Overheid trekt stekker uit door Deloitte geleid ICT-project
Opnieuw trekt de Rijksoverheid vroegtijdig de stekker uit een ICT-project. Ditmaal gaat het om ‘DigiInhuur’, een rijksbreed systeem voor de inhuur van externe medewerkers. Verantwoordelijk minister Cora van Nieuwenhuizen volgt hiermee het advies van het Bureau ICT-toetsing. Opmerkelijk genoeg zou dit monitorbureau volgens de planning al in 2020 worden opgeheven omdat de ministeries dan geacht worden hun ICT-zaken op orde te hebben. De aanhoudende problematiek zet beslist vragentekens bij die aanname.
“Hierbij informeer ik uw Kamer over het feit dat ik de overeenkomst voor het project DigiInhuur heb ontbonden. De reden hiervoor is dat de leverancier al enige tijd in verzuim verkeert ten aanzien van de verplichting om het product op te leveren”, zegt Cora van Nieuwenhuizen (VVD), minister van Infrastructuur en Waterstaat (I&W), begin deze maand in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer.
Het project DigiInhuur, dat tot nu toe meer dan €6 miljoen heeft gekost, startte vijf jaar geleden onder leiding van het ministerie van I&W, in samenwerking met Rijkswaterstaat en met het ministerie van Buitenlandse Zaken. Het voormalige ICT-project had als belangrijkste doel een systeem te ontwikkelen en te implementeren voor de inhuur van externe medewerkers binnen de gehele Rijksoverheid.
In 2017 werd de aanbesteding van het project gewonnen door Deloitte, dat koos voor de software van Fieldglass uit de Verenigde Staten. Het accountants- en adviesbureau benoemde het Amerikaanse SAP-bedrijf eveneens tot onderaannemer van het DigiInhuur-project. Eind 2018 had de software klaar moeten zijn, wat echter niet het geval bleek te zijn.
De overheid en ICT: een moeizame relatie
De Nederlandse overheid en ICT zijn geen twee handen op één buik. Naast het grote aantal mislukte ICT-projecten, telde het Rijk in 2015 zo’n €1,7 miljoen neer om Windows XP binnen zijn organisatie in stand te houden, terwijl dit besturingssysteem uit 2001 sinds begin 2014 niet eens meer wordt ondersteund door aanbieder Microsoft. En dan blijkt ook nog – uit onafhankelijk onderzoek van Panteia uit 2018 – dat de Rijksoverheid zijn chronische tekort aan ICT-personeel onvoldoende erkent. Het lijkt er dus op dat een vooruitstrevend ICT-beleid al jaren lang niet de hoogste prioriteit heeft binnen het Rijk.
Ondanks de vele tegenslagen op het gebied van ICT, probeert de Rijksoverheid wel verbeteringen te realiseren, getuige de oprichting van het Bureau ICT-toetsing (BIT) in 2015. Dit instituut toetst de slagingskansen van projecten die door het Rijk worden opgezet en waarbinnen ICT een belangrijke rol speelt, aldus een persvoorlichter van de Rijksoverheid: “Het BIT is een tijdelijk bureau. De bedoeling is dat het na vijf jaar wordt opgeheven omdat ministeries dan voldoende zijn uitgerust om zelf projecten uit te voeren.”
Het BIT onderzocht ook het DigiInhuur-project en bracht minister Van Nieuwenhuizen eind 2018 per brief op de hoogte van zijn bevindingen: “Het project is in gevaar. […] De slaagkans van het project achten wij laag. Het is namelijk nog onduidelijk of en wanneer de leverancier alle eisen kan realiseren.” De BIT-onderzoekers adviseerden de minister daarom om vast te stellen of én op welk moment de leverancier de noodzakelijke functionaliteit van het systeem zou kunnen realiseren en het project anders – lees: zonder concrete toezeggingen van de leverancier – te beëindigen.
“Eind maart dit jaar heb ik geconstateerd dat de leverancier het product DigiInhuur nog niet had opgeleverd”
– Minister Cora Van Nieuwenhuizen
Van Nieuwenhuizen ging in gesprek met Deloitte en kreeg de concrete toezegging dat “alle noodzakelijke functionaliteiten uiterlijk op 22 maart 2019 zouden worden opgeleverd”, waarover ze de Tweede Kamer eind dit jaar informeerde. Het Big Four-kantoor was bij de levering van de software echter afhankelijk van Fieldglass, dat zijn beloftes brak, waarna Deloitte de problemen zelf probeerde op te lossen, wat mislukte.
“Eind maart dit jaar heb ik geconstateerd dat de leverancier het product DigiInhuur nog niet had opgeleverd”, aldus Van Nieuwenhuizen, die vervolgens (na nieuwe beloftes) tot tweemaal toe de afleveringsdatum uitstelde. Toen het accountants- en adviesbureau afgelopen juni de software nog steeds niet had geleverd en feitelijk driemaal een afspraak niet was nagekomen, was bij Van Nieuwenhuizen de grens bereikt en koos zij “om tot ontbinding van de overeenkomst over te gaan”.
Vooralsnog heeft Deloitte nog niet publiekelijk gereageerd op deze ontwikkelingen. Het is daarnaast nog niet duidelijk of de miljoenen euro’s die zijn besteed aan het project kunnen worden verhaald op het consultancykantoor of op zijn Amerikaanse onderaannemer. “Over de vervolgstappen zal ik u na het zomerreces nader informeren”, schrijft Van Nieuwenhuizen in haar brief aan de Tweede Kamer begin deze maand.
Over de bestaansnoodzaak van BIT
Sinds het BIT is aangesteld worden er steeds meer ICT-projecten van het Rijk vroegtijdig stopgezet. Zo trok minister Carlo Schouten (ChristenUnie) van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in april dit jaar op advies van het BIT de stekker uit de ontwikkeling van een nieuw IT-systeem voor de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA). Een slordige €65 miljoen aan investeringen gingen hierdoor verloren. Dat bedrag had zelfs stukken hoger kunnen uitvallen. Het NVWA-project had namelijk een begroting van €95 miljoen en zou daarbovenop nog eens “tientallen miljoenen meer gaan kosten”, schrijft het BIT in een brief aan de Tweede Kamer.
De besproken gebeurtenissen roepen zonder meer vragen op over de bestaansnoodzaak van BIT, dat volgens de planning “een tijdelijk bureau” is dat in 2020 wordt opgeheven omdat “ministeries dan voldoende zijn uitgerust om zelf projecten uit te voeren”. Bijna vijf jaar na de oprichting van het BIT is het niet geruststellend dat twee grote ICT-projecten zijn mislukt waar in totaal drie ministeries verantwoordelijkheid voor dragen. Dat is te zeggen: de bestaansnoodzaak van het Bureau ICT-toetsing lijkt voorlopig nog aantoonbaar.