Anderson MacGyver helpt Hogeschool Utrecht bij digitale strategie 2020
Het hoger onderwijs staat vanwege technologische en maatschappelijke veranderingen aan de vooravond van een verregaande digitalisering. Met de strategische koers 2020 als kader ontwikkelde de Hogeschool Utrecht in samenwerking met de experts van Anderson MacGyver een digitale strategie en een roadmap om deze te realiseren. Eén van de pijlers in die strategie is het ontwikkelen van een leeromgeving die klaar is voor individueel en vraag-gedreven onderwijs.
“We zijn ontstaan door fusies en met ruim 35.000 studenten een van de grotere hogescholen van Nederland. We kennen een grote diversiteit aan studies: van zeer technisch tot sociaal-maatschappelijk”, vertelt Eric van den Bos, Directeur ICT van de Hogeschool Utrecht (HU). “Als onderwijsinstelling hebben we te maken met invloeden vanuit politiek en samenleving. Denk aan de discussie over tekorten aan mensen in bijvoorbeeld de techniek en zorg, maar ook ten aanzien van onderwijsfinanciering. Een individueel leerbudget kan leiden tot een kanteling van aanbod- naar vraag-gedreven onderwijs. Geheel in lijn met de trend dat de gebruiker steeds meer zelf de regie heeft.”
Digitale transformatie
Naast de veranderingen van buitenaf waarmee de HU confronteert wordt, is in de loop der jaren ook binnen de organisatie zelf het nodige veranderd: “Onze facultaire structuur heeft de afgelopen jaren plaatsgemaakt voor instituten, waarbij horizontale samenwerking tussen opleidingen wordt bevorderd en de verbinding met de beroepspraktijk wordt geborgd. Daarnaast zijn vier kenniscentra rond specifieke thematieken ingericht, waar de lectoraten zijn ondergebracht en waar toegepast onderzoek wordt opgepakt in verbinding met beroepspraktijk en onderwijs. Digitalisering van onderwijs en onderzoek is hierbij in toenemende mate een vanzelfsprekendheid”, aldus Van den Bos.
Hij legt uit in hoeverre digitalisering een aanpassing van de strategie van de hogeschool vereist: “Studies komen in binnen- en buitenland in toenemende mate online beschikbaar, zodat studenten meer en meer zelf de regie krijgen over het te volgen onderwijs. Door het stapelen van ‘micro credentials’ kunnen ze in sommige landen reeds een master of een bachelor samenstellen.” Hoewel het nog de vraag is hoe dit zich verder ontwikkelt, met name in de Nederlandse context, sorteert de HU voor op meer gepersonaliseerd en flexibel onderwijs, zegt Van den Bos: “Dat gebeurt onder meer op basis van gestandaardiseerde studie-eenheden maar ook door flexibilisering van leerroutes en het ‘verblenden’ van onderwijs. Naast het klassikale onderwijs worden cursussen meer en meer ook digitaal aangeboden.”
Die ontwikkelingen hebben invloed op de ondersteuning vanuit de IT: “Binnen de geschetste dynamiek trad ik drie jaar geleden aan als ICT-directeur, met de opdracht om de digitalisering naar een hoger volwassenheidsniveau te brengen”, vertelt Van den Bos. “De ICT-afdeling kenmerkte zich door goed beheer en een grote mate van hulpvaardigheid, maar de structuur en toekomstvisie ontbraken. De ICT-functie zat niet aan tafel bij de gebruiker en vormde bij veel initiatieven het sluitstuk.” Hij geeft een voorbeeld: “Zo is het hoofdgebouw enkele jaren geleden gemoderniseerd en ingericht op flexwerken, maar er was nauwelijks nagedacht over de digitale mogelijkheden om het duurzamer en breder inzetbaar te krijgen, en de mensen beter vindbaar en bereikbaar te maken.”
Mede daardoor moest er volgens Van den Bos meer structuur komen in de aanpak en inzet van digitale middelen: “Mijn eerste agendapunt destijds: de ICT-dienst ‘in control’ te laten komen. We zijn daarbij vanwege het grote belang voor de HU als een aparte dienst gepositioneerd. Daarnaast moesten we ‘reconnecten’ met zowel de gebruikers, van onderwijs én onderzoek, als wel met de diverse ontwikkelingen en ecosystemen in de buitenwereld.” Hij geeft aan dat, naast het optimaliseren en standaardiseren van de digitale basisvoorzieningen, er nog een ander belangrijk speerpunt in het spel was (en is): “We hebben het dan over de digitale vernieuwing en over het versnellen van innovatie.”
