Financiële gezondheid van academische ziekenhuizen verbeterd
De financiële gezondheid van de zeven Nederlandse universitaire medische centra (UMC’s) is gemiddeld genomen verbeterd. Dat blijkt uit een analyse van accountants- en adviesbureau BDO.
Het gemiddelde rapportcijfer komt ditmaal uit op een 7,3. Bij de vorige versie van het onderzoek ging het om een 6,8. “Dat is goed nieuws na drie opeenvolgende jaren waarin het gemiddelde rapportcijfer daalde”, zegt Vincent Eversdijk, werkzaam bij BDO.
Voor hun studie analyseerden de onderzoekers van het accountants- en adviesbureau de financiële resultaten van het Amsterdam UMC, het UMCG (in Groningen), het LUMC (in Leiden), het MUMC (in Maastricht), het Radboud UMC (in Nijmegen), het Erasmus MC (in Rotterdam) en het UMCU (in Utrecht).
De onderzoekers stelden vast hoe de zeven UMC’s het afgelopen jaar hebben gepresteerd op vijf verschillende bedrijfseconomische vlakken – solvabiliteit (capaciteit om verliezen op te vangen), current ratio (liquiditeit), rendement (resultaat), debt service coverage ratio (liquiditeit), opbrengsten (resultaat).
Uit die analyse blijkt dat het Rotterdamse Erasmus MC met een rapportcijfer van een 10 deze editie verreweg het financieel gezondste academische ziekenhuis van ons land is. Op de tweede plek staat het MUMC (rapportcijfer: 8), gevolgd door het UMCG, het UMCU, het Amsterdam UMC en het Radboud UMC (alle vier een 7).
Het LUMC bungelt onderaan de ranglijst van BDO. Niettemin scoort het Leidse academische ziekenhuis wel een voldoende (rapportcijfer: 6).
De vorige versie stond het AMC bovenaan met een 9. Dit academische ziekenhuis is inmiddels gefuseerd met stadgenoot VUMC (dat destijds vierde stond met een 7). Sindsdien opereren de twee UMC’s onder de naam Amsterdam UMC.
Het Erasmus MC nam destijds plaats twee in beslag, gevolgd door het UMCU en het Radboud UMC (met alle drie een 7). Plaats zes, zeven en acht werden ingenomen door het UMCG, het MUMC en het LUMC (alle drie een 6).
Businessmodel onder druk
Dat de financiële gezondheid ten opzichte van vorig jaar is verbeterd, neemt niet weg dat de huidige businessmodellen van de UMC’s onder steeds meer druk komen te staan, zegt Eversdijk.
“Dat komt onder andere door de torenhoge inflatiecijfers, terwijl de kosten die academische ziekenhuizen maken nog altijd blijven oplopen. En daarbovenop spelen de omvangrijke veranderopgaven in de zorgsector eveneens een grote rol.”
Daarnaast zijn de rendementen van de zeven UMC’s ook nog steeds betrekkelijk laag, geeft Eversdijk aan. Hij doelt onder andere op het gemiddelde rendement van een algemeen ziekenhuis: dat is 1,7%, terwijl het gemiddelde rendement voor de UMC’s uitkomt op iets meer dan de helft (0,9%).
Lastige opgave
UMC’s verdienen verreweg het meest geld met patiëntenzorg. Deze is goed voor maar liefst 70% van hun inkomsten. Daarnaast is academische zorg verreweg de duurste zorgvorm binnen het Nederlandse zorgstelsel.
De vraag is dan: hoe kunnen UMC’s hun financiële resultaten verbeteren? Door zich nog meer op patiëntenzorg te richten? Nee: de rekening daarvan komt uiteindelijk op het bord van de belastingbetaler, vertelt Eversdijk, die een andere oplossing voor ogen heeft.
“De kennis die voortkomt uit onderzoek binnen UMC’s is van wereldniveau. De vraag is dus of deze kennis niet nog beter ten gelde gemaakt kan worden. UMC’s worden op die manier minder afhankelijk van patiëntenzorg, waardoor de totale kosten onderaan de streep dalen, ten gunste van de belastingbetaler.”