PwC: Prorail heeft aanbestedingsregels overtreden
ProRail verlengde vorig jaar onderhands vier onderhoudscontracten naar een looptijd van tien jaar. De verlenging, die strijdig is met de aanbestedingswet, kwam aan het licht door onderzoek van PwC Forensics. Staatssecretaris Mansveld van Infrastructuur en Milieu heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven maatregelen noodzakelijk te vinden.
Voor onderhoud van het Nederlandse spoorwegennet is beheerder ProRail afhankelijk van vier onderhoudsaannemers. ASSET Rail, BAM Rail, Strukton Rail en VolkerRail Nederland zijn de enige vier aannemers die ProRail erkent als geschikte onderhoudsaannemers voor het spoor. Deze voorkeurspositie geeft hen echter veel invloed over de spoorbeheerder, blijkt uit recent onderzoek van de Forensics praktijk van PwC Advisory.
Onderhands gegund
Uit het onderzoek van PwC Forensic Services Partner André Mikkers blijkt dat het bestuur van ProRail vorig jaar in het geheim vier onderhoudscontracten heeft verlengd naar een maximale looptijd van 10 jaar. De contracten zijn in 2014 aangegaan voor een originele looptijd van drieënhalf jaar. De verlenging van de looptijden tot 2024 is niet gemeld aan de raad van commissarissen, en ook staatssecretaris Wilma Mansveld van Infrastructuur en Milieu werd niet op de hoogte gesteld van de onderhandse verlenging.
De verlengingen die ProRail in het geheim doorvoerde zijn in strijd met de aanbestedingswet. Deze wet zegt namelijk dat onderhoudscontracten van een dergelijke omvang Europees aanbesteed dienen te worden. In dit geval zouden de onderhoudsaannemers gebakken zitten tot 2024, zonder enige last te hebben van een eerlijke vorm van concurrentie.
Invloed
Of er ooit sprake kan zijn van daadwerkelijke eerlijke concurrentie voor de onderhoudscontracten wordt door Mikkers in twijfel getrokken. Niet alleen worden er slechts vier aannemers geschikt bevonden, ook beschikken zij vaak over meer informatie dan ProRail zelf over de kwalitatieve staat van het spoorwegennet. Daardoor hebben zij in alle gevallen een informatievoorsprong op eventuele concurrerende aannemers.
PwC gaat zelfs zo ver om vraagtekens te zetten bij ‘wie het voor het zeggen heeft’ bij ProRail. Door de scheve informatieverhoudingen kunnen enerzijds afhankelijkheden ontstaan van bepaalde aannemers. Anderzijds kunnen de onderhoudsaannemers terecht bij het Ministerie van Infrastructuur in het geval zij ontevreden zijn over ProRail. Op basis van die twee gegevens stelt PwC dat het collectief aan onderhoudsondernemers ‘meer te vertellen heeft’ dan de directie van ProRail.
Maatregelen
In een recente brief aan de Tweede Kamer aangaande het voorval, schrijft staatssecretaris Mansveld dat maatregelen tegen de onrechtmatige verlenging niet uit kunnen blijven. De verlenging van de contracten naar tien jaar moet volgens Mansveld weer terug worden gebracht. Zij meldt dat de Raad van Commissarissen van ProRail – die ook niet werd geïnformeerd over de verlenging – reeds in gesprek is met de aannemers om dit te realiseren. Ook wil Mansveld dat de werkcultuur binnen ProRail wordt onderzocht. De Raad van Commissarissen en president-directeur van de spoorbeheerder hebben de staatssecretaris beloofd dat een dergelijke situatie nooit meer zal plaatsvinden.