Amsterdam blijft dé creatieve hoofdstad maar verliest terrein
Amsterdam heeft nog altijd de grootste creatieve sector van het land, maar wordt op verschillende fronten ingehaald door andere steden.
Dat blijkt uit onderzoek van adviesbureau Media Perspectives, dat al tien jaar lang de Nederlandse creatieve industrie onder de loep neemt. Uit de meest recente studie komt onder andere naar voren dat de sector in Amsterdam goed is voor ruim 114.000 banen.
Amsterdam verliest echter terrein ten opzichte van andere steden. Zo groeide het aantal banen in de creatieve sector van onze hoofdstad in het meest recente jaar van de studie met 3,4%. Amsterdam wordt daarmee overtroffen door de creatieve industrieën van Rotterdam (5%), Utrecht (4,2%) en Den Haag (3,6%).
Volgens het bureau zijn er verschillende redenen voor de afnemende groei van Amsterdam. Zo wijzen de onderzoekers onder meer naar de torenhoge vastgoedprijzen. Deze maken het voor aardig wat bedrijven onaantrekkelijk om in onze hoofdstad een pand te huren of te kopen. Uitwijken naar Rotterdam of Den Haag kan dan lonen.
In absolute getallen blijft de Amsterdamse creatieve sector wel aan kop. Zo nam het aantal werkplekken in ‘Mokum’ tussen 2017 en 2020 toe met zesduizend, terwijl de Rotterdamse creatieve sector in diezelfde periode bleef steken op ruim tweeduizend nieuwe arbeidsplaatsen.
De klappen van de coronacrisis
Voor hun studie onderzochten de experts van Media Perspectives ook het effect van de Covid-19-pandemie op de gehele Nederlandse creatieve industrie. De conclusie daarvan is niet mals: in 2020 liep de totale omzet van de sector met maar liefst €4,7 miljard terug – een daling van ongeveer een kwart.
“Mede door het grote aandeel zzp’ers, voor wie slechts karige regelingen hebben bestaan, heeft de sector relatief veel meer schade geleden dan andere sectoren”, zegt Ton van Mil, directeur van Media Perspectives. “Onze polder is er, zo is weer gebleken, vooral eentje van werkgevers en werknemers. Waar je ziet dat werknemerslasten ruimschoots gecompenseerd worden tot meerdere malen modaal, was er voor zzp’ers alleen de karige TOZO-regeling. Voor de creatieve industrie, die voor de helft bestaat uit zzp’ers, is dat een extra slechte regeling geweest.”
De Nederlandse creatieve sector had bovendien nog eens extra veel last van de pandemie omdat veel organisaties uit deze industrie behoorlijk van elkaar afhankelijk zijn, aangezien ze elkaar vaak producten of diensten leveren, zo legt Van Mil uit.
“Omzetverlies van de ene organisatie heeft dus geregeld ook een negatief effect op minimaal één andere organisatie uit de branche. Dit maakt de sector gevoeliger dan andere industrieën voor vraaguitval, wat gebeurde tijdens de coronacrisis. Het achterwaartse domino-effect heeft dus gezorgd voor grote schade in de gehele creatieve sector.”
