Administratieve belasting zorgprofessionals opnieuw toegenomen
Zorgprofessionals hebben er de afgelopen jaren niet minder, maar juist meer administratieve taken bij gekregen. Die ontwikkeling gaat in tegen beloftes van de Rijksoverheid. Inmiddels besteden zorgprofessionals in de langdurige zorg 31% van hun tijd aan administratieve kwesties. Dat komt neer op circa 110.000 voltijdsbanen, wat overeenstemt met ruim €5 miljard. Dit is niet bepaald bevorderlijk voor het verhelpen van het chronisch personeelstekort in de sector.
In maart 2018 ontving Bruno Bruins, minister voor Medische Zorg, een document van zorgverleners met daarin “tweeënzestig schrappunten”, aldus Willem Veerman, huisarts en bestuurslid van de Nederlandse vereniging voor zorgverleners (VvAA): “Minder regels, minder bureaucratie en daardoor meer tijd voor de patiënt.” Bruins reageerde destijds constructief: “Er liggen tientallen concrete ideeën op tafel om het werken in de zorg eenvoudiger te maken zodat de patiënt de tijd kan krijgen die ze verdient. […] Het kan en het moet: minder regels in de zorg.”
Enige tijd later – in mei 2018 – publiceerde het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport (VWS) een lijst met regels die geschrapt kunnen worden. Op het eerste gezicht lijkt dat goed nieuws. Verschillende kabinetten proberen echter al sinds 2010 wat te doen aan de wirwar aan regels in de zorgsector, en de positieve effecten van die inspanningen blijven tot op heden uit. Dit blijkt uit onderzoek van Berenschot waaraan 5.700 zorgprofessionals uit de langdurige zorg deelnamen. Tussen 2016 en 2018 nam de feitelijke tijdsbesteding aan administratieve taken zelfs toe, van 25% naar 31%. In de geestelijke gezondheidszorg gaat het momenteel zelfs om 34%.
De hoeveelheid werktijd die op dit moment wordt besteedt aan administratieve kwesties kost de samenleving ruim €5 miljard, wat overeenkomt met circa 110.000 voltijdbanen, zegt Marvin Hanekamp, een van de onderzoekers van Berenschot: “Zorgprofessionals vinden 17% acceptabel. Als we ervan uitgaan dat dit ook echt noodzakelijk is, zou het verschil van 14% bijna €2,5 miljard, oftewel 50.000 voltijdbanen, kunnen opleveren. Deze tijd kan dan besteed worden aan directe zorg, zonder dat daarvoor extra personeel aangetrokken moet worden.”
Zorgwekkend
Het onderzoek van Berenschot laat bovendien een verband zien tussen de hoogte van de administratieve belasting en de werktevredenheid van zorgprofessionals. Zo neemt de werktevredenheid stapsgewijs af naarmate de administratieve belasting toeneemt. In het rapport is te lezen dat zorgprofessionals tevreden hun werk uitvoeren tot en met een administratieve belasting van 29%. Wat dat betreft is de feitelijke belasting (31%) zorgwekkend. Daarbovenop is een vergelijkbaar verband gevonden tussen de administratieve belasting en vertrekintentie. Een belasting hoger dan 32% geldt voor zorgprofessionals als reden om ontslag te nemen.
Deze ontwikkelingen verhelpen het chronische personeelstekort in sector allerminst. Op dit moment zijn er circa 30.000 open vacatures in de zorg. Volgens een schatting van Berenschot kan dit aantal de komende jaren zomaar verviervoudigde. Hugo de Jonge, minister van VWS, is zich bewust van een eventueel rampscenario: “Als we niets doen, dan hebben we straks een tekort van 125.000 mensen in de zorg. Er werken nu 1,2 miljoen mensen in de zorg. Dat zou betekenen dat één op de tien plekken niet is vervuld. Dat ga je echt merken. Dat kunnen we ons niet veroorloven.”
De in mei gepresenteerde plannen van het ministerie van VWS moeten dat scenario voorkomen. Hanekamp benadrukt echter dat het doorvoeren van de schrappunten ontoereikend is: “Het begint inderdaad met het herkennen en schrappen van de onnodige administratie. Maar, maak vervolgens ook duidelijk waarom de resterende administratieve taken wél nodig zijn. Richt die processen daarna slimmer in en ondersteun dit door middel van gebruiksvriendelijke software. Laat daarnaast eveneens zien waar en waarom zaken al wel goed gaan. Goede voorbeelden blijven namelijk vaak onderbelicht. Jammer, want daarvan kan men leren.”