Nederland - Duitsland: Analyse van Jeroen Visscher

14 juni 2012 Consultancy.nl

Consultancy.nl gaat voor en tijdens het Europees Kampioenschap voetbal de prestaties van het Nederlands Elftal op de voet volgen. Hiertoe werkt het samen met Jeroen Visscher, partner bij organisatie adviesbureau Turner en specialist Performance Management. 

Per wedstrijd worden de belangrijkste prestaties door Visscher en zijn team bijgehouden. De focus ligt op het meten van de prestaties van de individuele spelers in relatie tot de strategie, doelstellingen en teamorganisatie. Zie ook het bericht: Consultancy.nl en Jeroen Visscher analyseren Oranje.

NEDERLAND – DUITSLAND: DE ANALYSE

Het Nederlands Elftal heeft ook haar tweede wedstrijd op het EK verloren. Tegen Duitsland werd het 1-2 door twee doelpunten van Gomez (24e en 38e minuut) voor Duitsland en een doelpunt van Van Persie (73e minuut) voor Oranje.

Het Nederlands Elftal was anders dan de uitslag doet vermoeden, op het eerste kwartier na, kansloos. Wat heeft Van Marwijk nodig om te beseffen dat loyaliteit aan zijn ‘WK-basis’ niet goed genoeg is om de groepsronde door te komen? Deze nederlaag tegen Duitsland zal hem eindelijk doen beseffen dat spelers die niet voldoen aan de prestatienormen van dit EK op de bank moeten starten. Dat gold in de wedstrijd tegen Duitsland in ieder geval voor Van Persie, Van der Wiel, Willems, Robben en Afellay.

Opvallend is dat het Nederlands Elftal hooguit een kwartier per helft goede prestaties levert. Oranje startte tegen Duitsland goed, maar was na het eerste kwartier niet meer in staat om druk te zetten op de tegenstander. Bovendien zakte het rendement van de 1-1 duels in het laatste half uur van de eerste helft ver terug naar 50%. Van der Vaart viel na de rust goed in, maar ook bij hem verminderden na een kwartier zijn aanvallende impulsen met 50%.

Oranje valt na 20 minuten ver terug
Nederland startte geconcentreerd en dat resulteerde in vier doelpogingen in de eerste twintig minuten. In deze fase van de wedstrijd kwamen de backs nog volgens de norm op: in totaal 13 keer. De aanvallende middenvelders Robben, Afellay en Sneijder werden veelvuldig aangespeeld, maar dit leidde vervolgens niet tot een hoge effectiviteit van hen. Afellay kwam in de eerste helft slechts tot een drietal voorzetten, waarvan er geen een bij een medespeler aankwam. Robben liet zien dat het seizoen haar tol eist voor de aanvaller, hij kwam niet verder dan twee doelpogingen zonder resultaat.

De terugslag in aanvallende prestaties was te groot. In de rest van de wedstrijd kwamen de backs in totaal slechts 14 keer op. Het inspelen van de aanvallende middenvelders door De Jong en Van der Vaart liep in de tweede helft terug naar drie keer inspelen in het laatste kwartier. Ook Sneijder deelde mee in de malaise. Hij gaf minder steekballen dan in de wedstrijd tegen Denemarken, in totaal slechts 5 succesvolle steekballen.

Verdedigende blok kan niet overtuigen
De zes verdedigend ingestelde spelers konden ook in de wedstrijd tegen Duitsland niet overtuigen. Het percentage balveroveringen, essentieel onderdeel van het strijdplan, liep terug naar 21%. De prestaties bij de onderlinge duels waren ook veelzeggend: 66% van alle duels werd gewonnen. Een groot verschil met de 75% tot 80% van het WK2010.

Van der Wiel en Willems presteerden beiden op hetzelfde niveau. Het is het verschil tussen de eredivisie en de Champions League. Met een rendement van 50% in de duels en wederom een minimaal aantal voorzetten kunnen we niet anders concluderen dat ze te licht zijn voor dit EK. Waar Van Marwijk voorheen kon vertrouwen op de twee verdedigende middenvelders Van Bommel en De Jong, waren zij tegen Duitsland geen zekerheid.

Wat nemen we mee naar de volgende wedstrijd?
Het Nederlands Elftal heeft nog een kleine kans om door te gaan naar de kwartfinale. Daarvoor moet het de derde wedstrijd tegen Portugal met tenminste twee doelpunten verschil winnen. Dat zal voor Van Marwijk toch voldoende aanleiding moeten zijn om eindelijk de spelers op hun prestaties te beoordelen en objectieve keuzes te maken. Wij rekenen op Boulahrouz, Narsingh en Huntelaar.