World Expo 2025 zou Rotterdam en Rijk miljoenenverlies opleveren
Vijftig miljoen bezoekers en een economische impuls van circa €40 miljard, dat waren de verwachtingen van VNO-NCW en Stichting World Expo Rotterdam 2025 voor een editie van de Wereldtentoonstelling in Rotterdam in 2025. Uit onderzoek blijkt echter dat het organiseren van een World Expo in Rotterdam mogelijk zal leiden tot een negatief resultaat van €500 miljoen tot bijna €1 miljard. Dat verlies zou voor een groot deel door het Rijk gedragen moeten worden, reden voor het Kabinet om de plannen af te wijzen.
De eerste Wereldtentoonstelling werd georganiseerd in 1851 in Londen, onder de naam ‘The Great Exhibition’. De tentoonstelling duurde een halfjaar en was het wereldwijde middelpunt van industriële innovatie, cultuur en geografische ontdekkingen.
Sindsdien zijn er talloze wereldtentoonstellingen georganiseerd, overal ter wereld waarbij vaak speciale gebouwen werden ontworpen voor de tentoonstelling. Onder meer de Eiffeltoren in Parijs en het Atomium in Brussel zijn bekende bouwwerken die om die reden gebouwd zijn. De organisatie van de wereldtentoonstellingen en de selectie van de locaties is sinds 1928 in handen van het Bureau International des Expositions.
Vanuit het Nederlandse bedrijfsleven ontstond er de afgelopen jaren een beweging om de World Expo, zoals de Wereldtentoonstelling tegenwoordig vaker genoemd wordt, in 2025 naar Rotterdam te halen. Vanuit de Stichting World Expo Rotterdam 2025 werd onder meer een business case opgezet, gelobbyd bij overheden en werden er partners verzameld die zich achter het initiatief wilden scharen.
De gemeenteraad van Rotterdam gaf aan de plannen voor een World Expo in Rotterdam te steunen. Ook onder bedrijven bleek de animo groot en al gauw kon het initiatief rekenen op steun van alle grootbanken (ING, Rabobank en ABN AMRO), grote Nederlandse bedrijven (Philips, AkzoNobel, Van Oord, KPN en KLM) en ook spelers uit de adviesbranche en zakelijke dienstverlening, zoals KPMG, EY en Royal HaskoningDHV, verbonden zich als partners aan de stichting.
Bruno Jelgerhuis Swildens, Partner Transaction Support bij EY in Rotterdam, over waarom EY de stichting steunt: “Nederland heeft de wereld veel te bieden als het gaat om duurzaamheid. Dat zouden we meer moeten uitdragen en Expo 2025 is daar een uitstekend podium voor.”
KPMG bestuurslid Han van Delden ziet Nederland als een bron van ‘nuttige kennis’ op het gebied van duurzaamheid: “De wereldbevolking trekt massaal naar de steden en de uitdaging zal zijn om dit op een duurzame en verantwoorde wijze te ondersteunen. Vanuit een internationaal perspectief kun je Nederland beschouwen als één grote ‘low density’ stad. Wij laten hier zien dat je met heel veel mensen in een klein gebied op een aangename en verantwoorde manier kunt leven.”
Ook werkgeversorganisatie VNO-NCW verbond zich aan de stichting. Hans de Boer, voorman van VNO-NCW, deelde onlangs de verwachting dat een World Expo in Rotterdam in 2025 een hoop voordelen met zich mee zou brengen. Niet alleen gaf hij de verwachting dat de tentoonstelling zo’n vijftig miljoen bezoekers zou trekken met een kostenraming van zo’n €4 miljard, ook sprak hij de verwachting uit dat het evenement zou zorgen voor een economische impuls van circa €40 miljard en voor zo’n 50.000 nieuwe banen.
Miljoenenverlies
Uit recent onderzoek van SEO Economisch Onderzoek blijkt dat de uitgesproken verwachtingen mogelijk aan de hoge kant zijn. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Economische Zaken in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu en het ministerie van Buitenlandse Zaken, en betrof een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA).
Met de integrale analysemethodiek werden de kosten en baten van meerdere bezoekersscenario’s in kaart gebracht, variërend van 11,8 miljoen tot 26,7 miljoen unieke bezoekers. Hierbij hanteerde het onderzoeksbureau 17,3 miljoen als meest realistische scenario – de meer optimistische scenario’s gaan er van uit dat meer dan de helft van de Nederlandse inwoners de Expo zou bezoeken en er tijdens het evenement in zes maanden tijd ongeveer evenveel buitenlandse bezoekers naar Nederland zouden komen als nu in een heel jaar.
Op basis van het meest realistische scenario, maar zelf ook bij het beste scenario, is de uitkomst van de MKBA hoogstwaarschijnlijk negatief, stellen de onderzoekers. Volgens de analyse wegen de baten niet op tegen de kosten, wat naar verwachting zal resulteren in een negatief saldo van tussen de €500 miljoen en €1 miljard.
Zo vraagt het evenement om extra investeringen in de Rotterdamse infrastructuur – geschat op een negatief resultaat van €500 miljoen tot €800 miljoen – waarvoor dekking ontbreekt, en heeft de Expo waarschijnlijk een negatief effect van ruim €300 miljoen tot ruim €600 miljoen op de Rijksbegroting. In deze raming is nog geen rekening gehouden met de kosten op het gebied van veiligheid en risicobeheersing. Deze kosten zijn naar verwachting hoog, maar lastig in te schatten, mede door het enorme formaat van het evenement.
Door de negatieve uitkomst van het onderzoek heeft het Kabinet besloten geen steun te verlenen aan het voorstel van Stichting World Expo Rotterdam 2025, en heeft Nederland niet aangemeld bij het Bureau International des Expositions. Dat bleek uit de recente Kamerbrief van minister Henk Kamp van Economische Zaken.
Wel geeft Kamp aan: “De ambitie en het enthousiasme van het Nederlandse bedrijfsleven om samen met overheden te werken aan een aansprekend project met een grote betekenis voor ons land, spreekt het kabinet zeer aan. Daarom zoekt het kabinet naar alternatieve mogelijkheden om een dergelijk project of programma vorm te geven, samen met het bedrijfsleven verenigd via VNO-NCW.”
Leendert Bikker, ondernemer en een van de initiatiefnemers van World Expo Rotterdam 2025, is niet te spreken over het besluit van het kabinet. “Het besluit van de Nederlandse regering om Expo 2025 niet te steunen toont het verschil tussen ‘lef’ en ‘laf’. Ja, het Kabinet omarmt de partijen die voorop willen lopen in de economische transitie. Maar nee, het lef ontbreekt om daar dan ook voluit in mee te investeren. Een gemiste kans en een grote tegenslag voor al die partijen die zich in de afgelopen twee jaar met hart en ziel hebben ingezet om Nederland met een groots programma op voorsprong te zetten.”
Ook VNO-NCW betreurt het besluit. Directielid Sigrid Verweij liet weten teleurgesteld te zijn dat het kabinet Rotterdam niet kandidaat heeft willen stellen.