Helft van ’s werelds grootste familiebedrijven komt uit Europa
Familiebedrijven vormen een belangrijk onderdeel van vele nationale economieën en dragen daarmee flink bij aan de werkgelegenheid. Veel familiebedrijven zijn actief binnen het mkb-segment. Ook zijn er zeer grote familiebedrijven, die nog steeds worden bestuurd door nakomelingen van de oprichters. Uit een analyse van de 500 grootste familiebedrijven ter wereld blijkt dat een groot deel daarvan een Europese oorsprong heeft.
Het onderzoek naar de 500 grootste familiebedrijven is uitgevoerd door Big Four-kantoor EY. Op basis van omzetcijfers, blijkt dat bijna de helft (46%) van deze 500 familiebedrijven in Europa gevestigd is.
Om te bepalen welke organisaties een familiebedrijf zijn, hebben de onderzoekers per bedrijf gekeken naar wie het precies in handen heeft. Zo moet een familiebedrijf volgens EY voor minimaal 50,1% eigendom zijn van een familie. Daarnaast moet ten minste één familielid actief zijn binnen de bestuurskamer van het bedrijf. Verder moet het bedrijf minimaal twee generaties bestaan.
Het aantal Europese bedrijven in de top 500 steeg van 224 in 2017 naar 230 in 2019. Deze groei wordt vooral veroorzaakt door nieuwkomers uit Duitsland. In Noord-Amerika – hier: de Verenigde Staten en Canada – is circa 30% van de top 500 gevestigd, wat neerkomt op een daling van 1% in vergelijking met 2017. In Azië bleef het aandeel onveranderd (19%).
Verder zijn er volgens het onderzoek net zoals in 2017 ook in 2019 twee bedrijven met een hoofdkantoor in Oceanië. In Afrika is het aandeel de afgelopen twee jaar eveneens niet gestegen of gedaald: nog steeds is dit continent de thuisbasis voor vier bedrijven uit de top 500. In Zuid-Amerika vond daarentegen een daling plaats (-9,1%): van 22 in 2017 naar 20 dit jaar.
Een familiebedrijf uit de top 500 heeft volgens de analyse van EY gemiddelde genomen een omzet van $14,9 miljard. Dit komt neer op een stijging van 9,6% in vergelijking met 2017, toen de gemiddelde omzet uitkwam op $13,6 miljard. Daarnaast hebben organisaties uit deze top 500 dit jaar gemiddeld genomen 48.920 werknemers en daarbovenop een gemiddelde bedrijfsleeftijd van circa 80 jaar. Verder zijn de meeste familiebedrijven in de rangschikking actief in de sector consumentenproducten (31%), gevolgd door de geavanceerde productie- en mobiliteitssector (24%), de ‘slimme’ infrastructuurindustrie (14%) en de energiesector (10%).
Bestuursstructuren
De onderzoekers van het accounts- en adviesbureau hebben ook gekeken naar de samenstelling van het bestuur van de verschillende familiebedrijven. Ze ontdekten dat vooral jongere bedrijven – denk aan nieuwkomers in de top 500 – vaker externe deskundigen op topposities hebben zitten. “Nieuwere, jongere bedrijven maken vaker gebruik van de expertise en perspectieven van externe bestuurders van buiten de familie”, vertelt Marnix van Rij, Global Family Business Leader van EY. “Dat is niet zo opmerkelijk, want jongere bedrijven hebben ook minder familieleden op de werkvloer in vergelijking met familiebedrijven die al drie of vier generaties bestaan.”
Binnen de bestuurskamer zijn doorgaans betrekkelijk weinig familieleden te vinden. Zo bestaat een bestuur van een organisatie uit de top 500 gemiddeld genomen voor 28,3% uit familieleden. Daarvan is maar liefst 80% een mannelijk familielid. Jongere bedrijven hebben iets meer vrouwelijke familieleden binnen de bestuurskamer (29,4%), maar deze organisaties hebben in z’n algemeenheid op het bestuursniveau wat minder familieleden die de dienst uitmaken (23,1%).
Lees ook: Familiebedrijven met ondernemende cultuur innoveren beter.