Natuurrampen goed voor meer dan $300 miljard aan schade
Afgelopen jaar zorgden natuurrampen wereldwijd voor een schade van meer dan $300 miljard. Dat blijkt uit onderzoek van Aon.
Door klimaatverandering stijgt niet alleen de gemiddelde temperatuur op aarde, maar nemen de weersextremen ook toe. Het gaat daarbij onder meer om hittegolven, hevige regenval, extreme droogte, bosbranden en tropische cyclonen. Met andere woorden: om natuurrampen.
Naast dat deze natuurrampen dodelijke slachtoffers eisen, veroorzaken ze ook enorme materiële schade. En daar hangt een behoorlijk prijskaartje aan, schrijven de onderzoekers van Aon in hun rapport. Vorig jaar veroorzaakten de rampen wereldwijd voor $313 miljard aan schade.
In vergelijking met verschillende eerdere metingen viel de omvang van de schade vorige jaar nog enigszins mee. Zo ging het in 2021 om een totaalbedrag van $383 miljard, terwijl Aon in 2017 uitkwam op $584 miljard. Het recordjaar blijft tot op heden 2011, toen het bonnetje maar liefst $676 miljard bedroeg.
Niettemin is sinds de eerste meting wel degelijk een stijgende lijn waar te nemen. Zo komt het gemiddelde van 2000 tot en met 2004 uit op $165 miljard, terwijl het gemiddelde van 2018 tot en met 2022 al uitkomt op $331 miljard, het dubbele dus. Het gemiddelde van de afgelopen 23 jaar ligt op $301 miljard.
Per regio
Om het totale mondiale schadebedrag voor 2022 vast te stellen, bepaalde Aon welke natuurrampen welke regio’s hebben getroffen en wat de kosten zijn van de schade. Daaruit blijkt dat orkaan Ian in Florida (Verenigde Staten) en de Caraïben met $95 miljard verreweg de meeste schade heeft veroorzaakt.
De Verenigde Staten werden ook getroffen door droogte, wat gepaard ging met een schadebedrag van $16 miljard. In Europa zorgde de droogte afgelopen jaar voor $22 miljard aan schade, terwijl het in China ging om een totaalbedrag van $7,6 miljard.
China werd getroffen door forse overstromingen, die $15 miljard aan schade tot gevolg hadden. Ook in Pakistan vonden overstromingen plaats die voor $15 miljard aan schade veroorzaakten. In Australië zorgden overstromingen voor een kostenpost van $8 miljard. Japan werd getroffen door een aardbeving in Fukushima, goed voor $9,1 miljard.
In Nederland werd vorige jaar de meeste schade veroorzaakt door hevige wind, zo is te lezen in het rapport. Dat geldt ook voor België, Denenmarken en Noorwegen. Duitsland werd tevens getroffen door windstormen, maar daarnaast ook door zogenaamde convectiestormen, beter bekend als hevige onweersbuien.
“Het groeiende aantal natuurverschijnselen dat aan klimaatverandering wordt toegedicht maakt de impact tastbaarder”, zegt Sonja Janicijevic van Aon. “Naast economische schade zien wij ook ontwikkelingen die geleidelijk ontstaan, zoals droogte, die onze leefomgeving veranderen. De sociale impact daarvan moet niet onderschat worden.”
En wie gaat dat betalen?
Volgens Aon is ruim een derde van de wereldwijde schade door natuurrampen vorig jaar vergoed door verzekeringsmaatschappijen. Het gaat om een totaalbedrag van $132 miljard.
2022 was daarmee een betrekkelijk duur jaar voor verzekeraars. Sinds 2000 keerden ze jaarlijks gemiddeld $84 miljard uit om schade veroorzaakt door natuurrampen te vergoeden. Het duurste jaar voor verzekeringsmaatschappijen was 2017, toen bij elkaar opgeteld $187 miljard werd uitgekeerd. Andere dure jaren waren 2011 ($185 miljard), 2005 ($160 miljard) en 2021 ($146 miljard).
