Topsporters en consultants: Danique van Limbeek en Rinaldo de Jager

03 september 2021 Consultancy.nl 5 min. leestijd

Danique van Limbeek en Rinaldo de Jager zijn beiden Associate Business Consultant bij ITDS. Wat ze ook gemeen hebben is dat ze hun werk als consultant combineren met sporten op hoog niveau: Danique was Nederlands kampioen karate, terwijl Rinaldo zich een jaar lang Nederlands kampioen pencak silat én thaiboksen mocht noemen.

Topsport bedrijven kan zeer lonend zijn, maar ook flinke uitdagingen met zich meebrengen. Zo moet een topsporter onder hoge druk presteren, beschikken over een ijzersterke discipline, veel opzij zetten in zijn of haar privésfeer en fysiek tot het uiterste gaan. Zowel Danique als Rinaldo hebben dit als geen ander ervaren, en passen deze kwaliteiten ook toe in hun dagelijkse werk.

Danique sloot zich eind 2020 aan bij ITDS – een adviesbureau voor de financiële sector – terwijl Rinaldo zo’n zes maanden eerder instroomde in het traineeshipprogramma van het bureau. Een gesprek met het tweetal over hun achtergrond, hun passie voor vechtsport, en hoe hun topsportervaring nu van pas komt op de werkvloer.

Danique van Limbeek en Rinaldo de Jager - ITDS

Hoe zijn jullie begonnen met vechtsport?

Danique: “Ik ben begonnen op mijn zevende. Ik was onzeker op school en dit zou goed zijn voor mijn zelfvertrouwen. Toen ben ik een proefles judo gaan doen, maar dit vond ik niet zo leuk. Omdat mijn vader karate had gedaan, was dit mijn volgende stap. Van mijn ouders mocht ik eigenlijk stoppen als ik de gele band had gehaald. Maar ik vond het zo leuk, dat ik nooit meer gestopt ben.”

Rinaldo: “Ook ik was onzeker en werd op mijn achtste door mijn vader op een vechtsport ‘gezet’. Eerst wilde ik niet, maar na een aantal Bruce Lee-films gekeken te hebben ging ik overstag. Ik ben begonnen met pencak silat, een Indonesische vechtsport. Omdat ik het sparren maar pijn vond doen, ben ik eerst de demonstratierichting opgegaan. Rond mijn twaalfde vond ik het vechten steeds leuker en werd beter. Waardoor je ook weer minder klappen krijgt. Mijn eerste wedstrijden waren in pencak silat en om een bredere basis aan te leggen ben ik gestart met thaiboksen.”

En hoe ging dit over naar professioneel niveau?

Rinaldo: “Op dat moment trainde ik ongeveer vier keer per week. Ik zat in de nationale jeugd van pencak silat en werd uitgenodigd voor de jeugd van thaiboksen. In die tijd vocht ik nationale en internationale wedstrijden in beide disciplines. Op mijn 16e won ik de Nederlandse titel tot 70 kg. Daarna heb ik mij volledig gefocust op het thaiboksen en heb ik ook op seniorenniveau een aantal wedstrijden gevochten. Onder andere de Europese kampioenschappen.”

Danique: “Vanaf mijn 11e deed ik steeds meer wedstrijden, ging meer trainen en werd steeds beter. Op dat moment deed ik twee vormen van karate, zowel kata (schijngevecht) als kumite (het sparren). Op mijn 16e werd ik op beide onderdelen tweede op het Nederlands kampioenschap. Toen dacht ik, als ik Nederlands kampioen wil worden, kan ik me beter focussen op één onderdeel. Vanaf dat moment deed ik alleen nog maar kata en werd ik in 2017 Nederlands kampioen onder 21.

Wat is het hoogtepunt uit jullie carrière?

Danique: “Mijn hoogtepunt was het Nederlands Kampioenschap onder 21. Daarna ben ik nog tweede geworden bij de senioren. En twee jaar geleden heb ik mijn eerste ‘Series A’, een groot internationaal toernooi, in Salzburg gedaan. Hier mocht ik met de beste mensen van de wereld strijden om punten te halen om zo deel te kunnen nemen aan de Premier League-toernooien.”

Rinaldo: “Ook voor mij was mijn hoogtepunt het winnen van de Nederlandse titel. En de eerste keer vechten bij de senioren. Bij de senioren vecht je voor het eerst zonder bescherming. Daar sta je dan met alleen je handschoenen en bitje te knokken tegen iemand die net zo hard traint als jij.”

Wat neem je mee naar je werk vanuit je topsportcarrière?

Danique: “Veel dingen eigenlijk. Onder andere het goed kunnen plannen. Dit was vooral de laatste jaren belangrijk, toen ik het trainen combineerde met mijn master en ook nog werkte. En natuurlijk het doorzetten. Je wilt altijd de beste zijn en nóg beter worden. Dit had ik ook tijdens mijn studie en merk ik nu ook in mijn werk bij ITDS.”

Rinaldo: “Ik sluit me bij Danique aan. Trainen is vaak helemaal niet zo leuk en je dagen zien er hetzelfde uit. ’s Ochtends hardlopen, dan studeren, ’s avonds trainen. En dat zes dagen per week. Daar moet je wel doorzettingsvermogen voor hebben. Ook leer je met tegenslagen omgaan. Je traint soms wel een half jaar lang voor slechts drie minuten in de ring. Als je de wedstrijd dan verliest, is dat natuurlijk een grote teleurstelling. Maar daarna pak je altijd weer door.”

Hoe ziet jullie toekomst in de vechtsport eruit?

Danique: “Ik ben nog steeds onderdeel van het Nederlands team en train elke dag. Tijdens corona was dit goed te combineren, maar ik ben benieuwd hoe dit gaat als het ‘normale leven’ weer op gang komt. Zeker met internationale wedstrijden zal dit lastiger zijn, maar dat gaan we allemaal zien.”

“Mijn doel is om de komende jaren nog in de Nederlandse top te blijven en ook internationaal te presteren. Op dit moment heb ik mijn 2e dan (tweede zwarte band) en wil over twee jaar graag mijn 3e dan (derde zwarte band) halen. Daar moet je allemaal trainingen voor volgen, dus daar ben ik nog wel even zoet mee. Daarnaast volg ik de opleiding tot assistent-karateleraar, daar zou ik graag meer mee willen doen.”

Rinaldo: “Ik ben gestopt op professioneel niveau. Als je vijf tot zes keer per week getraind hebt, voelt dit echt als afkicken. Momenteel train ik twee keer per week. Dit wil ik opschalen, maar wedstrijden zal ik niet meer gaan spelen. Dit is niet te combineren met werk en het is een beetje vreemd als je met een blauw oog in een meeting zit. Wel wil ik kinderen training gaan geven, om ze te laten ervaren wat ik vroeger heb mogen ervaren.”