Succesvolle familiebedrijfsoverdracht staat of valt bij de ‘zachte’ factoren
Het is een van dé beslissende momenten in de levensloop van een familiebedrijf: de bedrijfsopvolging. Waar de aandacht bij overnametrajecten al snel uitgaat naar harde cijfers, benadrukken Machiel Gosschalk en Bernard de Vree van BDO dat een succesvolle familiebedrijfsoverdracht staat of valt bij de ‘zachte’ factoren.
Familiebedrijven – vaak worden ze de motor van de Nederlandse economie genoemd. Niet voor niets: samen zijn ze goed voor 51% van ons bruto nationaal product en voor 49% van de werkgelegenheid in Nederland.
Zoals de naam echter meteen duidelijk maakt, zijn familiebedrijven méér dan alleen bedrijven – er zit een familie achter. Dat zorgt voor een bijzondere dynamiek en unieke uitdagingen. Met stip op één staat het vraagstuk dat vroeg of laat bijna altijd gaat spelen: de bedrijfsopvolging.
Het is een vraagstuk waar van alles bij komt kijken, weten Machiel Gosschalk – die zelf opgroeide binnen een familiebedrijf – en Bernard de Vree maar al te goed. Vanuit BDO hebben de twee senior managers vele familiebedrijven geholpen bij bedrijfsopvolgingen.
“BDO heeft alle expertise in huis om een bedrijfsopvolging te doen slagen”, vertelt De Vree. “Dat is nodig ook, als je kijkt naar het hoge percentage familiebedrijven dat er niet in slaagt om over drie generaties de opvolging goed te laten verlopen. Het komt helaas vaak voor dat het dan eindigt in een bedrijfsbeëindiging.”
Lees ook: De tien oudste familiebedrijven van Nederland.
Bedrijfsopvolging is dan ook een complex, langdurend proces. Denk alleen al aan de financiële en juridische aspecten. Zo moet een bedrijfswaardering worden uitgevoerd en krijg je te maken met ingewikkelde belasting- of schenkingsregels als het bedrijf overgaat op een nieuwe generatie.
Harmonie en continuïteit
Maar het zijn niet enkel dit soort cijfer- en procesmatige aspecten die een bedrijfsopvolgingsvraagstuk zo uitdagend maken. “Bedrijfsopvolging kent een wat ‘harde’ financiële, fiscale en juridische kant, maar zeker zo belangrijk is de ‘zachte’ kant van de zaak”, stelt De Vree.
“Het doel is om tot een duurzaam en goed eindresultaat te komen, zowel voor de familie als voor het bedrijf.”
De kunst, zo leggen Gosschalk en De Vree uit, ligt in het vinden van “de balans tussen harmonie binnen de familie en de continuïteit van het bedrijf”.
Bedrijfsopvolging is dan ook “geen doel op zich, maar een middel” om tot een breed gedragen oplossing te komen, zo benadrukt Gosschalk. “Het doel is om tot een duurzaam en goed eindresultaat te komen, zowel voor de familie als voor het bedrijf.”
Twee opties
In de praktijk komen de meeste bedrijfsopvolgingsvraagstukken uiteindelijk vaak neer op twee opties, legt hij uit: “Het bedrijf te gelde maken – verkopen dus – óf het binnen de familie overdragen.”
In het tweede geval komen tal van vragen bovendrijven: Wie wordt de opvolger? Welke selectiecriteria passen we toe? Werken we alleen met actieve aandeelhouders (die in het bedrijf werken) of ook met passieve aandeelhouders?
“Als de familie bij elkaar is, spreekt niemand over de onenigheid. Het is de olifant in de kamer.”
Volgens Gosschalk bestaan er geen goede of foute antwoorden op al deze vragen. “Iedere familie is nu eenmaal anders. Door in gesprek te gaan bepalen we samen met de familie precies het doel van de bedrijfsoverdracht en kijken we hoe we het financieel, fiscaal en juridisch kunnen regelen.”
De olifant benoemen
Daarin ligt echter meteen ook een van de voornaamste ‘zachte’ uitdagingen, waarschuwt De Vree. “In 60% van de gevallen waar een opvolgingstraject misgaat, is dat te wijten aan slechte communicatie tussen de familieleden.”
Het is daarom belangrijk om in de verkennende gesprekken juist de gevoelige onderwerpen op tafel te brengen. In de gesprekken die Gosschalk met families voert worden alle wensen, verwachtingen – maar soms ook frustraties – in kaart gebracht. “Zo kan een kind liever uitgekocht willen worden. Of het wordt duidelijk dat twee broers niet met elkaar door een deur kunnen.”
“Een familie kan voor 80% hetzelfde denken en dus op 20% van mening verschillen over de invulling van de toekomst van het bedrijf en ieders rol daarin”, legt hij uit. “Als de familie bij elkaar is, spreekt niemand over de onenigheid. Het is de olifant in de kamer. Tijdens gesprekken op individueel niveau krijgen wij dat scherp en maken het vervolgens bespreekbaar. Dat kost tijd.”
Gemiddeld kost het maar liefst acht jaar om een bedrijfsopvolgingstraject goed te regelen, vertelt Gosschalk. “Begin ruim op tijd met dit soort gesprekken over de voorbereiding van de bedrijfsoverdracht”, is dan ook zijn advies. “Want enkel financieel en fiscaal optimaal overdragen gaat niet goed als je die olifant niet benoemt.”