Pensioenfondsen €10,3 miljard kwijt aan assetmanagers en uitvoerders
Pensionfondsen zijn steeds meer geld kwijt aan uitvoeringskosten, blijkt uit een onderzoek van Lane, Clark & Peacock. Vorig jaar spendeerden pensioenfondsen hieraan maar liefst €10,3 miljard, 15% meer dan in het voorgaande jaar.
Gekeken naar het bruto nationaal product van ons land, heeft Nederland een van de grootste pensioensectoren ter wereld. Zo beheren de 195 actieve Nederlandse pensioenfondsen in ons land samen een pensioenpot van pakweg €1.630 miljard. De twee grootste fondsen van ons land, ABP en PFZW, behoren zelfs tot de top tien grootste pensioenfondsen ter wereld.
Pensioenconsultant Lane, Clark & Peacock (een Brits adviesbureau) neemt jaarlijks de kostenstructuur van deze pensioenfondsen onder de loep. Voor dit jaar concludeert het bureau onder meer dat miljarden aan pensioen en vermogen opgaan aan uitvoeringskosten.
Zo’n €9,3 miljard van de €10,3 miljard aan totale kosten werd vorig jaar overgemaakt aan assetmanagers, die fonds- en vermogensbeheer op zich nemen. Assetmanagers worden doorgaans betaald op twee manieren: een platte fee voor het beheer, en een fee die afhankelijk is van prestaties. Vooral die laatste component is afgelopen jaar flink gestegen, met dank aan het sterke beursklimaat.
Bij elkaar genomen kregen asset managers €1,3 miljard meer overgemaakt voor hun diensten. Jeroen Koopmans, partner bij LCP Nederland, is kritisch op deze ontwikkeling: “Deze €1,3 miljard is niet belegd voor deelnemers. Het vermogen steeg door hogere rendementen op de beurs, maar het is niet per se zo dat assetmanagers daarvoor harder hebben moeten werken.”
Ook de transactiekosten namen toe. Dit zijn kosten die pensioenfondsen betalen voor de aan- en verkoop van beleggingen en financiële producten. De kosten namen met €438 miljoen toe, vooral aan het begin van de coronacrisis als gevolg van de beperkte liquiditeit.
Lane, Clark & Peacock heeft becijferd dat de totale vermogensbeheerkosten (inclusief transactiekosten) nu gelijk zijn aan 0,57% van het belegd vermogen. In 2016 was dit nog 0,55%.
Volgens Koopmans moeten pensioenfondsen goed kijken naar de kosten. “Besturen van pensioenfondsen dienen zich kritischer op te stellen ten opzichte van hun vermogensbeheerders en de door hen in rekening gebrachte kosten.”
