Evalueer revolverende fondsen voor meer impact
De Algemene Rekenkamer constateerde eerder dit jaar dat de politiek haar zicht op revolverende fondsen moet verbeteren. Er gaat meer dan €3,6 miljard rijksgeld in om, maar onvoldoende duidelijk is of revolverende fondsen daadwerkelijk bijdragen aan de realisatie van maatschappelijke doelen en hoe de geldstromen lopen.
Eén van de adviezen in het 126-pagina’s tellende rapport is dan ook dat de overheid meer inzicht moet krijgen in hoe revolverende fondsen presteren. Centraal hierin staat dat de fondsen moeten worden geleid als professionele organisaties, met duidelijke sturing, governance en projectmanagement. Met de inzet van audits en evaluaties kunnen beleidsmakers en politici een vinger op de pols houden, en waar nodig zorgen voor bijsturing.
Edwin Netjes is adviseur bij KplusV, een bureau dat in opdracht van de overheid diverse impactanalyses heeft uitgevoerd op revolverende fondsen. Hij ziet in de praktijk hoe belangrijk het is dat revolverende fondsen goed draaien én blijven draaien: “Het gaat om publiek geld, en er is veel geld mee gemoeid. En het gaat om initiatieven die een groot maatschappelijk belang hebben in een regio, provincie of sector.”
Revolverende fondsen bestaan al langer, maar omdat hun aantal de laatste jaren flink is toegenomen staat het fondsmanagement soms nog in de kinderschoenen. Naast het uitvoeren van eindevaluaties, adviseert Netjes om voor fondsen die nu actief zijn een tussentijdse evaluatie uit te voeren: “Hiermee kun je als overheid scherp krijgen hoe een fonds functioneert, wat het bereikt en welke verbeterpunten er zijn. Ook kun je zo de effectiviteit en impact van dit investeringsmiddel toetsen en publieke investeringen verantwoorden. Dat is een continu proces.”
Hij voegt toe dat het belangrijk is om niet puur naar de cijfers te kijken: “Vooral ook de context geeft waardevolle informatie.” Dit komt door de grote variëteit aan revolverende fondsen in ons land. Zo zijn er fondsen die zich richten op verduurzaming of het stimuleren van innovatie en ondernemerschap, maar ook die bijdragen aan energietransitie, regionale ontwikkeling of het stimuleren van sectoren zoals de recreatie- of de cultuursector.
“Wat mij – en KplusV – betreft, bestaat een evaluatie om die reden uit twee componenten: een financieel-technische en inhoudelijke analyse”, geeft Netjes aan. De meerwaarde van deze combinatie helpt nuance en verdieping aan te brengen in de kale cijfers: “Een technische analyse kan bijvoorbeeld laten zien dat een fonds ondermaats heeft gepresteerd. Maar plaats je dit resultaat in het perspectief van – zeg – de sector, dan is het misschien wel bovengemiddeld. Omdat innovaties in die sector nu eenmaal moeilijk van de grond komen. Of omdat de aannames waarop het fonds is gebaseerd niet realistisch zijn.”
Wanneer KplusV zo’n evaluatie uitvoert, maakt het gebruik van het zelf ontwikkelde ‘Evaluatiecanvas revolverende fondsen’. Dit model is geïnspireerd op het businessmodel canvas, en bekijkt een fonds op een integrale manier. Het neemt een aantal aspecten onder de loep, waaronder de doelstellingen, de risico’s, de stakeholders die bediend dienen te worden, de governance en vanzelfsprekend de uitvoering en of – en zo ja, welke – impact er gerealiseerd is.
“Het evalueren van revolverende fondsen is complex, daarom is het van belang om naar alle aspecten te kijken die bij zo’n fonds horen”, aldus Netjes. Met de resultaten van de evaluatie in de hand, kan benchmarken verdere inzichten bieden. Door de resultaten uit de evaluaties te vergelijken met die van andere fondsen op gemeentelijk, provinciaal en landelijk niveau, kunnen vergelijkingen worden getrokken. “En lessen worden geleerd,” sluit Netjes af.