Gemeenten leren van Programma Aardgasvrije Wijken, opschalen blijft lastig

02 mei 2023 Consultancy.nl

Dankzij het Programma Aardgasvrije Wijken zijn gemeenten beter in staat een wijkgerichte aanpak voor de warmtetransitie in te richten en op te schalen. Wel zit wet- en regelgeving de doeltreffendheid van het programma in de weg, zo concluderen KWINK groep en Rebel in een evaluatie.

Nederland gaat van het gas. Ter ondersteuning van deze pijler van de energietransitie lanceerde de overheid in 2018 het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW). Doel van het programma was om te leren hoe gemeenten de wijkgerichte aanpak van de warmtetransitie kunnen inrichten en opschalen.

Daartoe bevatte het PAW drie sporen: (1) proeftuinen waar gemeenten leren door het daadwerkelijk aardgasvrij maken van wijken, (2) een kennis- en leerprogramma waarin leerervaringen uit proeftuinen en daarbuiten worden gedeeld onder gemeenten en (3) een beleidsspoor dat beleidsmatige knelpunten voor de warmtetransitie systematisch ophaalt en agendeert.

Gemeenten leren van Programma Aardgasvrije Wijken, opschalen blijft lastig

KWINK groep en Rebel evalueerden in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of het programma de beoogde effecten behaalt en of dit efficiënt gebeurt.

De onderzoekers concluderen dat het PAW doeltreffend is geweest in het realiseren van de beoogde resultaten en effecten: er is inzicht in succesvolle aanpakken en leerervaringen, er is sprake van een lerende community, er zijn breder toepasbare leerervaringen en er is inzicht is in de randvoorwaarden.

Wet- en regelgeving belemmert opschaling

Wel constateren de onderzoekers een aantal belemmeringen voor de doeltreffendheid van het programma. Zo merken ze op dat de lokale toepasbaarheid van de leerervaringen beperkt lijkt. “De wijkaanpak verschilt sterk per gemeente en per wijk, waardoor leerervaringen niet één-op-één te kopiëren zijn”, leggen ze uit. “Dit staat opschaling van de wijkgerichte aardgasvrij aanpak in de weg.”

Ook de wet- en regelgeving werkt de opschaling nog tegen. Er is een wet in aantocht waarmee bewoners kunnen worden gedwongen van het gas af te gaan – mits ze een goed alternatief wordt geboden – maar in afwachting op die wet is deelname nu nog in belangrijke mate vrijwillig.

“Dat betekent dat ‘verleiding van bewoners’ al jaren de belangrijkste manier is om deelname te bevorderen. Dit beperkt in sterke mate de randvoorwaarden voor opschaling”, aldus de onderzoekers, die ervoor pleiten dat de proeftuinen meer ruimte krijgen voor experimenteren binnen het bestaande institutionele kader.

Tot slot zien KWINK groep en Rebel dat gemeenten vaak kampen met een gebrek aan capaciteit. Opvallend genoeg lijken de evaluaties en onderzoeken (naast KWINK groep en Rebel onderzocht ook het Planbureau voor de Leefomgeving het programma) dit gebrek zelf te verergeren: “We merken op dat vooral de proeftuingemeenten aangeven dat het meewerken aan deze tussentijdse evaluaties en diverse onderzoeken hen te veel tijd kost.”

Chaos en vertraging, maar een mooi eindresultaat

Dat het aardgasvrij maken van wijken in de praktijk nog altijd lastig is, bleek onlangs ook uit een rondgang van EenVandaag: 39 van de 50 proeftuinen binnen het PAW lopen achter op hun planning, sommige wel één tot twee jaar. Iets meer dan de helft is nog niet toe aan de uitvoeringsfase.

In vijf jaar zijn in totaal ruim 2.500 woningen aardgasvrij gemaakt en negen andere gebouwen. Volgens de planning zouden in 2027 in totaal 50.000 huizen van het gas moeten zijn in de 50 proeftuinen.

Gemeenten wijten de vertraging onder meer aan de inflatie, gestegen loonkosten en krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast zou het door de coronapandemie moeilijker zijn geweest in contact te komen met inwoners.

Ook TNO onderzocht een aantal proeftuinen. Enerzijds bevestigen de bevindingen het beeld dat EenVandaag schetst: inwoners ervaren het traject als ingrijpend, onzeker en chaotisch. Anderzijds zijn ze zeer goed te spreken over het eindresultaat: bewoners van proeftuinen die hun woning aardgasvrij hebben laten maken, beoordelen hun woning gemiddeld met een 8,7.