‘Nait soezen maor broezen’: Werken aan structurele oplossingen voor het Groningse bevingsgebied

31 januari 2024 Consultancy.nl

Afgelopen najaar startte in het Groningse aardbevingsgebied ‘Duurzaam Herstel’. Doel van het project is om herhaalschade bij nieuwe bevingen te voorkomen, onder meer door funderingen te versterken. De pilotfase draait vooral om leren – want er komt nogal wat bij kijken. Hoe voorkom je bijvoorbeeld dat zo’n complex, met publiek geld gefinancierd project verzandt in bureaucratie? We spraken erover met Harry Medema, die zich als programmadirecteur van het bouwmanagementbureau in het hart van de operatie bevindt.

Het dossier mag inmiddels als bekend worden beschouwd: na decennia van gaswinning is de bodem van het Groningse gaswingebied gevoelig voor aardbevingen, met schade aan woningen tot gevolg.

Inmiddels staat het probleem hoog op de Haagse agenda, en wordt de aardbevingsschade op kosten van de staat gerepareerd. Maar wat als – bijvoorbeeld – een zwakke fundering of kapconstructie níet het gevolg is van de gaswinning, maar wél leidt tot schade bij nieuwe bevingen?

‘Nait soezen maor broezen’: Werken aan structurele oplossingen voor het Groningse bevingsgebied

Binnen de kaders van het standaard herstelprogramma was er geen ruimte om deze problemen aan te pakken. Om Groningers met dit soort problemen toch te helpen, is Duurzaam Herstel opgestart – met een glasheldere focus.

“Het is niet zo interessant waardoor de schade is veroorzaakt”, stelt Harry Medema resoluut. “Waar het om gaat is dat we zoveel mogelijk herhaalschade voorkomen. Als je de constructie zodanig weet aan te pakken dat bevingen daar praktisch geen invloed meer op hebben, dan help je de bewoners het beste – en dát is waar het uiteindelijk om gaat.”

Het tekent de inzet van het project: geen gesteggel over oorzaak of schuld, maar gericht toewerken naar een duidelijk doel. In goed Gronings: ‘Nait soezen maor broezen’, oftewel: ‘Niet zeuren, maar doen wat er moet gebeuren.’

Planningskunstje

Duidelijk staat echter niet gelijk aan makkelijk – zéker niet in het geval van Duurzaam Herstel. “Het is een ontzettend complexe opgave”, vertelt Medema.

“Niemand weet precies om hoeveel huizen het gaat, maar het zijn er duizenden”, legt hij uit. “Al die huizen moeten worden onderzocht door constructeurs. Die weten niet wat ze gaan tegenkomen: zijn de problemen complex? Of repeterend, zodat je minder vakmensen nodig hebt? En hoeveel timmermannen en stukadoors heb je straks beschikbaar in deze krappe arbeidsmarkt? Er zitten heel wat variabelen in die nog onduidelijk zijn.”

Het is nog maar een greep uit de vele uitdagingen die komen kijken bij het project. Als programmadirecteur van het bouwmanagementbureau is Medema eindverantwoordelijk voor een groot deel van dit “enorme planningskunstje”. Hij vervult de rol vanuit Vanberkel Professionals, waar hij sinds ruim een jaar actief is als Top Consultant.

Samen met Valcon en Tsavo is Vanberkel Professionals door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) geselecteerd voor het bouwmanagement van Duurzaam Herstel. “We zitten in het hart van de operatie”, aldus Medema. “Daar zijn we verantwoordelijk voor de hele logistiek.”

Clusteren

De logistieke puzzel begint bij het binnenkomen van de aanvragen, die eerst worden geselecteerd door de IMG. “Wij moeten zorgen dat er een goede clustering komt van de huizen die worden toebedeeld aan de bouwers. Dat is geen kunst als je er een paar per week krijgt, maar we bereiden ons voor op een opschaling: straks moeten we duizend tot tweeduizend huizen per jaar door de molen halen.”

“We willen als collectief worden aangesproken op de prestaties die we leveren.”

De vraag is hoe je dat het beste kunt clusteren. “Pak je hele straten tegelijk aan, of is het beter om te kijken naar de aard van de problemen? Ga je eerst voor de eenvoudige gevallen en daarna voor de complexe, of werkt het beter als je die combineert? De ervaring bij andere projecten laat zien dat een combinatie goed kan werken.”

Daarbovenop toetst het bouwmanagementteam de offertes van de bouwbedrijven op techniek en kosten, maakt rapportages (inclusief kpi’s om op te sturen), meet de bewonerstevredenheid (“dat is ook een kpi, maar tevens een van de twee hoofddoelstellingen”), ziet toe op de SROI-doelen en is verantwoordelijk voor het leer- en ontwikkeltraject.

Kortom: genoeg te doen. Daarbij brengen de drie samenwerkingspartners ieder hun eigen expertise in. “Tsavo zit vooral op de techniek en kostenbeheersing, Valcon op de hele procesgang en het leren en ontwikkelen en Vanberkel op de bedrijfsvoering en control, organisatieontwikkeling en strategische sturing”, aldus Medema.

