Unisys moet klant miljoenen terugbetalen na mislukt IT-project
In de wereld van automatisering verloopt niet alles altijd zo gestroomlijnd als gehoopt. Een recent voorbeeld hiervan is de samenwerking van Unisys en de Dienst Justitiële Inrichtingen, waarbij het uitrollen van een gevangenisbeheersysteem anders liep dan gepland.
Slechts 30% van de digitale transformatieprojecten resulteert in een succes, bleek eerder uit onderzoek van Boston Consulting Group. De beoogde doelstellingen uit de businesscase worden dus in de meerderheid van de gevallen maar deels of zelfs nauwelijks gehaald.
Het kan dus voorkomen dat de – vaak forse – investeringssom zichzelf niet terugverdient. Dat was zeker het geval bij het project dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) in 2016 lanceerde.
De DJI koos Unisys destijds als uitvoerder van de bouw van een gevangenisbeheersysteem. Het idee was simpel: automatiseer processen zoals detentie en re-integratie en maak hiermee het geheel efficiënter. Het zogeheten Unisys Law Enforcement Application Framework (U-Leaf) zou als basis dienen voor de Basisvoorziening Justitiabelen (BVJ).
Helaas verliep het project niet zoals gepland. Vertragingen en softwaregebreken zorgden ervoor dat de DJI begon te twijfelen aan de robuustheid van het systeem. Een audit wees uit dat het maatwerksysteem BVJ niet helemaal volgens plan draaide en adviseerde een ‘functionele freeze’, maar de DJI zag dat niet zitten.
Op 7 juni 2022 trok de DJI de stekker uit de IT-transformatie, wat resulteerde in een juridische strijd. Hoewel Unisys probeerde DJI deels verantwoordelijk te houden, kon de rechter dit niet rechtvaardigen.
De rechter oordeelde recentelijk dat de DJI correct handelde als opdrachtgever en kende de dienst een som van €7,1 miljoen toe. Kleine geruststelling voor Unisys: dit was wel een aanzienlijk lager bedrag dan de geclaimde €18,8 miljoen.