Organisaties zetten stap vooruit met datamanagement
De volwassenheid van datamanagement is in de afgelopen jaren vooruitgegaan. Maar ze is nog lang niet op het niveau dat nodig is om echt datagedreven te werken, laat staan een AI-gedreven bedrijf te worden. Dat blijkt uit onderzoek van Bisnez.
Voor de tweede keer namen de consultants van Bisnez de stand van zaken in datamanagementland onder de loep. Datamanagement is het proces dat ervoor zorgt dat data vindbaar is, effectief wordt geanalyseerd en ook op een veilige manier wordt bewaard en onderhouden.
In vergelijking met vijf jaar geleden, toen de vorige meting werd gedaan, is datamanagement geprofessionaliseerd.
De stap omhoog in volwassenheid mag zeker geen verrassing heten. Het belang van data is in de onderliggende periode geëxplodeerd, de aandacht voor en investeringen in datagedreven werken zijn dan ook niet mals. Ook de tooling die beschikbaar is op de markt heeft vooruitgang geboekt.
De grootste stappen zijn gezet in de strategische kant van data(inrichting) en processen. “In de datastrategie worden de ambities per datamanagement-component beschreven en de noodzakelijke verbeterinitiatieven om deze ambities te realiseren. Dit is relatief eenvoudig op te stellen, waardoor het vrij logisch is dat hierin voortgang is geboekt”, aldus het rapport.
De sprong in de volwassenheid van processen heeft volgens de auteurs voor een deel te maken met compliance. “De uitvoering van dataprocessen wordt vaak afgedwongen door wet- en regelgeving en is – ten opzichte van andere factoren – relatief makkelijk te implementeren.”
De praktijk is echter weerbarstiger dan de respondenten doen voorkomen in hun surveyresultaten, stelt Bisnez. “Een datastrategie is relatief makkelijk te ontwikkelen, maar nog moeilijk te realiseren.”
En: “Hoewel processen beter gedefinieerd kunnen worden, is er nog (te) weinig sturing op de effectiviteit van deze processen. Kortom, data-eigenaarschap is wel belegd, maar wordt in de praktijk niet altijd gevoeld. Het werkend krijgen van de processen vergt dus veel meer.”
Dat gaat dan vooral om factoren als beleid voor datakwaliteit en -beheer, mens en cultuur, en datagovernance.
De ambities niet gehaald
Waar de geboekte vooruitgang wordt verwelkomd, zijn de onderzoekers dan ook niet onverdeeld enthousiast. Er zijn weliswaar stappen gezet, maar gemiddeld gezien zijn de bedrijven er niet in geslaagd het volwassenheidsniveau te behalen dat ze zichzelf vijf jaar geleden ten doel hadden gesteld in de vorige meting.
Zeker sinds de komst van ChatGPT en andere generatieve AI-tools bejubelen bedrijven massaal het enorme potentieel van AI, maar dit is bij uitstek een vorm van technologie die vraagt om een hoog niveau van datamanagement. De onderzoekers vrezen dan ook dat dit weleens een belangrijke bottleneck kan worden in het inlossen van de belofte van AI.
Stappen zetten
Voor organisaties die de benodigde volgende stappen willen zetten, delen de onderzoekers tot slot enkele tips.
Om te beginnen is het belangrijk het doel helder voor ogen te krijgen én duidelijk over te brengen op alle stakeholders. “Datamanagement is een middel, geen doel op zich. Maak aan de organisatie duidelijk waarom al die tijd en aandacht nodig is en wat uiteindelijk bereikt kan worden.”
Daarbij moeten organisaties ervoor waken dat ze niet blijven hangen in de planningsfase. “Begin ergens”, aldus Bisnez. “Een prachtig strategisch vergezicht is goed, maar begin daarna gewoon; daar waar de grootste pijn wordt gevoeld, of daar waar het meeste winst is te behalen, of domweg daar waar enthousiaste collega’s zitten die de visie begrijpen en het belang herkennen.”
In lijn daarmee, benadrukken de auteurs dat het mensenwerk blijft: “Zoek dan ook naar mensen die erin geloven, smeed coalities en probeer kortetermijnvoordelen te koppelen aan de langetermijnstrategie.
Om voor langere tijd de aandacht voor het thema te behouden, is het dan ook nodig om de groei naar een hogere volwassenheid te verankeren in de strategie: “Zoek naar de kruiwagen die de strategie kan zijn voor de verdere ontwikkeling van datamanagement.”
Want: “De aanhouder wint”, sluit Bisnez af. “De aanhouder is de organisatie die bereid is te investeren in alle datamanagement-aspecten en de tijd daarvoor te nemen in de vaste overtuiging dat het nodig is en dat het loont. Organisaties die hun data kennen en beheersen, richten nu en de komende jaren het vizier steeds meer op de mogelijkheden om die data met behulp van technologie te laten renderen.”