Defensie uitgaven van Europa onder NAVO richtlijn, VS trekt de kar

21 november 2016 Consultancy.nl

Sinds de overwinning van Donald Trump in de Verenigde Staten staat het wereldwijde politieke landschap flink op z’n kop. Veel politieke leiders van landen en kopstukken uit het bedrijfsleven vrezen radicale veranderingen in Trump’s economische en politieke beleid. Een van Trump’s beoogde pijlers is flink snijden in de NAVO-bijdrage van de VS of ervoor zorgen dat Europese NAVO lidstaten hun defensiebudgetten fors opschroeven. “Europa moet zijn eigen broekriem ophouden op het gebied van defensie”, zei hij tijdens een van zijn campagnespeeches. Data toont aan dat Amerika de kar trekt en dat Europa, waaronder ook Nederland, zich al jaren niet aan de gestelde richtlijn houdt.

Opgericht in 1949 is de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) een internationale militaire alliantie. De lidstaten hebben ingestemd elkaar wederzijds te verdedigen, wanneer een lid door een externe partij wordt aangevallen. De NAVO bestaat vandaag de dag uit 28 landen, waarvan de meeste Europees zijn, behalve Canada en de VS. De NAVO wordt door zijn leden gefinancierd, waarbij ieder land (volgens de gemaakte afspraken) 2% van zijn BBP moet afdragen ten  behoeve van wereldwijde militaire operaties.

Militaire uitgaven van NAVO lidstaten

Uit een analyse van de research redactie van Consultancy.nl – op basis van data van de NAVO – blijkt dat tussen 2008 en 2009 voor het laatst een stijging in de militaire uitgaven van de NAVO zichtbaar was, toen deze van $1,065 biljoen stegen naar $1,077 biljoen. In de afgelopen zes jaar echter zijn de militaire uitgaven van de NAVO elk jaar structureel gedaald – tussen 2009 en 2015 namen de uitgaven met bijna een vijfde af, van $1,077 biljoen in 2009 naar $871 miljard in 2015*. Onder meer de crisis vanaf 2008 en de beëindigde oorlogen in Irak en Afghanistan lagen ten grondslag aan de lagere militaire uitgaven van zowel de Amerikaanse als Europese NAVO lidstaten.

Wat niet veranderd is, is dat Noord-Amerika, en dan vooral de Verenigde Staten, sinds jaar en dag het leeuwendeel van de NAVO defensie-uitgaven voor zijn rekening neemt. Zeker sinds de aanslagen van 11 september 2001 is de kloof tussen de uitgaven van de VS en Europa steeds groter geworden, waarbij Amerika zijn anti-terrorisme uitgaven flink heeft opgeschroefd. In 2015 gaf de VS zo'n $600 miljard uit aan NAVO defensie, goed voor bijna 70% van de totale uitgaven. Europa spendeerde ongeveer $253 miljard aan het respectievelijke militaire budget.

De 2% norm

Sinds de oprichting van de NAVO is de zogeheten 2% richtlijn van kracht, die voorschrijft dat iedere NAVO lidstaat op de lange termijn 2% van zijn BBP uitgeeft aan het NAVO defensiebudget. Deze inspanning is volgens experts nodig om een moderne militaire krijgsmacht te kunnen voeren. De data toont echter aan dat Europese NAVO lidstaten zich al jarenlang niet aan deze afspraak houden. Kwamen de gemiddelde Europese (NAVO) defensie uitgaven in 2008 al uit op slechts 1,69% van het BBP, zo was dit het afgelopen jaar nog maar 1,43%. Ter vergelijking, de VS spendeerde in 2008 4,67% van hun BBP aan de NAVO defensie-uitgaven en in 2015 nog altijd 3,37%, ruim boven de 2% norm.

Militaire uitgaven als procent van bruto nationaal product

De Amerikaanse President Barack Obama uitte de afgelopen jaren al meerdere malen kritiek richting de Europese NAVO lidstaten voor het niet naleven van de norm, en ook zijn Republikeinse opvolger, Donald Trump, heeft al tijdens zijn campagne in niet mis te verstane bewoordingen laten doorschemeren dat hij eist dat Europa meer geld laat vloeien naar defensie. Trump dreigt bovendien dat hij de Amerikaanse budgetten zou terugschroeven mocht Europa zich niet van haar goede kant laten zien.

Toch zijn er, kijkend naar de afzonderlijke EU lidstaten, ook Europese landen die wel de 2% norm halen, waaronder Griekenland, Estland en Polen.

Nederland

Ons eigen land (een van de medeoprichters van de NAVO) is met een huidige NAVO-bijdrage van 1,16% van het BBP, ver verwijderd van de 2% norm. En hoewel Nederland zijn defensie-uitgaven het afgelopen jaar heeft opgevoerd, nadat het vorige kabinet zo’n €1 miljard aan besparingen binnen defensie had doorgevoerd, blijft onze NAVO bijdrage als percentage – doordat ons BBP sneller stijgt dan onze defensie-uitgaven – wel dalen. Naar verwachting zal onze bijdrage rond 2020 nog slechts 1,08% bedragen, bleek eerder dit jaar uit een NAVO rapport.

Militaire uitgaven van NOVO lidstaten

Er heerst binnen de NAVO al langer specifieke kritiek op Nederland – volgens de organisatie schiet ons land tekort in met name de kwantitatieve bijdragen ten aanzien van de landmacht. “De kwaliteit van de landstrijdkrachten wordt niet langer gecompenseerd door het gebrek aan kwantiteit”, viel te lezen in het rapport, dat verder concludeerde dat Nederland “niet in staat is alle gevraagde bijdragen op land te leveren, wat mogelijk de last op bondgenoten vergroot.”

De politiek heeft de afgelopen weken voorzichtig laten doorschemeren dat defensie hoger op de agenda komt te staan in de komende regeringsperiode. Bijna alle partijen (alleen de SP, GroenLinks en DENK zijn tegen) vinden dat er de afgelopen jaren te veel is bezuinigd. Minister Hennis zei onlangs dat zij vindt dat er, verspreid over een aantal jaar, tussen de €2 en €3 miljard extra naar defensie moet.

Gerelateerd: Wereldwijde uitgaven aan defensie en wapens naar $1,7 biljoen.

* Een zelfde conclusie kwam voort uit een onderzoek uit 2015 van Roland Berger, naar de NAVO-bijdragen van de vijf grootste Europese landen (de EU5: Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland en de UK). Daaruit bleek dat tussen 2000 en 2013 de defensiecapaciteit in aantallen zowel qua mankracht als gevechtsmateriaal enorm was gedaald.