Spanje - Italie: Analyse van Jeroen Visscher
Helaas heeft het Nederlands elftal zich niet weten te plaatsen voor de Knock-out fase van het Europees Kampioenschap voetbal. Toch blijft Consultancy.nl samen met Jeroen Visscher, partner bij organisatie adviesbureau Turner en specialist Performance Management de prestaties van de titelkandidaten volgen.
Per wedstrijd worden de belangrijkste prestaties door Visscher en zijn team bijgehouden. De focus ligt op het meten van de prestaties van de individuele spelers in relatie tot de strategie, doelstellingen en teamorganisatie.
SPANJE – ITALIË: DE ANALYSE
Spanje is Europees Kampioen geworden door in de finale Italië met 4-0 te verslaan. In de eerste helft waren het Silva en Alba die in respectievelijk de 14e en 41e minuut voor de 1-0 en de 2-0 zorgden. Na rust brachten de invallers Torres (84e minuut) en Mata (88e minuut) de eindstand van 4-0 op het scorebord. De prijzenpakkers uit Spanje prolongeren met deze prestatie hun Europese titel.
De finale duurde eigenlijk maar 62 minuten. Door het uitvallen van Motta zonder mogelijkheid om nog te wisselen met een tussenstand van 2-0 was de wedstrijd toen al gespeeld. Spanje speelde in het eerste kwartier sterk tegen de Italianen. Met vooral veel aanvallende impulsen van Alba en Arbaloa (13 keer opkomen) leidde het tot zes doelpogingen met een prachtig doelpunt van Silva. Italië werd sterker en kreeg van de 15e tot de 62e minuut elf doelpogingen. Maar de effectiviteit van de halve finale was er niet meer en de 2-0 van Spanje net voor rust kon niet meer worden hersteld.
Alba toonbeeld Spaanse aanval
Het Spaanse middenveld is de afgelopen jaren al veelvuldig geroemd voor de sterke aanvalsimpulsen. In deze finale moest zij het echter afleggen tegen de nieuwe linksback van FC Barcelona: Jordi Alba. In totaal kwam hij deze wedstrijd 40 keer op en gaf hij vijf voorzetten. Alleen al met het opkomen schiep hij ruimte voor de middenvelders, maar Alba had nog meer in petto. Met een rush over het hele veld verzilverde hij de steekbal van Xavi en maakte de belangrijke 2-0. Zijn rendement in 1-1 duels was 100% en hij had vijf balveroveringen uit negen keer druk zetten op de tegenstander.
Xavi kwam als winnaar uit de battle met die andere grootmeester: Pirlo. In de halve finale werd Xavi nog gewisseld omdat zijn rendement onvoldoende was. In de finale stond hij aanvallend weer aan de basis van veel aanvallen. In totaal gaf hij tien steekballen en ondernam hij twee doelpogingen. Met zijn steekbal op Alba stond hij aan de basis van de 2-0 voor Spanje.
Bondscoach Del Bosque houdt vast aan defensieve strategie
Del Bosque had lering getrokken uit de halve finale van Italië tegen Duitsland. In tegenstelling tot Löw paste hij zijn defensieve strategie niet aan om Pirlo te neutraliseren. Met Busquets, Xavi en de pendelende Fabregas had hij voldoende dynamisch vermogen om Pirlo te ontwapenen. Vooral Busquets was belangrijk voor zijn team met elf balveroveringen.
Het verdedigende blok van Spanje had een vergelijkbaar rendement als in voorgaande wedstrijden: 60% in de 1-1 duels. Het druk zetten op de tegenstander was eindelijk weer op het niveau dat we kennen van het WK2010. In totaal zetten de Spanjaarden 140 keer druk op de tegenstander. De effectiviteit van het verdedigende blok was hoog. Maar liefst 62% van het aantal keer druk zetten op de tegenstander had als resultaat een balverovering. De defensieve prestaties van Arbeloa waren opmerkelijk hoog met 80% balveroveringen.
Wat onthouden we van deze finale?
Spanje heeft een zeer knappe prestatie geleverd door de Europese titel te prolongeren. En toch was er kritiek, vooral van media en supporters. De prestaties waren objectief gezien ook minder dan twee jaar geleden. Het tik tak voetbal leek dit toernooi lang een doel en geen middel om goede prestaties te leveren. De effectiviteit ervan kwam pas terug in de finale en daarmee bewees Spanje over een generatie vedetten te beschikken die wel met een gezamenlijke focus voor het teambelang kunnen gaan. De terechte winnaar van dit toernooi!