwijl de ‘achterblijvers’ verder achteropraken. Er ontstaat dus een kennis- en trainingskloof, ziet BCG.
In vrijwel alle landen is te zien dat mensen in een leidende functie vooroplopen in het omarmen van (Gen)AI, zowel wat betreft training als het daadwerkelijke gebruik van de technologie. Daarachter volgen veelal de middenmanagers en dan de eerstelijnskrachten.
BCG geeft in dit verband aan dat juist bij de beslissers het initiatief moet liggen om ook de rest van de organisatie mee te nemen in de adoptie van AI.
“Dit is een belangrijk signaal voor werkgevers”, stelt Coronel. “Het goed informeren van medewerkers en het bieden van toegankelijke trainings-en ontwikkelingsmogelijkheden helpt niet alleen de werkgever bij de adoptie van GenAI, maar vermindert ook de toekomstzorgen van werknemers en houdt hun vaardigheden relevant, zodat zij een belangrijke rol kunnen blijven spelen in de arbeidsmarkt.”