Het mkb loopt achter in de transitie naar circulaire economie
Om de doelstelling van een volledig circulaire Nederlandse economie in 2050 te halen, heeft het bedrijfsleven – en met name het mkb – nog grote stappen te zetten. Dat blijkt uit onderzoek van Route Circulair.
Nederland heeft zich ten doel gesteld om de economie in 2050 volledig te laten draaien op herbruikbare grondstoffen. Uiteraard kan de overheid deze doelstelling niet alleen realiseren, het is essentieel dat het bedrijfsleven meegaat in deze megatransitie.
Erg vlot gaat dit momenteel nog niet. Verschillende onderzoeken toonden eerder al aan dat grote bedrijven moeite hebben met de omslag. En uit nieuw onderzoek van Route Circulair blijkt dat het mkb – de motor van onze economie – nog verder achterloopt met zijn plannen en de realisatie daarvan.
Samen met Arjen Wierikx, een onderzoeker verbonden aan de TU Eindhoven en Hogeschool Utrecht, ontwikkelde Route Circulair een model dat de volwassenheid van circulair ondernemen in kaart brengt. Het raamwerk, gebouwd op basis van een analyse van meer dan 700 indicatoren voor circulariteit, geeft een beeld van de mate waarin een bedrijf in staat is om circulaire principes te implementeren binnen zijn bedrijfsvoering.
Uit de data die in de afgelopen twee jaar is opgehaald bij 175 organisaties blijkt dat het bedrijfsleven gemiddeld genomen een 2,81 scoort op een schaal van 5. Er is zeker voortgang geboekt op belangrijke pijlers van circulair ondernemen – vooral op het gebied van de interne bedrijfsvoering, vaardigheden en ketensamenwerking – maar er is tegelijkertijd nog een lange weg te gaan.
“Dat er gemiddeld 2,81 uit 5 wordt gescoord laat zien dat we niet helemaal bij af beginnen en dat de eerste stappen richting circulair ondernemerschap bewust of onbewust al zijn gezet, maar dat er over de gehele linie ook nog veel ruimte is voor verbetering”, stelt Matthijs Bookelmann, Senior Consultant Circulaire Economie bij Route Circulair.
“Denk hier bijvoorbeeld aan het opstellen van een duidelijke circulaire strategie, het experimenteren met circulaire businessmodellen en het samen met de keten innoveren om materiaalketens te sluiten”, legt hij uit.
Werk aan de winkel voor het mkb
Opvallend zijn volgens de onderzoekers de aanzienlijke verschillen tussen grote en kleine bedrijven.
Dit begint bij awareness en de wil om circulair te worden, zegt Jaimy Nijnens, adviseur bij Route Circulair. “Voornamelijk bij mkb-bedrijven is sprake van onwetendheid. Leiders kunnen de vraag ‘wat kan ik met circulariteit?’ niet goed beantwoorden.”
“Het mkb ervaart bovendien een uitdaging rondom het daadwerkelijk implementeren van circulariteit en het meekrijgen van de interne organisatie”, geeft hij aan. “Daarnaast geven meerdere mkb’ers aan moeite te hebben met het rapporteren van hun voortgang op het gebied van circulariteit en weten ze vaak niet goed genoeg op welke indicatoren ze moeten rapporteren.”
Ook zit er op het thema ketensamenwerking een groot verschil in volwassenheid tussen grote bedrijven en het kleinbedrijf. “Voor kleine partijen is ketensamenwerking extra moeilijk. Het kost relatief veel tijd en geld om de juiste samenwerkingspartners te vinden, deze partijen geven aan hier weinig of geen capaciteit voor te hebben.”
Nijnens noemt de constatering zorgwekkend, aangezien meer dan 95% van alle bedrijven tot het mkb wordt gerekend. “De sector is verantwoordelijk voor meer dan 50% van de Nederlandse CO2-voetafdruk. Het is daarom van groot belang dat mkb-bedrijven de handschoen oppakken.”