Samenwerking met sociaal ondernemers interessant voor gemeenten
De overheid is steeds minder uitvoerder en bepaler en wordt volgens velen steeds meer regisseur. In lijn met bezuinigingen en de drie decentralisaties treden gemeenten terug en laten steeds meer taken over aan burgers en bedrijven. Maar dit blijkt lastig. Een van de manieren om hiermee om te gaan, is door meer ruimte te bieden aan social enterprises, ofwel sociale ondernemingen. “Want de afgelopen tijd hebben zij bewezen een spil te zijn in de veranderende samenleving”, ziet Joost Clarenbeek, adviseur bij KplusV.
De laatste en komende jaren stond en staat er veel te gebeuren in het publieke domein in Nederland. Via onder meer de drie decentralisaties is de verantwoordelijkheid voor jeugdzorg, werk en inkomen, burgerparticipatie en maatschappelijke ondersteuning verplaatst van de rijksoverheid naar gemeenten. Omdat zij niet voldoende capaciteit hebben om al deze taken op zich te nemen, vragen zij burgers en bedrijven mee te denken en mee te doen in maatschappelijke vraagstukken. “De rol van de overheid verandert. Van uitvoerder en bepaler naar – volgens velen – regisseur”, aldus Joost Clarenbeek, die eerder in 2016 KplusV versterkte als adviseur.
In de rol van regisseur is de overheid niet langer de enige en bepalende speler in het publieke domein. Burgers spelen een steeds belangrijkere rol, vertelt Clarenbeek: “Hoe je als gemeente burgers betrekt, is al aardig uitgekristalliseerd.” Een andere, minder ontgonnen ontwikkeling op dit gebied is de opkomst van sociaal ondernemerschap. “Door alle veranderingen op het gebied van werk, participatie, welzijn en zorg is het slim, noodzakelijk zelfs, dat de publieke sector de handen ineenslaat met bijvoorbeeld sociaal ondernemers, zodat zij samen impact kunnen realiseren.”
De reden om te gaan samenwerken met sociaal ondernemers, ligt in de missie die zij hebben met hun onderneming, legt Clarenbeek uit. “De primaire missie van deze ondernemers is om maatschappelijke meerwaarde te creëren. Zij willen bijdragen aan de oplossing voor een maatschappelijk probleem.” Als voorbeelden noemt hij ondernemingen die zich inzetten voor duurzame arbeidsre-integratie, een beter milieu of lagere zorgkosten. “Net als bij elk ander bedrijf speelt ook ‘profit’ mee, en dus een businesscase en verdienmodel. Want winst maken is noodzakelijk om continuïteit en groei te verwezenlijken”, vervolgt Clarenbeek. “Dit is echter geen hoofddoel, maar een middel om ‘people’ en ‘planet’ centraal te stellen.”
Omdat gemeenten minder geld beschikbaar hebben, is het volgens Clarenbeek cruciaal dat zij hun maatschappelijke dienstverlening effectiever en efficiënter organiseren. "En dat is alleen mogelijk wanneer zij samenwerkingen aangaan met anderen, met burgers of bedrijven. Op dit moment ontstaan allerlei programma’s en samenwerkingen om sociaal ondernemerschap te bevorderen. Zoals de Social Impact Factory*. In dit soort platforms werken gemeenten en sociaal ondernemers nauw samen aan innovatieve antwoorden voor maatschappelijke vraagstukken.”
Desondanks zijn bij veel gemeenten de sociaal ondernemers nog onvoldoende in beeld. Jenny den Hertog, collega van Clarenbeek, vindt het vooral zaak dat gemeenten een faciliterende rol gaan spelen om zo sociaal ondernemerschap de ruimte te geven. “Waar burgers en bedrijven de ruimte krijgen, worden maatschappelijke vraagstukken vaak praktischer en innovatiever beantwoord”, zegt zij. “Als faciliterende gemeente zorg je er dan voor dat de randvoorwaarden aanwezig zijn om impact te creëren. Ook én vooral voor sociaal ondernemers. Samenwerking en gelijkwaardigheid zijn hierbij cruciaal.”
Om gemeenten te helpen bij het innemen van deze faciliterende rol, heeft KplusV een stappenplan opgesteld. In acht stappen krijgen gemeenten houvast bij het worden van een ‘social enterprise-vriendelijke gemeente’. Het is in de woorden van Den Hertog: “Geen blauwdruk voor hoe het moet, maar een stappenplan om samen met bedrijven te werken aan social enterprise-vriendelijk beleid én -gedrag.” De acht stappen luiden:
- Benoem de voortrekker(s) en organiseer bestuurlijk draagvlak;
- Breng de sleutelpersonen bijeen en doe een nulmeting;
- Ontwikkel een integrale gemeentelijke visie;
- Toets je visie bij de relevante stakeholders;
- Pas het beleid aan op basis van je visie;
- Veranker het beleid in de gemeentelijke organisatie;
- Organiseer passende netwerken en samenwerking;
- Monitor op impactvergroting.
De adviseurs sluiten af met de boodschap: “Het is de hoogste tijd voor beide partijen om elkaar te vinden en versterken. Want hun doelen zijn vaak gelijk: maatschappelijke meerwaarde bieden, van economische waarde zijn en de overheidsinvesteringen verminderen.”
* KplusV werkt samen met de Social Impact Factory en mag zich per 1 oktober Factory Partner noemen. Samen initiëren zij projecten om sociaal ondernemers en overheden te ondersteunen.