Aantal nieuwe spaarrekeningen neemt toe door oplopende rente
Het aantal Nederlanders dat een spaarrekening opent is de afgelopen maanden toegenomen. Aanleiding hiervoor is de oplopende spaarrente, waardoor het interessanter wordt om spaargeld weer op de bank te zetten.
De rente die banken aanbieden op spaarrekeningen hangt nauw samen met de depositorente van de Europese Centrale Bank. Sinds het begin van dit jaar loopt de depositorente op, en als gevolg daarvan zitten ook de spaarrentes op spaarrekeningen en depositorekeningen eindelijk weer in de lift.
Er is nog een andere reden waarom Nederlanders zich steeds meer wenden tot sparen. Door de mogelijke recessie die op komst is en de hoge inflatie nemen velen het zekere voor het onzekere. Ze houden de hand op de knip en kiezen ervoor om grote uitgaven voorlopig uit te stellen.
Volgens cijfers van De Nederlandsche Bank staat er momenteel rond de €423 miljard op spaarrekeningen in Nederland. Dat is bijna een half miljard meer dan eind augustus. Alleen aan het begin van dit jaar (nog voor het uitbreken van de Rusland-Oekraïne-oorlog) teerden we iets in op ons spaargeld.
Buitenland in trek
Opvallend is het groeiende aantal Nederlanders dat voor een spaarrekening in het buitenland kiest. Onder meer banken uit Duitsland, Estland, Italië en Slowakije proberen Nederlandse huishoudens aan te trekken, met het aanbieden van een hogere rente als belangrijkste troef.
Uit een rondgang van de NOS blijkt dat buitenlandse banken steeds meer succes hebben in ons land: het aantal Nederlanders dat buiten onze landgrenzen een internetspaarrekening opent is de afgelopen maanden flink toegenomen. Volgens de rondgang kunnen de verschillen tussen de rente op een buitenlandse spaarrekening en een alternatief in Nederland al snel oplopen tot zo’n 0,65%.
Het verschil van 0,65% geldt voor de reguliere spaarrekening. Wordt spaargeld voor een langere periode vastgezet, dan kan het verschil nog verder oplopen.
Icesave-fiasco nog vers in het geheugen
Toch durven veel mensen de overstap naar het buitenland niet te maken. Het fiasco rond Icesave staat nog vers in het geheugen van Nederlanders. Door het faillissement van de IJslandse bank in 2008 konden Nederlandse klanten jarenlang niet bij hun spaargeld. Sommigen moesten zelfs zes jaar wachten tot ze (een gedeelte van) hun geld terugkregen.
Een belangrijke overweging bij het opbouwen van spaarreserves in het buitenland is dat alle banken in Europa vallen onder het depositogarantiestelsel. Weliswaar heeft ieder land z’n eigen stelsel, maar EU-landen moeten voldoen aan de Europese wetgeving die voorschrijft dat tot €100.000 spaargeld bij elke Europese bank in veilige handen is.
Voor zeer vermogende spaarders (die meerdere tonnen vrij vermogen hebben) kan het raadzaam zijn om het geld bij verschillende banken te stallen.
Ook relevant om rekening mee te houden: in Europa wordt op verschillende manieren belasting geheven over vermogen. In Nederland geven mensen via hun eigen inkomstenbelasting hun spaarvermogen aan bij de Belastingdienst. In sommige landen (bijvoorbeeld Spanje) wordt direct belasting afgeschreven op de rente die verkregen wordt op de bankrekening.
Daarnaast geldt dat banken verschillende kosten in rekening brengen voor het houden van een spaarrekening (of voor het verplicht afnemen van een betaalrekening). Door ook rekening te houden met de kostenzijde krijgen spaarders een volledig beeld van de reële spaarrente waar ze op kunnen rekenen.
Door de aanhoudende hoge inflatie is het de verwachting dat spaarrentes ook in 2023 blijven stijgen. Aan de groei van het aantal spaarrekeningen komt voorlopig dus nog geen einde.