Laag verandervermogen bedreigt slagingskans van projecten
Het is al jaren een van de bekendste clichés in veranderland: meer dan de helft van de verandertrajecten slaagt er niet in zijn doelstellingen te behalen. Voor de meest complexe projecten loopt dat percentage zelfs op tot zeventig procent. Ondanks dat iedereen zich inmiddels maar al te bewust is van deze cijfers, lukt het managers en veranderaars maar niet om het verandervermogen te verbeteren – zo blijkt uit nieuw onderzoek.
De studie, uitgevoerd door First Day Advisory Group en Business Fitscan, concludeert dat er weinig schot zit in het opkrikken van de verandercapaciteit van organisaties. Integendeel zelfs, het verandervermogen is eerder verslechterd ten opzichte van dezelfde meting vijf jaar eerder.
Om tot deze conclusie te komen keken de onderzoekers naar vijf bouwstenen die volgens hen bepalen hoe goed een organisatie in staat is om projecten tot een goed einde te brengen. En belangrijker, de mate waarin ze in staat zijn de vruchten te plukken van hun investering.
Deze vijf bouwstenen zijn noodzaak, koers, veranderruimte, betrokkenheid en belemmeringen. Noodzaak komt uit de bus als de factor met de laagste score. Slechts één op de vijf medewerkers ervaart een ‘burning platform’ voor verandering. “Opvallend”, zeggen de auteurs, die benadrukken dat “directie en management meer aandacht en tijd moeten besteden aan het uitleggen van de verandernoodzaak aan hun medewerkers en hen daarmee te motiveren”.
Dit wordt verder onderbouwd door de teleurstellende bekendheid met en het draagvlak voor de koers van een organisatie. Meer dan de helft van de medewerkers kent de koers van de organisatie niet goed. Een derde van de medewerkers vindt de koers niet realistisch en bijna de helft denkt dat het draagvlak hiervoor ontbreekt. “Veel medewerkers laten zich dus niet hierdoor leiden.”
Ook veranderruimte – in hoeverre gebruik wordt gemaakt van de aanwezige kennis, inzichten en vaardigheden – en belemmeringen – bottlenecks zoals geld en tijd, maar ook de manier van aansturing – scoren volgens het onderzoek onder de maat.
Betrokkenheid komt naar voren als beste factor, met zeven van de tien medewerkers die zich betrokken voelen bij de organisatie. Dit biedt echter slechts een schijnzekerheid, waarschuwen de onderzoekers, omdat het tegelijk betekent dat meer dan een kwart van de medewerkers onvoldoende betrokken is: “Vooral in kleinere teams kan dit snel gaan knellen.”
Verandervermogen per sector
De publieke sector scoort het laagst op verandervermogen. Daarbinnen staat onderwijs weer onderaan, met daarboven de sectoren overheid en zorg. Anderzijds is de zakelijke dienstverlening het best in staat succesvolle verandering te bewerkstelligen – niet geheel verrassend gezien de rol die de sector speelt in het helpen van organisaties bij het realiseren van verandering.
Achter de zakelijke dienstverlening volgen de sectoren bouw en financiële dienstverlening, maar binnen laatstgenoemde branche zijn er grote verschillen. Verzekeraars en pensioenfondsen scoren net als in de vorige editie van het onderzoek structureel lager.
Opvallend zijn de significante verschillen in score naar leeftijd. Jongeren (25-34 jaar) hebben weinig vertrouwen in het verandervermogen van de organisatie waar ze werken. Bij 55-plussers daarentegen is het veel beter gesteld met het vertrouwen in een goede afloop. Dit terwijl jongeren het imago hebben dat ze meer veranderbereidheid hebben en makkelijker meebewegen, en ouderen vaak worden gezien als verandermoe. Volgens de onderzoekers is de werkelijkheid dus anders.
Investeren in veranderkennis
Al met al noemen de onderzoekers hun bevindingen een “zorgwekkend constatering” in een tijd van verstrekkende maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen. “Een gebrek aan verandervermogen leidt tot mislukte projecten en transformaties, verspilling van geld en energie en een toename van frustratie en het aantal mensen met een burn-out.”
Het advies luidt dan ook: “Besteed (veel) meer aandacht aan de voorwaarden en vaardigheden om verandertrajecten succesvol uit te kunnen voeren.”