Van business consultant trainee tot manager in drie jaar tijd
Mart Klifman en Ilana van Berkum begonnen drie jaar geleden bij ITDS als Business Consultant Trainee. Inmiddels zijn de twee professionals doorgegroeid tot Manager van het Business Consultancy Traineeship en stomen zij de nieuwe trainees van het adviesbureau klaar. Een gesprek met het duo.
“Je weet als trainee waarvoor je tekent: elf weken bikkelen. Gelukkig weten wij precies hoe dat is”, vertelt Senior Business Consultant Mart Klifman van ITDS Business Consultants, die wordt aangevuld door zijn collega-Senior Business Consultant Ilana van Berkum: “Het is een masterclass waarin je alle kennis en vaardigheden leert die je nodig hebt. Daarna loop je een stage van zes weken, waarin je meteen de praktijk in duikt met je nieuwe collega’s. Je mag laten zien wat je kunt, bij een topspeler in de financiële dienstverlening. Is er een mooiere manier om je carrière als consultant te starten?”
Klifman licht toe waarom hij destijds voor het Business Consultancy Traineeship van ITDS koos: “Ik wilde zo snel mogelijk aan de slag in de praktijk. Écht iets doen. Consultancy leek me een mooi vak, omdat het zo afwisselend is. ITDS voelde meteen goed, persoonlijk. Ik vond de traineeships bij sommige andere bedrijven wel erg lang. De snelle aanpak van ITDS vond ik leuker. Eigenlijk zocht ik niet specifiek iets in de financiële dienstverlening, maar ik vind het een mooie markt met interessante uitdagingen.” Van Berkum onderstreept zijn woorden deels en voegt toe: “Ik ging wel heel concreet voor de financiële dienstverlening, maar wilde niet in een heel grote organisatie werken. Hier is het kleinschaliger, maar je komt toch overal binnen.”
Nadat Klifman de knoop had doorgehakt en drie jaar geleden bij ITDS een contract tekende, begon hij direct aan het traineeship, wat hij zich nog goed herinnert: “Het waren intense, maar heel leuke weken. De masterclass vond ik het heftigst. Je moet continu scherp zijn. Als je even zit te suffen, krijg je dat meteen te horen. Terwijl je best even moet aanpassen. Als student heb je een ander ritme, je hebt nog nooit een hele dag op kantoor gezeten. En ‘s avonds moet je vaak nog studeren. Daardoor begrijp ik wel beter wat de huidige trainees ervaren.” Van Berkum geeft eveneens aan dat het flink bikkelen was: “Het was gaaf, maar inderdaad hard werken. Tijdens het theoriegedeelte heb ik mezelf even opgesloten. Niet uit geweest, niet gesport. Volle kracht vooruit. Anders lukt ’t echt niet.”
Inmiddels vervullen de twee professionals al enkele maanden de rol van Manager Business Consultancy Traineeship. Van Berkum legt uit welke aspecten bij die rol komen kijken: “Het begint al voor de assessmentdag. Wij kijken dan mee naar de mensen die we uitnodigen op basis van hun cv’s en videopitches. Op de assessmentdag beoordelen we welke mensen goed bij ons zouden passen. In tegenstelling tot veel andere traineeships gaat het hier maar om één dag, dat houdt het lekker scherp.” Klifman: “Daarna zetten we het trainingsprogramma voor de masterclass op. Dat is een hele klus. Je wil bijvoorbeeld niet alle zware trainingen in één week.”
De rol van Manager kent echter meer verantwoordelijkheden dan alleen het opzetten van het traineeship, vertelt Van Berkum: “Tijdens de masterclass komen we vaak ’s avonds langs om te kijken hoe het gaat en om feedback van de trainers op te halen.” Klifman voegt toe: “En op vrijdag zijn we allebei hier en dan doen we bila’s met ‘onze’ trainees, dat zijn een gesprekken onder vier ogen.” Van Berkum weet nog goed wanneer ze voor het eerst zo’n gesprek moest voeren met een trainee: “Dat vond ik best spannend. Ik had me tot in de puntjes voorbereid, met een uitgebreide agenda. Maar na de eerste vijf minuten ging het gewoon en was het echt leuk.”
Klifman weet zich ook nog precies voor de geest te halen wat hij dacht toen hij zijn eerste bila’s moest voeren: “Ik had vier dezelfde gesprekken verwacht. Maar ze waren allemaal totaal anders. Iedereen stelt andere vragen en kijkt anders tegen dingen aan. En iedereen krijgt andere feedback van de trainers. De een kan nog wat actiever meedoen, terwijl de ander best wat minder op de voorgrond mag treden.” Van Berkum besluit: “Je probeert naar boven te halen wat iemand uniek maakt. Of iemand creatief is, tegendraads kan denken, leuk is in de groep of scherpe vragen stelt. Het is een leuk proces om dergelijke positieve eigenschappen bij ‘onze’ trainees te versterken.”
