Wereldwijde chiptekort kan nog twee jaar aanhouden
Het wereldwijde tekort aan chips zal waarschijnlijk nog wel tot 2023 voortduren. En daar is met name de autosector de dupe van, meldt advies- en onderzoeksbureau Gartner in een nieuw onderzoek.
Ongeveer een jaar geleden startte de Verenigde Staten (VS) een chipoorlog. De Chinese halfgeleiderproductie zou volgens de VS namelijk militaire doeleinden hebben. En dat vond de VS een brug te ver, waarna forse sancties volgden – zoals een handelsverbod voor Amerikaanse organisaties met ruim honderd Chinese techbedrijven.
Meer recent werd een onderneming uit ons land onverhoopt betrokken in de chipstrijd tussen de twee mondiale supermachten. De VS deed begin maart dit jaar het dringende verzoek aan chipmachinemaker AMSL uit het Noord-Brabantse Veldhoven om per direct te stoppen met de verkoop van zijn machines aan Chinese bedrijven.
Op de achtergrond speelt mee dat de VS zijn technologische voorsprong op China wil behouden. Deze voorsprong is de laatste decennia flink afgenomen. Microchips – dé bouwstenen van de digitale wereld – spelen een cruciale rol in die ingelopen achterstand. De chipwereld is namelijk in grote en toenemende mate in handen van Azië – waar aartsrivaal China de scepter zwaait.
Gigantische klappen van de zweep
De mondiale autosector is ondertussen aardig op de hoogte van de handelsoorlog tussen China en de VS. Zo hebben automakers – zoals Ford, General Motors, Volkswagen, Toyota en Daimler – door het chiptekort al enige tijd hun productielijnen moeten stilleggen. Bij elkaar opgeteld heeft dat de wereldwijde autosector meer dan €90 miljard gekost; allerminst kleingeld.
De onderzoekers van Gartner concluderen in hun rapport dat het niet onwaarschijnlijk is dat de autowereld tot 2023 te maken zal hebben met het chiptekort. Dat komt ook doordat de sector over betrekkelijk weinig inkoopkracht beschikt. Zo worden onder andere voor de productie van smartphones veel meer chips gebruikt dan bij auto’s – als automaker trek je dan aan het kortste eind.
Daarnaast neemt de ontwikkeling van een nieuw automodel vele jaren in beslag. Als is besloten welke chips daarvoor nodig zijn, is het op een zeker moment niet meer mogelijk voor autoproducenten om daarvan af te wijken. Smartphonemakers zijn ook hier in het voordeel: door de kortere marktintroductietijd van hun producten kunnen ze bij tekorten sneller uitwijken naar alternatieve chips.
Al met al bevindt de autowereld zich volgens Gartner in een perfecte storm. Tijdens de coronacrisis verlaagden ze hun chipbestellingen. Tegelijkertijd steeg de vraag naar chips vanuit de elektronicabranche. Door de coronamaatregelen werkten veel mensen thuis, waardoor de vraag naar onder meer laptops en beeldschermen steeg. En daar stelden chipbedrijven hun productieproces op af.
Door deze samenloop van omstandigheden hebben chipmakers grote moeite om tot 2023 de vraag vanuit de autosector te beantwoorden. Maar het kan ook zo zijn dat autoproducenten de gifbeker zelfs pas in de loop van 2024 helemaal hebben leeggedronken. Volgens Gartner zal het tekort aan geheugenchips namelijk stukken langer aanhouden.
Ondertussen hebben grote chipmakers – zoals het Koreaanse Samsung en Taiwanese TMSC – aangekondigd hun productiecapaciteiten te verhogen. Er wordt door verschillende nieuwsmedia gesproken over investeringen van tientallen miljarden dollars in de bouw van nieuwe fabrieken.