Hans du Prie nieuwe partner Jeugd en Onderwijs bij BMC
BMC heeft Hans Du Prie aangetrokken als partner binnen de praktijk Jeugd en Onderwijs.
Met Du Prie haalt BMC, een van de grotere advies- en interimbureau voor de publieke sector in ons land, een doorgewinterde bestuurder in huis.
Du Prie kan bogen op ruime ervaring binnen het jeugdzorg- en onderwijsdomein, twee sectoren die de afgelopen jaren flink aan verandering onderhevig zijn. “We staan voor enorme uitdagingen in deze twee segmenten.”
“We zoeken vooral oplossingen in modellen en systemen. Met soms als gevolg dat de ziel uit de sector lijkt te verdwijnen. We hoeven niet alles overboord te gooien, maar moeten meer op zoek naar pragmatische, waardegedreven, inhoudelijke oplossingen”, aldus Du Prie. “Ik kijk ernaar uit om mijn nieuwe collega’s in verschillende sectoren aan de slag te gaan. Ik vind het geweldig dat BMC hiervoor wil gaan.”
Gedurende zijn lange loopbaan bekleedde Du Prie diverse bestuurlijke rollen binnen zowel de jeugdzorg als het onderwijsdomein. Meest recentelijk fungeerde hij zo’n zes jaar als bestuursvoorzitter van iHUB, een aanbieder van jeugdzorg, speciaal onderwijs en jeugd-ggz.
In deze rol en ook in zijn eerdere loopbaan zette Du Prie zich in voor beter onderwijs en een betere jeugdzorg. Zo adviseert hij als lid van het bestuur sinds eind 2020 @ease, een vrijwilligersorganisatie voor jeugd-ggz. Ook verzorgt hij als projectleider en trainer al vele jaren opleidingen en trainingen voor bestuurders, schooldirecteuren en jonge ondernemers in Suriname, in samenwerking met de Universiteit van Paramaribo.
Verder is Du Prie lid van de raad van commissarissen van Stichting RegioPlus, een samenwerkingsverband van regionale werkgeversorganisaties in het zorg- en welzijnsdomein. De stichting zoekt met zorgorganisaties naar oplossingen voor arbeidsvraagstukken in de sector.
In zijn nieuwe rol bij BMC zal Du Prie zijn uitgebreide ervaring aanwenden om tot een “betere verbinding tussen onderwijs en jeugdzorg” te komen, om “kansengelijkheid voor kinderen te vergroten” en om “oplossingen te vinden voor de financiële uitdagingen in de jeugdzorg”.