Vraag naar ouderenwoningen neemt explosief toe

15 september 2020 Consultancy.nl

De vraag naar ouderenwoningen verdubbelt de komende twintig jaar, zo blijkt uit marktonderzoek van woningbouwadviseur HEVO. Ook de zorgvraag vanuit ouderen stijgt hard: tot 2050 zullen er 1 miljoen ouderen met de indicatie zware zorg bijkomen. Tenzij snel actie wordt ondernomen zal een groot tekort ontstaan aan ouderenwoningen en verpleegcapaciteit.

Ouderen wonen steeds langer zelfstandig. Vandaag de dag woont maar liefst 92% van alle 75-plussers nog ‘thuis’, vaak in een woning die geschikt is voor het ontvangen van zorg indien dat nodig blijkt. Dit zelfstandig wonen wordt door de overheid gestimuleerd en draagt vaak bij aan het welzijn van de ouderen, maar het zorgt ook voor nieuwe uitdagingen. Zo lopen de tekorten aan geschikte woningen snel op. Rabobank becijferde dit jaar dat er nu al 250.000 woningen te weinig zijn.

Gezien het doorzetten van de vergrijzing zal dit tekort de komende decennia snel blijven toenemen. HEVO bracht voor elke Nederlandse gemeente de zorgprognose en de ontwikkeling van het aantal ouderen in kaart. 

Tot 2030 krijgt Nederland er per gemeente gemiddeld 1.124 extra 80-plussers bij, tot 2040 gaat het om 2.143 extra 80-plussers en tot 2050 om 3.179. Deze sterke groei zal het aantal 80-plussers de komende twintig jaar doen verdubbelen. Bovendien stijgt het aantal ouderen met een indicatie zware zorg de komende dertig jaar met maar liefst 1 miljoen mensen.

Groei aantal 80-plussers per gemeente 2020-2050

Aangezien het huidige aanbod van lokale woningen al onvoldoende aansluit op de woonwensen van ouderen ligt hier een flinke opgave voor gemeenten. “De verschillen in woonwensen van deze ouderen moet lokaal worden opgehaald”, aldus HEVO “De lokale vraag vraagt om lokale woon- en woonzorgoplossingen. Dit vraagt om aantrekkelijke woonprojecten.”

De absolute behoefte aan geschikte woningen is het grootste in de grote steden, maar ook in kleinere gemeenten zal het aantal 80-plussers meer dan verdubbelen. Bovendien speelt hier een ook een kwalitatieve opgave, “wellicht nog meer dan in de grote steden en de G40”, zo stellen de onderzoekers. “De woon- en leefomgeving sluit niet altijd goed aan bij de woonwensen van ouderen die in toenemende mate zelfstandig wonen.” Bovendien is in deze vaak dunbevolkte gemeenten niet altijd voldoende draagvlak voor de benodigde voorzieningen voor toegang tot zorg.

Het bureau pleit voor het ontwikkelen van geschikte woningen in gebieden met een verhoogd voorzieningenniveau, “juist ook in de kleinere gemeenten”. De vorming van woonservicegebieden kan hieraan een bijdrage leveren: “Een woonservicezone heeft allerlei soorten woningen, met en zonder aanpassingen, voor jong en oud”, stellen de onderzoekers. “Naast voldoende aanpasbare (levensloopbestendige) en/of aangepaste woningen is er ook (woon)ondersteuning en zijn er diverse welzijns- en zorgdiensten voor bewoners.”

Om de uitdagingen het hoofd te bieden moeten gemeenten, woningcorporaties, beleggers en zorginstellingen volgens HEVO snel handelen: “De urgentie om geschikte woningen en verpleeghuizen voor ouderen te realiseren is hoog.”