Hoe ‘anders’ leidt tot toekomstbestendige zorg
Het zijn spannende tijden voor de Nederlandse zorgsector. Enerzijds zetten de vergrijzing en krappe arbeidsmarkt de zorg onder toenemende druk, anderzijds biedt technologische vooruitgang allerlei nieuwe mogelijkheden. Om de zorg goed, toegankelijk en betaalbaar te houden, is echter méér nodig, stelt Jeroen Lafeber van Arlande Gezondheid: “We moeten lef tonen en keuzes maken.” We spraken Lafeber over de uitdagingen en kansen voor de sector.
Het klinkt op het eerste gezicht logisch: wie iets heeft, krijgt een behandeling. Maar is het ook altijd zo eenvoudig? Jeroen Lafeber vindt van niet.
“Neem een 92-jarige vrouw met Alzheimer die valt en haar heup breekt”, schetst hij. “Technisch zijn we absoluut in staat om haar een nieuwe heup te geven. Alleen wie is hierbij gebaat? In hoeverre draagt het bij aan de kwaliteit van leven? We moeten hier het gesprek over durven aangaan.”
In het beantwoorden van deze vraag is het volgens Lafeber cruciaal om voorbij de operatie te kijken, en te focussen op wat deze uiteindelijk oplevert. “Dan is het een reële mogelijkheid dat het revalidatieproces te zwaar is en de patiënt uiteindelijk overlijdt zonder een aanzienlijke verbetering van haar levenskwaliteit. En dan hebben we zowel de vrouw als de samenleving geen dienst bewezen.”
Het is een voorbeeld van wat Lafeber bedoelt wanneer hij stelt dat de sector, maar ook de maatschappij zelf “lef moet tonen”. Want in een vergrijzende samenleving waarin steeds meer zorg moet worden geleverd door steeds minder zorgprofessionals, zijn keuzes onvermijdelijk.
“We leven gelukkig in een tijd waarin we toegang tot gezondheidszorg zien als vanzelfsprekendheid. Maar willen we dat zo houden, dan moeten we onze visie op zorg heroverwegen”, legt hij uit. “Juist omdát het essentieel is dat alle mensen die echt gebaat zijn bij een behandeling deze ook kunnen krijgen, moeten we ons afvragen of elke vorm van zorg ook echt waarde toevoegt aan het leven van de patiënt.”
In zijn onderzoek naar gedeelde besluitvorming in de laatste levensfase bij ouderen constateerde Lafeber dat veel keuzes reflexmatig plaatsvinden. Zelfs wanneer de cliënt dat mogelijk niet wil.
“Richtlijnen, twijfel en angst voor tucht bij de arts – en soms druk van de familie – zorgen voor handelen in plaats van laten”, legt hij uit. “Eenmaal in het ziekenhuis is er vaak geen ruimte om even een stap terug te zetten en wordt er gehandeld vanuit de kern: mensen beter maken.”
“Soms is het juist beter om minder te doen en de regie te laten daar waar hij hoort.”
Als we als samenleving meer stil gaan staan bij wat we vooral niet (meer) zouden willen, soms ook het eerlijke verhaal horen, weet Lafeber zeker dat er andere, minder invasieve keuzes gemaakt zullen worden: “Daarmee kan het einde ook heel waardig zijn.”
Van zorgen voor naar zorgen dat
Het past binnen een bredere ontwikkeling, waarin de nadruk verschuift van het leveren van zorg naar het inzetten op welzijn in bredere zin. Arlande – waar Lafeber sinds afgelopen najaar het gezicht is van Arlande Gezondheid – omschrijft het ook wel als de kanteling van zorgen vóór naar zorgen dát.
“Door marktwerking en toenemende complexiteit van het systeem wordt zorg steeds vaker gezien als een product, waardoor het te veel is gegaan over de handelingen, efficiëntie en geleverde volumes, en te weinig over waar het uiteindelijk om gaat: welzijn en kwaliteit van leven ”, geeft hij aan. “Vanuit dat oogpunt is het soms juist beter om minder te doen en de regie te laten daar waar hij hoort – bij de cliënt en diens omgeving.”
