Leo van Wersch en Laura Bles-Temme managing partners van RSM
RSM heeft een Co-Managing Partner-model in ons land gelanceerd. Het duo Leo van Wersch en Laura Bles-Temme neemt samen het stokje over van oudgediende Rudolf Winkenius.
Maar liefst 18 jaar stond Rudolf Winkenius aan het roer van RSM. Onder zijn leiding is RSM uitgegroeid tot een van ’s lands grotere accountancy- en adviesorganisaties, met ruim 650 medewerkers en 7 vestigingen. Met Leo van Wersch en Laure Bles-Temme aan het roer wil het kantoor zijn groeipad van de laatste jaren verder voortzetten.
Daarbij is de doelstelling van het Nederlandse kantoor om het voorbeeld te volgen van RSM’s wereldwijde marktpositie. Globaal geldt RSM als de nummer zes in de markt voor accountancy- en adviesdiensten (gemeten naar omzet), terwijl het kantoor in ons land volgens de laatste cijfers op een plek net buiten de top tien staat.
Leo van Wersch is partner in de Audit-praktijk in Heerlen. Hij werkt sinds 2005 bij RSM, waarvan de laatste jaren in het dagelijks bestuur. Laura Bles-Temme is partner in de Tax praktijk in Amsterdam. Ze werkt sinds 1994 bij de zakelijke dienstverlener. Momenteel is ze Service Line Leader van de belastingadviestak.
“Ik feliciteer Leo en Laura met hun benoeming. Met dit bestuur is RSM klaar voor verdere groei in de toekomst”, geeft Winkenius aan, die nog een jaar zal aanblijven als lid van het dagelijks bestuur om zo een soepele overgang te waarborgen.
Met de keuze voor een Co-Managing Partner-model gaat RSM voor een model dat niet vaak voorkomt in firma’s met partnerstructuren, maar wel een dat terrein aan het winnen is.
“Door de toenemende complexiteit, de grootte van de organisatie en een dynamische en veranderende wereld geloven we bij RSM in het Co-Managing Partner-model”, zegt Winkenius over de keuze. “Leo en Laura brengen complementaire capaciteiten, hebben een gedeelde visie en kunnen letterlijk op twee plaatsen tegelijk zijn. Zij kunnen zich nog meer richten op zowel interne als externe stakeholders en dragen op vele andere wijzen bij aan een toekomstbestendig bestuur.”