Hij benadrukt echter vooral de eenheid die de drie bureaus vormen. “We presenteren ons naar de verschillende partners als één bouwmanagementbureau en willen als collectief worden aangesproken op de prestaties die we leveren.”

Balanceeract

Als hoofd van het team ziet Medema er samen met het IMG als opdrachtgever en de bouwers Van Wijnen en Plegt-Vos op toe dat de doelstellingen worden gehaald: “Zijn er straks voldoende huizen onderhanden?”

Het grootste risico dat hij signaleert is dat het project “in bureaucratie verzandt”, voegt hij daar meteen aan toe. “En we proberen er alles aan te doen om dat te voorkomen.”

“Met een houding van ‘vinkjes zetten’ kun je het proces enorm frustreren.”

Aan onwil zal het dus niet liggen, en toch blijft het gevaar op de loer liggen. “Het is een balanceeract. Je zult je toch moeten verantwoorden, maar aan de andere kant kun je je daar ook in verliezen. Met een houding van ‘vinkjes zetten’ kun je het proces enorm frustreren, bijvoorbeeld door erover te vallen als een formulier niet helemaal correct is ingevuld.”

Na jaren van gesteggel is bureaucratie uiteraard ook het laatste waar de Groningers op zitten te wachten. Naast het “lean en mean” organiseren van de verantwoording is daarom ook ingezet op een eenvoudig aanmeldingsproces.

Het belangrijkste echter, stelt Medema, blijft de gerichtheid op het doel. “Je moet je telkens weer afvragen: zijn we nog steeds bezig met onze doelstellingen, of zijn we bezig met het bewandelen van zijpaden die de doelstellingen in de weg zitten? En als dat het geval is, dan moet je het echt nog eens even goed doorlichten.”

Samen

Met al deze uitdagingen, risico’s en puzzels moge ook duidelijk zijn waarom het project begint met een pilot. “Deze eerste fase staat grotendeels in het teken van leren en ontwikkelen”, aldus Medema. “Daarin worden 300 woningen aangepakt. En met de lessen die we daarbij leren wordt daarna opgeschaald.”

Dat leren en ontwikkelen gaat veel verder dan alleen de technische en logistieke vraagstukken. “We moeten ook leren hoe we optimaal samenwerken. Het IMG, de twee bouwers en het bouwmanagementbureau – we zitten hier echt met z’n vieren in en moeten het samen tot een succes maken. Daarvoor moeten we telkens weer kijken wat is er nodig om de volgende stap goed te kunnen doorlopen.”

“Je hoopt dat de eerste geholpen bewoners onze ambassadeurs worden.”

Met de eerste ruim 100 dagen achter de rug kan Medema in ieder geval terugblikken op een bemoedigende start. “We weten elkaar goed te vinden en waarderen elkaar op ieders expertise, ook binnen het bouwmanagementbureau. En dan kom je verreweg het verst.”

Vertrouwen

De belangrijkste resultaten laten nog wel even op zich wachten. “Er is nog geen spade de grond in gegaan. Als je je nu aanmeldt als bewoner staan ze niet morgen voor de deur met een shovel.”

Het vraagt dus wel wat geduld van de Groningers – niet voor het eerst. “Het vertrouwen moet worden teruggewonnen”, erkent Medema. “En dat doe je uiteindelijk door wat je laat zien, de kwaliteit die je levert. Je hoopt dat de eerste geholpen bewoners onze ambassadeurs worden: ‘Luister, het ziet er goed uit en we zijn goed behandeld.’”

De contacten met die eerste bewoners zijn in ieder geval goed, ziet hij. “Ze moeten even nadenken, diep zuchten, maar zeggen dan vaak: ‘Laten we het toch maar doen.’ Dus zoveel vertrouwen is er wel, we kunnen goed uitleggen wat we doen.”

“En vergeet niet”, voegt hij toe. “Er zitten huizen bij die nét opgeknapt zijn, waar alles weer is dichtgesmeerd. En dan alsnog kiezen mensen ervoor om het nou maar eens fundamenteel aan te pakken: ‘We zijn van plan om hier nog lang te wonen, dan moeten we er nog maar één keer doorheen zodat we straks een stabielere leefomgeving hebben.’”

Energie

Want dat is dat doel waar iedereen naartoe werkt. Het geeft Medema veel voldoening om hieraan te mogen bijdragen. “Veel bewoners hebben zo lang moeten wachten op hulp, en als land zijn we onvoldoende in staat geweest om snel goede oplossingen te bieden. Ik vind het geweldig dat ik werk aan een project dat erop is gericht om daar structureel iets aan te doen.”

Bovendien heeft hij een persoonlijke band met het gebied. “Ik ben zelf geboren in Winsum, dat maakt het extra bijzonder voor mij. Maar het mooiste is om te zien hoe íedereen intrinsiek gemotiveerd is, waar ze ook vandaan komen. Wat we doen is allemaal nieuw, en er is een diepe motivatie om dit te laten slagen. Die energie zit erin, en die willen we vasthouden. Dat is een hele mooie omgeving om in te werken.”

More on: Vanberkel Professionals
Netherlands
Company profile
Vanberkel Professionals is a Netherlands partner of Consultancy.org