Spanje - Frankrijk: Analyse van Jeroen Visscher

25 juni 2012 Consultancy.nl

Helaas heeft het Nederlands elftal zich niet weten te plaatsen voor de Knock-out fase van het Europees Kampioenschap voetbal. Toch blijft Consultancy.nl samen met Jeroen Visscher, partner bij organisatie adviesbureau Turner en specialist Performance Management de prestaties van de titelkandidaten volgen. 

Per wedstrijd worden de belangrijkste prestaties door Visscher en zijn team bijgehouden. De focus ligt op het meten van de prestaties van de individuele spelers in relatie tot de strategie, doelstellingen en teamorganisatie. 

SPANJE – FRANKRIJK: DE ANALYSE
Spanje heeft zaterdag de halve finale bereikt door in de kwartfinale met 2-0 te winnen van Frankrijk. Xabi Alonso was met twee doelpunten (19e en 91e minuut) de gevierde man bij Spanje.

Net als in de laatste groepswedstrijd tegen Kroatië kon Spanje ook in deze wedstrijd nog niet overtuigen. Met slechts 14 doelpogingen in de hele wedstrijd speelde Spanje aanvallend gematigder dan in haar normale doen. Maar Frankrijk kon geen vuist maken tegen haar buurland, slechts vijf doelpogingen zonder rendement. Ondanks de kwetsbaarheid van Spanje won Spanje in een zakelijke wedstrijd met 2-0.

Aantal aanvalsimpulsen onder de norm
Aanvallend vielen er twee spelers op bij Spanje. Xabi Alonso natuurlijk door zijn twee doelpunten, maar ook door zijn aanvallende impulsen op het middenveld. Met 23 keer inspelen van de aanvallers, zeven succesvolle steekballen en drie doelpogingen waarvan twee succesvol was zijn aanvallende rendement hoger dan dat van zijn kompaan Xavi.

Het lagere aantal aanvalsimpulsen viel vooral op bij de backs Arbeloa en Alba. Waar de norm voor het aantal keer opkomen in de wedstrijd op 80 keer is, was het tegen Frankrijk beduidend minder met 53 keer. Alba was van de twee degene die het best presteerde en daarmee ook opviel door 32 keer op te komen en de enige succesvolle voorzet te geven waar direct het doelpunt van Xabi Alonso uit voortkwam.

Bondscoach Del Bosque koos in de wedstrijd tegen Frankrijk voor Fabregas in de spits. In vergelijking met Torres liet hij zien veel meer de aanvallende middenvelders te betrekken in het aanvalsspel, in totaal zes keer succesvol.

Verdedigend te kwetsbaar om in de finale te komen
Verdedigend kwam Spanje eigenlijk nooit in de problemen, maar dat lag meer aan de aanvallende prestaties van Frankrijk dan aan haar eigen verdedigende prestaties. Het verdedigende blok van Spanje had slechts een rendement van 61% in de 1-1 duels. Het aantal balveroveringen was goed (46%), maar 20% diepteballen van de tegenstander na druk zetten niet goed genoeg. Het meest opvallende was het aantal keer druk zetten op de tegenstander. In de hele wedstrijd werd slechts 41 keer druk gezet op de tegenstander. Dat is de helft van het aantal in eerdere wedstrijden. Het lijkt erop dat de Spaanse spelers de impact van een lang en intensief seizoen gaan voelen.

De kwetsbaarheid van de Spaanse Armada lag vooral rechts achterin. Piqué en Arbeloa speelden beiden verdedigend één van hun mindere wedstrijden. Het rendement van Piqué in de 1-1 duels was 54%, terwijl ook het inspelen van de backs niet foutloos was (30% kwam niet aan). Arbeloa was nog minder effectief in de 1-1 duels met slechts 40% succesvolle duels.

Wat nemen we mee naar de volgende wedstrijd?
Spanje komt in de halve finale uit tegen Portugal. Portugal is met Ronaldo in vorm een tegenstander van een ander kaliber. Spanje wint de wedstrijden eenvoudig maar kan nog niet overtuigen. Vooral aan de rechterkant in de verdediging ligt de kwetsbaarheid van Spanje. Daar ligt de kracht van Ronaldo en de hoop van Portugal. Als Spanje deze prestaties voortzet, zal dat niet voldoende zijn om de finale te halen.