Mobiliteitsaanpak Blok nog geen duurzame oplossing
De maatregelen die minister Blok voorstelt in zijn brief aan de Tweede Kamer om mobiliteit en flexibiliteit binnen het rijk te bevorderen zijn een stap in de goede richting. Voor een toekomstbestendige en wendbare rijksoverheid – het doel dat Blok nastreeft - is echter meer nodig.
Volgens minister Blok moeten de voorgestelde maatregelen de mobiliteit van de 110 duizend rijks-ambtenaren vergroten. Breed inzetbare ambtenaren hebben volgens de minister een bredere blik, zijn tevredener over hun werk en hebben een betere positie op de arbeidsmarkt. Dat klopt helemaal, maar daarmee raakt hij de essentie van een toekomstbestendige en wendbare rijksoverheid onvoldoende.
In de brief blijft een essentiële vraag onbeantwoord: Welke competenties - kennis en kunde - heeft de rijksoverheid nodig om ook in de toekomst te voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij? En hoe zorg je ervoor dat je op het juiste moment over deze competenties kunt beschikken? Niet alleen de brede inzetbaarheid van ambtenaren, maar ook het flexibel kunnen benutten van specifieke competenties zowel binnen als buiten het rijk – bijvoorbeeld vanuit universiteiten, startups, freelancers - bepalen de toekomstbestendigheid van de rijksoverheid.
Een toekomstbestendige rijksoverheid heeft mensen nodig met diepgaande vakkennis, die door hun jarenlange ervaring bijdragen aan het oplossen van complexe vraagstukken. Het stimuleren van mobiliteit kan zoals de minister aangeeft daarom geen doel op zich zijn. Het afdwingen van mobiliteit via contracten zou zelfs kunnen leiden tot het verdwijnen van vakkennis. Naast diepgaande vakkennis zal bij de rijksoverheid een toenemende behoefte zijn aan competenties die aansluiten op de actuele (technologische) ontwikkelingen en die nodig zijn om te komen tot creatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen van de 21ste eeuw. Voor deze competenties geldt dat deze uitermate geschikt zijn om op een flexibele manier te organiseren en verder te kijken dan alleen de eigen organisatiegrenzen.
In de toekomst werkt de ambtenaar niet meer op een functie gekoppeld aan een afdeling, maar wordt op basis van zijn competentie gevraagd voor het oplossen van een specifieke opdracht. Specifieke competenties, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, data-analytics, programmamanagement en het schrijven van beleid, worden benut vanuit een zogenaamde cloud, waarbij vraag en aanbod in een marktplaats bij elkaar komen. Uit onderzoek van Deloitte GovLab blijkt dat de private sector en Amerikaanse overheidsinstanties steeds vaker gebruik maken van deze cloud-oplossing. Ook bij Nederlandse bedrijven zie je deze oplossing steeds vaker. Succesvolle start-ups van tegenwoordig werken niet anders. Zij hebben geen personeel in dienst, maar gebruiken - via marktplaatsen als Kaggle en WorkUp - wereldwijd beschikbare competenties voor specifieke vraagstukken. Het is zaak om mee te gaan in deze trend, zodat werk gemaakt kan worden van de overheid van de toekomst.
Eén van de pijlers van minister Blok is het stimuleren van een transparante interne arbeidsmarkt- en personeelsbeleid. Dit is een doelstelling die goed aansluit bij de hierboven beschreven cloud-gedachte en waarvan I-Interim Rijk – een rijksbrede pool van i-professionals - een werkend praktijkvoorbeeld is. Deze pools werken echter niet optimaal, omdat de vraagzijde niet rijksbreed is opgezet, de schaalbaarheid qua aantallen professionals onvoldoende is en geen gebruik wordt gemaakt van kennis en kunde buiten de rijksoverheid. Dit belemmert de flexibiliteit die hard nodig is.
Huidige en nieuwe pools zullen rijksbreed (en wellicht overheidsbreed met een koppeling naar de markt) ingezet moeten worden. Daarnaast is het van belang om een marktplaats van vraag en aanbod te ontwikkelen, maar bovenal is het zaak inzicht te gaan krijgen in de benodigde competenties en de wijze waarop je de vraag naar competenties kanaliseert. Het nieuwe personeelsbeleid verandert daarmee van functie gerelateerd naar competentie gedreven. Zodoende wordt de specifieke opdracht duidelijker, de mogelijkheid om bij te dragen als medewerker eenvoudiger en nuttiger, het mobiliteitsvraagstuk specifieker en de oplossing doelgerichter. Het mobiliteitsvraagstuk ten aanzien van verdwijnende beroepen en overcapaciteit vraagt dan ook een afzonderlijke aanpak.
Een artikel van Ernst Beskers, Camiel Hoek en Lieke Diependaal, allen werkzaam bij Deloitte.