Nederlandse familiebedrijven zorgen voor meer werkgelegenheid
Familiebedrijven in ons land ontwikkelen zich tot een ‘banenmachine’. In de afgelopen jaren hebben ze voor aanzienlijk meer werkgelegenheid gezorgd dan het landelijk gemiddelde.
Uit de meest recente data van het CBS blijkt dat bijna 70% van alle Nederlandse ondernemingen bestaat uit familiebedrijven. Samen zorgen zij voor meer dan de helft van de werkgelegenheid en voor meer dan de helft van het bruto nationaal product.
Uit nieuw onderzoek van accountants- en advieskantoor PwC blijkt dat familiebedrijven niet alleen in termen van volume, maar ook als het gaat om economische groei, een belangrijke rol spelen. Zo hebben familiebedrijven met meer dan 100 werknemers in de periode 2010-2014 maar liefst 8% meer nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd, vergelijking met een gemiddelde daling van 0,4% voor overige ondernemingen. “Een schrijnend contrast”, aldus PwC-partner Renate de Lange.
Berekend over de periode 2009-2014 was de stijging van het aantal banen bij familieondernemers nog veel groter, namelijk 19%. Landelijk bleef de groei in dat tijdvak steken bij 1,6%, aldus de onderzoekers. Bijkomend voordeel is dat familiebedrijven in het kader van hun MVO doelstellingen eerder geneigd zijn zich in te zetten voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De Lange: “Juist voor deze kwetsbare groep is een grote behoefte aan arbeidsplaatsen.”
De Lange spreekt van een “opvallende banengroei” binnen het familiebedrijven segment, en voegt daaraan toe dat er verschillende factoren ten grondslag liggen aan de prestaties. Zo hebben familiebedrijven in de regel een sterkere langetermijnvisie, en presteren ze verhoudingsgewijs beter als het gaat om innovatie en R&D.
Uit eerder onderzoek blijkt dat het familiebedrijven steeds meer lukt om hun stoffige imago op te poetsen. Volgens Nyenrode Business Universiteit, Baker Tilly Berk, ING en NPM Capital levert een positionering als familiebedrijf anno 2016 een positieve impuls aan het imago.