Plantaardige producten nu goedkoper dan dierlijke tegenhangers

28 februari 2024 Consultancy.nl

Wil je als consument in de supermarkt goedkoper uit zijn? Dan kun je tegenwoordig maar beter plantaardige producten kopen dan hun dierlijke tegenhangers.

Van veggieburgers tot tempé en sojayoghurt tot havermelk – mede vanwege de strijd tegen klimaatverandering en toenemende aandacht voor dierenwelzijn, zijn plantaardige alternatieven voor dierlijke producten de laatste jaren flink in opkomst.

Toch blijven vele Nederlanders dierlijke producten trouw. Een veelgenoemde drempel om deels of helemaal over te stappen op veganistische alternatieven is dat ze vrij duur zijn. Zo toonden verschillende studies in de afgelopen jaren aan dat de prijzen van plantaardige producten hoger liggen dan hun dierlijke tegenhangers.

Plantaardige producten nu goedkoper dan dierlijke tegenhangers

Bron: Questionmark

Een recent onderzoek van adviesbureau en denktank Questionmark – uitgevoerd in opdracht van belangenbehartiger Proveg – laat echter zien dat deze barrière intussen goeddeels is opgeheven.

Voor hun studie vulden de onderzoekers in 2022 en 2023 in zeven grote supermarkten boodschappenmandjes met dierlijke producten zoals yoghurt, kaas en gehakt. Ook sloegen ze de plantaardige tegenhangers van deze producten in. In beide gevallen werd per supermarkt gekozen voor producten met de laagste prijs.

Vervolgens vergeleken de onderzoekers de kassabonnetjes met elkaar. De belangrijkste conclusie? Bij zes van de zeven supermarkten was het boodschappenmandje met plantaardige producten in 2023 goedkoper dan het mandje met dierlijke producten. In 2022 was het tegenovergestelde nog waar.

Plantaardige producten nu goedkoper dan dierlijke tegenhangers

Bron: Questionmark

Bij Ekoplaza is het verschil (in 2023) tussen het boodschappenmandje met plantaardige producten en dat met dierlijke het grootst: de kassabon valt 20% lager uit. Bij Jumbo ben je 16% goedkoper uit, bij Lidl 13%, bij Aldi 10% bij Albert Heijn 7% en bij Plus 0,01%. Alleen bij Dirk was het vorig jaar iets (0,1%) duurder om een mandje te vullen met plantaardige producten.

Pablo Moleman van ProVeg is positief over de ontwikkeling in de supermarktsector. “Het laat zien dat het doen van plantaardige boodschappen in grote supermarkten momenteel goedkoper is: de financiële drempel om een duurzame keuze te maken bestaat wat dat betreft niet echt meer.”

Bewuste keuze

Dat de prijzen van plantaardige en dierlijke producten steeds dichter bij elkaar zijn komen te liggen, heeft te maken met verschillende factoren.

Door de aanhoudende hoge inflatie zijn dierlijke producten, zoals zuivel en vlees, stukken duurder geworden. “Dat komt door de gestegen grondstofprijzen, terwijl plantaardige alternatieven hier gemiddeld genomen minder door zijn getroffen”, aldus de onderzoekers.

Daarnaast dragen de supermarkten zelf bij aan deze ontwikkeling. Deze investeren immers in plantaardige producten en dat drijft de prijs omlaag. Ze kopen grotere voorraden in bij leveranciers, sturen meer op prijs en integreren pricing binnen hun beleid. Zo voert Jumbo sinds eind 2023 het beleid dat plantaardige vleesvervangers van het huismerk niet duurder mogen zijn dan hun dierlijke tegenhangers.

Andere supermarkten – zoals Aldi, Dirk en Ekoplaza – zijn ook bezig met het aanpassen van hun beleid. Zij willen dat in 2030 de helft van hun assortiment bestaat uit plantaardige producten. Albert Heijn, Jumbo, Lidl en Plus leggen de lat hoger en streven zelfs naar 60%.

Eiwittransitie

De ambities van de supermarkten hangen samen met de nationale eiwittransitie. Deze heeft tot doel om de grote rol van dierlijke ingrediënten in ons voedingspatroon af te bouwen door in te zetten op voedingsmiddelen met alternatieve eiwitbronnen – denk onder meer aan kweekvlees, aquatische eiwitten, fermentatie en insecten.

Lees ook: Overheid doet te weinig om vlees- en zuivelconsumptie te verminderen.

Volgens cijfers van het CBS wordt 15% van de totale hoeveelheid broeikasgassen in ons land uitgestoten door de landbouwsector. De ruime meerderheid van die uitstoot is toe te schrijven aan de veeteelt. Daaronder valt ook de uitstoot van (winderige) varkens en runderen, die jaarlijks 8,9 megaton aan methaan produceren.