Roland Berger bekijkt opties voor goedkope Parijs – Londen treinen
Getlink, het bedrijf dat de Kanaaltunnel exploiteert, wil een alternatief voor de welbekende Eurostartrein tussen Londen en Parijs lanceren. De organisatie heeft Roland Berger ingehuurd om de impact van 25% tot 30% goedkopere tickets te onderzoeken. De daarvoor benodigde kostenbesparing zou kunnen worden behaald door het Parijse treinstation Roissy-Charles-de-Gaull te verbinden met station Londen Startford.
In de toekomst zouden goedkopere treinen tussen Parijs en Londen gaan pendelen. Dat blijkt uit een onderzoek van Roland Berger in opdracht van GetLink, een Frans-Brits bedrijf dat de Kanaaltunnel exploiteert. In de studie van het adviesbureau komt naar voren dat er op jaarbasis circa vijf miljoen extra passagiers door de tunnel zouden reizen, mocht een treindienst worden aangeboden tussen Roissy-Charles-de-Gaulle (CDG) en London Startford. Dit traject is in vergelijking met de huidige route ongeveer 30% goedkoper. Naar aanleiding van het onderzoek, laat Jacques Gounon – CEO van Getlink – weten dat de opening van een Frans-Britse goedkope treindienst “het verkeer in de Kanaaltunnel met 58% zou doen toenemen”.
Concreet beveelt de eindrapportage van zo’n honderd pagina's een model aan dat vergelijkbaar is met dat van de Ouigo- of Izy-treinen; de goedkope versies van de SNCF – de Franse nationale spoorwegmaatschappij – en de Thalys. Deze prijsgerichte formule kan betrekkelijk eenvoudig worden overgenomen. Een bedrijf hoeft namelijk slechts het vertrek en de aankomst te plannen van en naar afgelegen stations en een beroep te doen op oudere treinsporen, die minder snel maar wel goedkoper zijn omdat de toltarieven daarvan lager liggen.
Volgens de adviseurs van Roland Berger zou deze aanpak een kostenbesparing van 25% tot 30% kunnen opleveren, wat consumenten vervolgens zullen terugzien in hun ticketprijzen. Tegenover dit financiële voordeel staat wel wat extra reistijd: de Eurostar doet zo’n 2 uur en 20 minuten over het ritje, terwijl de goedkopere trein ruim 3 uur nodig heeft om van de Franse naar de Britse hoofdstad te reizen.
In het onderzoek zijn verschillende routes onder de loep genomen. Naar voren komt dat het station Roissy-CDG en het Stratford-station in Londen de meest geschikte eind- en beginpunten van het treintraject zijn. Daarnaast is er ook onderzoek gedaan om de Britse hoofdstad per trein met andere Europese steden – zoals Bordeaux, Frankfurt en Genève – te verbinden.
Gounon geeft te kennen zich te kunnen vinden in de geselecteerde stationslocaties: “De oprichting van de Charles-de-Gaulle Express [een project om de luchthaven Parijs-CDG en de stad Parijs per spoor met elkaar te verbinden] als onderdeel van het grote Parijse vervoersnetwerk en de aanwezigheid van douanebeambten op de luchthaven, maken van Roissy-CDG een toonaangevende bestemming voor goedkoper internationaal treinverkeer. Aan de Britse kant is het Stratford-station sinds de Olympische Spelen van 2012 verbonden met het openbaar vervoersnetwerk, wat zeer snelle toegang verschaft tot het Londense stadscentrum.”
Compatibiliteitsprobleem
Gounon laat weten dat geïnteresseerde reizigers nog wel even geduld zullen moeten hebben. Hoewel het plan solide lijkt, zal de feitelijke implementatie nog wel even op zich laten wachten, zegt Gounon: “De studie laat zien dat binnen tien jaar vijf miljoen nieuwe passagiers gebruik moeten kunnen maken van dit railaanbod, zonder dat er rekening is gehouden met de natuurlijke groei van de markt. De implementatie van spoorwegprojecten neemt nog altijd extreem veel tijd in beslag. Als een bedrijf begint aan een goedkope treindienst tussen Parijs en Londen, duurt het minstens achttien maanden voordat de eerste trein op dat traject vertrokken is.”
Deze anderhalf jaar zou wel kunnen worden verkort tot zes maanden in het geval dat ook Eurostar begint met het stunten met ticketprijzen of met het aanbieden van goedkopere alternatieven. Op dit moment weet echter niemand wie marktleider zal worden binnen dit deel van de treinmarkt. Naast GetLink worden ook andere namen genoemd, zoals het Frans-Belgische Thalys, het Italiaanse Italo, het Britse Virgin en de SNCF met een nieuw low-cost merk.
De ontwikkelingen binnen het treinproject kunnen daarnaast nog worden beïnvloed door de mogelijke effecten van de brexit. Met een ‘harde brexit’, die steeds waarschijnlijker lijkt te worden, zou reizen tussen de UK en Frankrijk in 2019 nog wel eens moeizamer kunnen worden dan nu het geval is. Hoewel Gounon verwacht dat de uiteindelijk wijze van het Britse vertrek uit de Europese Unie (EU) op 29 maart volgend jaar invloed zal hebben op het project, blijft hij positief over het potentiële scenario: “Zelfs in het geval van een zware brexit, zal het verkeer zich tussen de EU en de UK blijven bewegen. Met een effectief treinaanbod tegen lage kosten zou die stroom zelfs kunnen intensiveren.”