Adviesbureau ondersteunt experimenten voor verduurzaming landbouw
In de provincie Flevoland worden de komende tijd experimenten uitgevoerd om landbouwactiviteiten duurzamer te maken. Adviesbureau CLM ondersteunt deze proeven.
Het verbouwen van grote hoeveelheden gewassen – zoals aardappelen, granen, suikerbuiten en spinazie – gaat gepaard met behoorlijk veel risico’s. De oogst kan namelijk mislukken, bijvoorbeeld door toedoen van hittegolven of overmatige regenbuien, met alle financiële gevolgen van dien.
Naast extreme weersomstandigheden kunnen landbouwgewassen ook door ziekten worden getroffen, waardoor een oogst ongunstig kan uitpakken. Om dat te voorkomen, gebruiken veel boeren sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw zogenaamde gewasbeschermingsmiddelen.
Destijds waren de stoffen die daarvoor werden gebruikt niet zo milieuvriendelijk. In 1996 introduceerde de Nederlandse overheid daarom stengere wet- en regelgeving op dit vlak. Met als gevolg dat duurzamere middelen werden gebruikt om de gewassen te beschermen.
Het weer heb je niet in de hand
Normaal gesproken worden gewassen meerdere keren bespoten met beschermingsmiddelen. Er trekken nu eenmaal geregeld buien over ons land en die spoelen de beschermingslaag van de gewassen af.
Het probleem hiervan is dat dit goedje na zo’n regenbui in de aarde terecht komt. Ondanks dat de middelen die vandaag de dag worden gebruikt duurzamer zijn dan vroeger, kunnen ze nog altijd de bodem verontreinigen en de kwaliteit van het grondwater aantasten.
Het waterafstotend maken van het beschermingsmiddel biedt hiervoor geen goede oplossing. Het goedje moet namelijk eenvoudig van de gewassen te verwijderen zijn, omdat de mensen deze anders niet kunnen consumeren.
Andere oplossingen
De provincie Flevoland – een van de belangrijkste teeltgebieden voor aardappelen in ons land – besloot enige tijd geleden dat het wat wilde doen aan de grote hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die door regenbuien in de bodem terechtkomt.
Flevoland schakelde landbouwadviesbureau CLM en voedselkweekspecialist Delphy in om bij boeren in de provincie enkele proeven te bedenken en uit te voeren waaruit duurzame oplossingen volgen voor het probleem.
“Er worden meerdere maatregelen getest”, vertelt Johan Wander in het tijdschrift H2O. “Bij de aardappel gaan we kijken wat het tussenzaaien van haver op kan leveren. Ook hebben we een systeem bedacht om het water niet via greppels naar de sloot, maar naar een met grof zand gevulde sleuf te leiden.”
Eind juni dit jaar startten de proeven op vijf landbouwpercelen in Flevoland. De komende maanden worden die – met ondersteuning van de specialisten van CLM en Delphy – voortgezet. Naar verwacht volgen de resultaten van de experimenten in 2023.
“Ik hoop dat we volgend jaar een aantal in de praktijk toepasbare tools hebben ontwikkeld om de afspoeling echt duidelijk terug te brengen, zonder de opbrengst in gevaar te brengen”, vertelt Wander tegen H2O.