Hij licht toe waar dit in de praktijk op neerkomt: “Ten aanzien van de ‘systems of records’ is HU-breed sterk ingezet op standaardisatie en harmonisatie. Tegelijkertijd speelde de versnelling van de digitale vernieuwing mee – de systems of differentiation en innovation, waarbij verbinding tussen onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk het uitgangspunt was. Denk daarbij aan de realisatie van digitale communities.” Van den Bosch benadrukt de complexiteit van de speerpunten: “Dit alles vroeg om een coherente digitale strategie. Die is binnen de HU tot de Digitale Agenda gedoopt, waarbij de student nadrukkelijk centraal is gesteld.”
“Zowel het verhaal als de manier waarop Anderson MacGyver zich presenteerde, was erg overtuigend.”
– Eric van den Bos
Aan de slag
“We zochten in 2016 naar een partij die ons bij de formulering van de Digitale Agenda kon ondersteunen”, vervolgt Van den Bos. “Deze moest kennis hebben van zowel onderwijs als de brede IT-ontwikkelingen. Verder moest er een brug geslagen worden naar de mensen binnen de diverse opleidingsgebieden. Drie partijen waren uitgenodigd om een aanpak te presenteren die moest passen binnen de doelstellingen voor 2020 en de verdere toekomst. Zowel het verhaal als de manier waarop Anderson MacGyver zich presenteerde, was erg overtuigend.”
Eind 2016 kreeg Anderson MacGyver groenlicht van de Hogeschool Utrecht om de digitale strategie – op basis van de strategie voor 2020 – te gaan ontwikkelen. “Het proces was erg gericht op samenwerking met studenten, onderzoekers en docenten”, legt Van den Bos uit. “We zijn gestart met het lezen van rapporten over onderwijs, onderzoek en de beroepspraktijk.”
In december 2016 en januari 2017 startten de experts van Anderson MacGyver met grondige deskresearch. “In totaal zijn ruim honderd notities, rapporten en documenten van de HU bestudeerd”, aldus Van den Bos. “Vervolgens vond ook toetsing en verdieping van de deskresearch resultaten plaats in interviews met de leden van het college van bestuur en stakeholders uit drie clusters: onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering. Dit gaf een eerste inzicht in activiteiten, informatiestromen en applicaties en stelde kaders vast voor de verschillende workshops. De workshopcyclus startte met een gezamenlijke kick-off met participanten uit de drie clusters.”
Vervolgens is op basis van de eerste onderzoeksresultaten de ontwikkeling gestart van een zogenaamd Operating Model Canvas (OMC). Dat was volgens Van den Bos een goede zet: “Het Canvas-model maakte erg inzichtelijk hoe een toekomstig operationeel en businessmodel eruit zou kunnen zien, omdat de samenhang der dingen op die manier transparant werd. In onze wisselwerking is uiteindelijk een kantelpunt gecreëerd waardoor de beoogde digitalisering echt een onderwerp van belang is geworden, ook op het niveau van het college van bestuur. De digitale leeromgeving is nu een van de strategische prioriteiten geworden.”
Daarvoor is Van den Bos de experts van Anderson MacGyver zeer dankbaar: “Ze hebben een goed gevoel voor de politieke en organisatorische verhoudingen hier. Met name aan de kant van onderwijs en onderzoek was men onder de indruk. Anderson MacGyver werd gezien als een partij die de daar reeds aanwezige visie onderstreepte.” Met de nieuwe digitale strategie ziet hij de komende jaren met vertrouwen tegemoet: “Het hoger onderwijs staat vanwege technologische en maatschappelijke veranderingen aan de vooravond van een verregaande digitalisering. Met een leeromgeving die klaar is voor individueel en vraag-gedreven onderwijs kunnen wij daar inmiddels op inspelen, mede dankzij de specialisten van Anderson MacGyver.”
Lees meer over deze klantcasus in het jubileumboek van Anderson MacGyver. Hierin beschrijft het consultancybureau zijn visie op digitale transformatie en hoe zijn klanten dit succesvol in de praktijk toepassen. Het boek bevat naast de mooie klantcasus van de Hogeschool Utrecht, casussen van Allinq, PostNL, Univé, Silex en Royal FloraHolland.