In lijn daarmee zal ook steeds meer zorg plaatsvinden binnen de eigen omgeving. Dit biedt volgens Lafeber een antwoord op meerdere ontwikkelingen: “Zowel de vergrijzende bevolking en de wens van ouderen om langer zelfstandig te blijven wonen, als de krappe arbeidsmarkt en de financiële druk op zorgorganisaties. Voor de maatschappij betekent deze trend dat naasten en de gemeenschap een grotere rol gaan spelen in de ondersteuning.”
Gedragsverandering
Deze kanteling richting welzijn en de eigen omgeving sluit ook goed aan op de toenemende aandacht voor preventie. En waar de grotere rol van naasten vraagt om aanpassingsvermogen, klinkt de verschuiving richting preventie waarschijnlijk als een ‘no brainer’ – het aloude spreekwoord luidt niet voor niets ‘voorkomen is beter dan genezen’.
Toch is het realiseren van dit soort transities makkelijker gezegd dan gedaan, waarschuwt Lafeber. “Wanneer je helemaal bent ingesteld op het leveren van zorg en het genezen van patiënten, kun je niet zomaar van de een op de andere dag door een andere bril kijken. Het vraagt om een verandering in denken en doen – een gedragsverandering.”
“We staan voor duurzame innovatie en systeemverandering.”
“Zowel organisaties als individuele professionals zullen zich moeten aanpassen aan de veranderende behoefte van de patiënt en de maatschappij”, geeft hij aan. “Op de huidige weg verdergaan is op de lange termijn simpelweg niet houdbaar.”
Systeemverandering
Wellicht opvallend, is dat Lafeber de woorden ‘technologie’ en ‘digitalisering’ nog altijd niet in de mond heeft genomen. Want is technologische innovatie niet juist dé weg tot het toegankelijk en betaalbaar houden van de zorg?
“Digitale transformatie is absoluut cruciaal”, erkent Lafeber. “Maar ook daarin schuilt de uitdaging vaak niet zozeer in de technologie zelf, maar in het succesvol omarmen van de verandering die ermee gepaard gaat. Je leest voortdurend over innovaties die het personeelstekort grotendeels kunnen oplossen, maar toch blijft het tekort oplopen. Dat is niet voor niets: al die mooie oplossingen daadwerkelijk succesvol implementeren is nog niet zo eenvoudig.”
Daarom bekijkt Lafeber de vereiste verandering liever vanuit een holistisch perspectief. “Bij Arlande zetten we uiteraard in op digitale transformatie en procesoptimalisatie, maar altijd met aandacht voor de onderliggende organisatieverandering die hiervoor nodig is. We staan voor duurzame innovatie en systeemverandering.”
Anders, beter, slimmer
Samengevat kan de visie van Arlande op de toekomst van de zorg worden verwoord als ‘anders, beter en slimmer’. “Om de kwaliteit van leven te verbeteren, moeten sommige dingen anders, sommige dingen beter en slimmer en sommige dingen helemaal niet”, licht Lafeber toe.
Arlande Gezondheid helpt partijen bij het maken van de belangrijke keuzes binnen deze mogelijkheden. “Hoe kunnen we efficiënter werken? En kunnen we ook slimmer werken, met de inzet van digitale middelen en domotica? Wat kunnen we allemaal digitaliseren? Of moeten sommige dingen echt helemaal anders? En hoe dan?”, schetst Lafeber de rode draad in de vele vraagstukken.
En als dergelijke knopen eenmaal zijn doorgehakt, helpt Arlande ook bij het realiseren van de uitgestippelde koers. “We hebben strategische adviseurs, maar ook interim-managers en portfolio-, programma- en projectmanagers. Zo ondersteunen we in elke stap van het proces”, aldus Lafeber.
“We helpen met alles wat nodig is om deze cruciale transitie richting toekomstbestendige zorg te verwezenlijken.”