Hoe staat het ervoor met de ESG-agenda van BV Nederland?

07 maart 2022 Consultancy.nl 4 min. leestijd
Profiel
Meer nieuws over

Hoe staat het ervoor met de ESG-agenda (environmental, social, governance) van ondernemers in ons land? Experts van accountants- en advieskantoor KPMG gingen op onderzoek uit en brachten de belangrijkste prioriteiten en uitdagingen in kaart.

Vandaag de dag stellen investeerders, klanten en medewerkers steeds hogere eisen aan de niet-financiële prestaties van bedrijven. Om die reden wordt van ondernemingen verwacht dat ze verantwoording afleggen over de impact van zowel hun eigen activiteiten als die van hun leveranciers in toeleveringsketens. 

Daarbij gaat het onder meer over de herkomst van grondstoffen, de arbeidsomstandigheden van de eigen medewerkers en die van leveranciers, de duurzaamheid van producten en diensten en de bestuurlijke integriteit van leidinggevenden. Deze voorwaarden worden ook wel de ESG-criteria genoemd. 

Mate van ontwikkeling van ESG-beleid binnen organisaties (links) en drijfveren van bedrijven om zich bezig te houden met ESG-thema’s (rechts)ESG-criteria draaien om milieu-, sociale en bestuurscriteria voor de activiteiten van een bedrijf die gevolgen kunnen hebben voor de samenleving of het milieu. Uit onderzoek van Big Four-kantoor KPMG blijkt dat vandaag de dag driekwart (76%) van de Nederlandse bedrijven – in meer of mindere mate – bezig is met deze ESG-criteria. 

Voor hun onderzoek spraken de onderzoekers met ruim 260 leidinggevenden van Nederlandse bedrijven waar meer dan 250 professionals werken. Zij geven vooral aan dat hun bedrijf een ESG-agenda heeft omdat ze het belangrijk vinden om bij te dragen aan een betere wereld (51%) en omdat de ESG-criteria aansluiten bij de organisatiedoelen (49%).

41% geeft aan aan ermee bezig te zijn omdat deze criteria onderdeel zijn van de bedrijfsmissie en 36% noemt het werken met ESG-criteria simpelweg “vanzelfsprekend”.

Belangrijkste niet-financiële indicatoren voor de eigen organisatie

Maar welk van de ESG-thema’s vormen volgens Nederlandse ondernemingen de belangrijkste niet-financiële indicatoren binnen hun eigen organisatie? In het onderzoek van KPMG komt naar voren dat het thema arbeidsomstandigheden de belangrijkste niet-financiële indicator is, aangemerkt door 45% van de ondervraagden.

Wat opvalt is dat 50% van de bedrijven met minimaal 500 werknemers arbeidsomstandigheden als belangrijkste niet-financiële indicator beschouwt, terwijl het bij organisaties met 250 tot 500 werknemers om 26% gaat.

Een mogelijke verklaring voor dit grote verschil is dat grotere organisaties vaker activiteiten outsourcen naar het buitenland, waar het dikwijls minder goed is gesteld met de arbeidsomstandigheden dan in ons land.

De manieren waarop bedrijven zich inzetten voor ESG (links) en de mate waarin bedrijven voorbereid zijn op de invoering van de CSRD-richtlijnen (rechts)

KPMG onderzocht ook hoe bedrijven hun ESG-beleid omzetten naar de praktijk. Daaruit blijkt dat ruim de helft (52%) van de Nederlandse organisaties zich richt op het hergebruiken van zoveel mogelijk materialen. De helft (50%) doet aan maatschappelijk verantwoord inkopen, terwijl 43% een meerjarig milieuplan zegt te hebben en een derde (33%) duurzame initiatieven financieel steunt.

Dat op dit moment al betrekkelijk veel bedrijven uit zichzelf bezig zijn met ESG-thema’s komt deels doordat ze daar vanaf volgend jaar toe verplicht zullen zijn. De Europese Unie (EU) heeft namelijk besloten dat vanaf 2023 veel bedrijven verplicht moeten rapporteren over hun ESG-beleid, volgens de zogeheten CSRD-richtlijnen. 

In hoeverre zijn bedrijven bekend met nieuwe EU-regels voor ESG-verslaggeving (links) en grootste bezwaren inzake nieuwe CSRD-verplichtingen (rechts)

Uit eerder onderzoek van KPMG blijkt dat veel bedrijven nog niet goed zijn voorbereid op deze verplichtingen. En in de meeste recente peiling van het advieskantoor komt naar voren dat ze dat nog steeds niet echt zijn. Zo is op dit moment slechts 22% van de Nederlandse bedrijven volledig voorbereid op de nieuwe EU-rapportagewetgeving. 

Dat heeft er deels te maken dat een groot deel van de Nederlandse ondernemingen niet op de hoogte is van de nieuwe regels. Maar liefst 72% van de respondenten is niet bekend met CSRD. En van degenen die er wel bekend mee zijn, kent slechts 17% daadwerkelijk de inhoud ervan.

Bij diegenen die er wel van op de hoogte zijn kunnen de regels niet op unanieme steun rekenen. Zo geeft 51% van de ondervraagden aan dat het naleven van de CSRD-verplichtingen lastig wordt, omdat ze niet al hun toeleveranciers kunnen controleren. 

Daarnaast heeft 50% bezwaar tegen de extra kosten die de regels met zich meebrengen. Ook ziet de helft van de ondervraagden de nieuwe rapportage-wetgeving niet zitten omdat alleen Europese organisaties hiermee worden opgezadeld, waardoor sprake zou zijn van een concurrentievoordeel voor bedrijven buiten de EU.