80 bestuurders presenteren 7 good practices voor duurzaam leiderschap

Wat voor soort leiderschap vraagt de transitie naar een duurzame en sociaal rechtvaardige economie van bestuurders en commissarissen? Over deze vraag bogen meer dan 80 commissarissen en bestuurders zich de afgelopen drie jaar. Het antwoord presenteerden ze vorige week in de vorm van zeven good practices.
De tijd dat bedrijven zich alleen maar hoeven te bekommeren om hun kwartaalcijfers is voorbij. In een snel opwarmende wereld met groeiende sociale ongelijkheid, voortdurende onzekerheid en grote systeemveranderingen wordt van organisaties verwacht dat ze oog hebben voor hun impact op de planeet en samenleving én hun verantwoordelijkheid nemen.
Hier als bestuurder of commissaris invulling aan geven is echter niet eenvoudig: de spanning tussen duurzaamheid en betaalbaarheid veroorzaakt onvermijdelijk ongemak en spanning. Dit besef vormde in 2022 de aanleiding voor de start van het initiatief Ongemak in de Boardroom van MVO Nederland, waarin het project Verdiepte Governance zijn oorsprong heeft. Galan Groep ondersteunt Verdiepte Governance met projectmanagement en verzorgt de marketingcommunicatie.
In het project werkten ruim 80 commissarissen en bestuurders van 2022 tot 2025 aan de nieuwe richtlijnen voor duurzaam leiderschap. Dat deden ze samen met wetenschappers en governance-opleidingen. In zes leergangmodules stond het persoonlijk leiderschap van bestuurders en commissarissen centraal.
Ongemak (onder)zoeken
De belangrijkste lessen zijn vertaald in zeven good practices, bedoeld als concrete handelingsprincipes die helpen om als mens én als bestuurder bij te dragen aan fundamentele transities. De richtlijnen moeten uitnodigen tot reflectie op routines, mens- en wereldbeelden en het integreren van ethiek, authenticiteit en medemenselijkheid in besluitvorming.
Ongemak loopt als een rode draad door de zeven good practices. Want juist omdat ongemak onvermijdelijk is, is het essentieel om het moeilijke gesprek in de boardroom niet uit de weg te gaan, zo luidt een van de belangrijkste conclusies uit het traject: “Vermijd ongemak en spanning tussen rol en persoon niet, maar zet dit juist ten dienste van transities en complexe vraagstukken.”
Daarom is het zoeken en onderzoeken van ongemak ook meteen de eerste good practice. De andere zes bieden vervolgens verschillende perspectieven/lenzen om naar complexe vraagstukken te kijken – anders dan de lens van economie alleen – en zo te komen tot “een meer menswaardige economie”.
De zeven good practices zijn:
- Zoek en onderzoek het ongemak
Geef spanning in de boardroom ruimte en zie het als startpunt voor verandering. - Luister en stel andere vragen
Faciliteer gesprekken door met aandacht te luisteren en hoopvolle, toekomstgerichte vragen te stellen. - Doorbreek belemmerende routines
Herken welke gewoontes vernieuwing in de weg staan en durf ze te veranderen. - Voorkom morele gemakzucht met ethische reflectie
Integreer ethische overwegingen structureel in governance. - Ken jezelf en laat je zien
Wees bewust van je waarden, ontwikkel je als mens en breng je authenticiteit in. - Durf je te laten raken
Sta open voor verbinding, kunst, natuur en zingeving; verbreed je grondhouding. - Word een verbinder
Doorbreek polarisatie en zoek actief de samenwerking op, ook buiten de eigen kring.
Morele moed
De zeven good practices werden vorige week tijdens het Verdiepte Governance Slotevent in de Zalen van Zeven in Utrecht gepresenteerd aan ruim 150 aanwezigen.
Aan het woord kwamen onder meer Patrick Nullens, hoogleraar Leiderschapsethiek en Menswaardige Samenleving aan de Universiteit voor Humanistiek, en Rob Blomme, hoogleraar Organisatiegedrag aan Nyenrode Business Universiteit. Beiden waren nauw betrokken bij het traject.
“Deze practices helpen bestuurders en commissarissen om vanuit een ‘inside-out’-paradigma te handelen”, stelt Nullens. “Niet regels en structuren staan centraal, maar morele moed, menselijke ontwikkeling en verbinding. Zo maken we de transitie naar duurzame en rechtvaardige organisaties mogelijk.”
“Wat we soms als ‘soft’ bestempelen, blijkt in de praktijk keihard nodig”, aldus Blomme. “We moeten het ongemak durven onderzoeken én benutten om tot nieuwe vormen van governance te komen.”