B&A begeleidt opzet van Buurtcampus in Vlaardingen
Philadelphia en Argos Zorggroep zijn onlangs gestart met het opzetten van een Buurtcampus in Vlaardingen. De buurtcampus is een nieuw concept waar zorg- en welzijnsorganisaties nauw met elkaar samenwerken in het bieden van collectieve begeleiding en dagbesteding. De zorginstellingen worden tijdens het traject begeleid door onderzoeks- en adviesbureau B&A, die als initiatiefnemer, kwartiermaker en aanjager van de Buurtcampus fungeert. Initiatieven voor de opstart in andere gemeenten zijn inmiddels ook in voorbereiding.
Een van de drie doorgevoerde decentralisaties, die per 2015 binnen het Nederlandse zorgstelsel zijn ingegaan, is de invoering van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In het kader van de nieuwe wmo-regels moeten gemeenten er voor zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Daarbij helpen gemeenten mensen die niet of onvoldoende zelfredzaam zijn en bieden zij ondersteuning door bijvoorbeeld het bieden van begeleiding en dagbesteding.
Buurtcampus
Tegen deze achtergrond werd onlangs een nieuwe initiatief gestart. Netwerkorganisatie Philadelphia en Argos Zorggroep besloten in Vlaardingen de allereerste ‘Buurtcampus’ in Nederland op te richten. Derde initiatiefnemer van het concept is B&A, een onderzoeks- en adviesbureau uit Den Haag. “De Buurtcampus is een nieuw concept waar zorg- en welzijnsorganisaties nauw met elkaar samenwerken in het bieden van collectieve begeleiding en dagbesteding. De Buurtcampus is een herkenbare en inspirerende ontmoetingsplek in de wijk, voor ontmoeting, collectieve begeleiding en dagbesteding. Dat is bijvoorbeeld een gezellig buurtrestaurant of een sfeervolle bibliotheek. In de Buurtcampus nuttigen bewoners samen een maaltijd, nemen deel aan activiteiten en helpen elkaar bij ondersteuningsvragen”, legt Oscar Papa, directeur van B&A, uit.
Papa: “B&A is initiatiefnemer, kwartiermaker en aanjager van de Buurtcampus, en zorgt er voor dat alle betrokken vrijwilligers en professionals zo goed mogelijk hun werk kunnen uitvoeren. Wij organiseren collectieve programma’s voor ondersteuning, begeleiding en dagbesteding, gerichte inzet van vrijwilligers en schakelen de informele wijknetwerken in. Daarbij maken we gebruik van onze ruime ervaring als Wmo- en welzijnsuitvoerder.”
Nieuw aan de campus is dat bewoners er leren om dingen zelf en met elkaar te doen. Nieuw is ook dat de bewoners met verschillende zorgbehoeften bij elkaar worden gebracht. Bijvoorbeeld zelfstandig wonende ouderen, verstandelijk gehandicapten en psychiatrische bewoners. Daarbij worden enkele leidende principes gehanteerd. Allereerst wordt dus ingezet op het lerende vermogen van bewoners: ‘wat kunnen bewoners zelf leren doen?’ Verder ligt de nadruk op actieve koppeling met medebewoners, die elkaar niet vanzelfsprekend tegenkomen. Tenslotte wordt ingezet op het elkaar onderling helpen bij ondersteuningsbehoeften.
Voordelen
De Buurtcampus heeft enkele duidelijke voordelen: “Ten eerste ontstaan meer mogelijkheden voor bewoners in de eigen buurt voor ontmoeting, collectieve begeleiding en ondersteuning en nieuwe vormen van gerichte dagbesteding. Professionals van de zorgorganisaties zijn op de Buurtcampus aanwezig, zodat hun begeleiding collectief en gefocust kan plaatsvinden, al dan niet in combinatie met de inzet van vrijwilligers. Daarnaast betekent het voor ambulante zorgverleners dat ze minder tijd kwijt zijn aan reizen. Tenslotte biedt de Buurtcampus voor gemeenten de mogelijkheden om individuele maatwerkvoorzieningen zoals dagbesteding en individuele begeleiding, (deels) te vervangen door de Buurtcampus als collectieve algemene voorziening binnen de wijk”, aldus Papa.
Het nieuwe initiatief is niet onopgemerkt gebleven. B&A laat weten dat “initiatieven voor de opstart in andere gemeenten inmiddels volop in voorbereiding zijn.”