Adriaan Hoogduijn over de toekomst van een digitale identiteit

30 september 2021 Consultancy.nl

De Nederlandse overheid wil burgers en consumenten steeds meer de regie geven over hun eigen data. Door middel van een online identiteit is het straks de bedoeling dat elke Nederlander zelf kan kiezen welke data hij/zij deelt met welke instanties, en hoe die ermee dienen om te gaan.

Zo’n online identiteit staat in Nederland nog in de kinderschoenen, maar in Estland is het fenomeen al enkele jaren werkelijkheid. Om meer te weten te komen over hoe dit in z’n werk zou gaan stelden we drie vragen aan Adriaan Hoogduijn, Chief Operations Officer bij RegTech-bedrijf Hyarchis en trots e-resident van Estland. 

Allereerst, wat betekent het precies om een e-resident in Estland te zijn? 

Het Estse e-residencyprogramma is speciaal opgezet voor ondernemers die zich internationaal bewegen, maar een basis binnen de Europese Unie nodig hebben. Denk hierbij aan een freelancer uit Oekraïne die werkt voor een Nederlands bedrijf of een Turkse startup die toegang wil krijgen tot Duits kapitaal.

Adriaan Hoogduijn, Chief Operating Officer, Hyarchis

Zelf heb ik mijn e-residency in Estland aangevraagd toen ik als consultant door Europa reisde en werk aannam voor verschillende internationale opdrachtgevers. Met het e-residencyprogramma kon ik mijn consultancybedrijf digitaal registeren vanuit Italië, remote een Europese bankrekening openen en op afstand mijn belastingen in Estland betalen.

Met deze ervaring in het achterhoofd, hoe kijk jij aan tegen de ontwikkeling van een online identiteit in Nederland?

Kijk ik vijf jaar vooruit, dan denk ik dat DigiD zich zal ontwikkelen tot een ‘digital wallet’ naar Ests model. In Estland is er een zogenaamde e-government en hoef je enkel nog fysiek bij de overheid langs wanneer je gaat trouwen of scheiden. Alle andere overheidsdiensten kun je reeds digitaal afnemen. Of het nu gaat om het registreren van een bedrijf, de aangifte van een geboorte of de overdracht van een stuk grond: in Estland gaat dat allemaal online. 

Dat doen mensen door middel van een zogenaamde digital wallet waarin zich hun persoonsgegevens bevinden. Deze gegevens delen zij op basis van blockchaintechnologie zodra bedrijven of instanties hierom vragen. Belangrijk is dat dit altijd gebeurt op basis van het eigen initiatief van de burger, oftewel de eigenaar van de data. 

Dat klinkt behoorlijk ambitieus om in een enkele kabinetsperiode te realiseren. Denk je echt dat het zo snel zal gaan? 

Het kan natuurlijk zijn dat het wat langer duurt, maar de ontwikkeling is onomkeerbaar. Op de komst van zo’n digitale identiteit zal ook steeds meer maatschappelijke druk ontstaan. De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is een eerste belangrijke stap geweest in het teruggeven van eigenaarschap over de eigen persoonsgegevens en heeft tevens geleid tot een paradigmaverschuiving rondom persoonsgegevens.

Want is het niet vreemd dat overheidsorganisaties onze meest persoonlijke gegevens vrijelijk en naar eigen inzicht mogen beheren? De recente datalekken bij het UWV en Forward Air, maar ook het grootschaliger Cambridge Analytica-schandaal bij Facebook, laten zien hoe kwetsbaar zo’n centrale opslag van persoonsgegevens ons maakt.

De privatisering van data om mensen eigenaarschap over hun eigen persoonsgegevens te geven is een natuurlijke ontwikkeling die reeds enkele jaren onderweg is. Pas sinds kort is er echter ook de technologie om deze privatisering van data succesvol te faciliteren. Estland vormt hiervoor het eerste grootschalige succes binnen de westerse wereld.