Invoering Omgevingswet weer uitgesteld, ditmaal door ICT-problemen
Het invoeren van de Omgevingswet gaat niet zonder slag of stoot. In eerste instantie zou deze vijf jaar geleden worden ingevoerd, maar inmiddels lijkt het erop dat dit pas in 2023 zal gaan gebeuren.
Tot op heden zijn er vele tientallen wetten en honderden regels die de ruimtelijke ordening in ons land bepalen. Met de Omgevingswet moet daar een einde aan komen, door al die wetten en regels te vereenvoudigen en samenvoegen. Vanzelfsprekend is de invoering ervan een behoorlijke klus. Het kabinet spreekt zelfs van “de grootste wetgevingsoperatie sinds de grondwetsherziening van 1848”.
De Omgevingswet werd in 2015 aangenomen door de Tweede Kamer en een jaar later door de Eerste Kamer. Aanvankelijk zou de wet in 2017 worden ingevoerd. Maar daar kwam het kabinet op terug, waarna de invoering in eerste instantie werd verschoven naar 1 juli 2019, en kort daarna naar 1 januari 2021.
Toen brak echter de coronacrisis uit, waarna het kabinet er wederom voor koos de invoering uit te stellen – nieuwe ingangsdatum: 1 januari 2022. Maar daar kwam de regering in mei 2021 op terug: de invoering van de Omgevingswet werd ditmaal met een half jaar uitgesteld en zou op 1 juli 2022 officieel van kracht gaan.
Enkele maanden voor dat besluit – in februari 2021 – publiceerde KPMG een rapport. De belangrijkste conclusie daaruit: de invoering van de Omgevingswet gaat circa €1,6 miljard kosten. Het grootste deel van dat bonnetje komt op het bord van gemeenten. En dat is enigszins problematisch: veel gemeenten verkeren momenteel namelijk in financieel zwaar weer.
ICT-problemen
Hugo de Jonge – tegenwoordig minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening – liet deze maand in een brief aan het Nederlandse parlement weten dat de invoering van de omvangrijke wet voor de vijfde keer zal worden verplaatst. Mogelijk naar 1 oktober dit jaar, maar het zou ook kunnen dat het 1 januari 2023 wordt, aldus De Jonge.
De reden voor het zoveelste uitstel zijn ICT-problemen. Zo hebben verschillende instanties – zoals provincies, gemeenten en waterschappen – meer tijd nodig om de nieuwe softwaresystemen onder de knie te krijgen, stelde De Jonge nadat hij met de betrokken partijen had gesproken.
Het uitstellen van de invoering van de wet zorgt eveneens voor extra kosten. Dat komt omdat de bestaande softwaresystemen langer draaiende moeten worden gehouden, wat uiteraard geld kost. Het is op het moment van schrijven niet bekend om welk bedrag het precies gaat.