Stedin bekijkt welke buurten snel van het aardgas af kunnen
Stedin is een onderzoek gestart naar welke buurten binnen zijn levergebied als eerste van het aardgas afkunnen.
Nederland moet van het aardgas af. Aardgas is namelijk een fossiele brandstof en bij de verbranding ervan komt CO2 vrij. Volgens een schatting van de politiek zorgt aardgasgebruik van huishoudens voor zo’n 11% van de totale Nederlandse uitstoot van broeikasgassen. En dus wordt er ingegrepen. Als onderdeel van de klimaatdoelen van het kabinet, die zijn vastgelegd in de aangenomen Klimaatwet, is besloten dat Nederland in 2030 van het Groningse gas af moet zijn, en in 2050 moet ons land zelfs helemaal gestopt zijn met het gebruik van aardgas.
Logistieke uitdaging
Het land loskoppelen van aardgas is echter een grote opgave. Momenteel maakt maar liefst 95% van de 7,7 miljoen huishoudens in ons land gebruik van aardgas voor verwarming, warm water en koken. De transitie naar alternatieven voor aardgas binnen al deze huishoudens betekent een enorme logistieke uitdaging. Daarbovenop komt dat het een forse investering vergt, niet alleen van de overheid en energieleveranciers, maar ook van de consument. De verschillende alternatieven voor aardgas zijn (nu nog) een stuk duurder, en de verwachting is dat dit nog een poosje zo zal blijven.
Netleveranciers vormen een belangrijke spil in de transitie naar duurzamere energiebronnen. Stedin is de netbeheerder voor gas en elektriciteit in Zuid-Holland, Utrecht, regio Amstelland, Kennemerland en Noordoost-Friesland, en om de verschillende opties ten aanzien van het stoppen met aardgas goed te begrijpen, is het bedrijf een onderzoeksproject gestart.
Waar te beginnen?
Samen met experts van CE Delft, Ecorys, PBL en Quintel Intelligence wordt in kaart gebracht welke impact de aardgasvrije ambities hebben op het leveringsgebied van Stedin en Enduris (de regionale netbeheerder voor 380.000 Zeeuwen; onderdeel van Stedin) en welke uitrolplanning ideaal zou zijn. Aan de hand van drie modellen wordt berekend welke buurten het eerste in aanmerking zouden moeten komen om van het aardgas af te gaan.
De drie modellen die hiervoor gebruikt worden zijn de zogeheten CEGOIA-, Energietransitie- en Vesta-modellen. Door de verschillen en overeenkomsten tussen de drie modellen te vergelijken, kan met grotere zekerheid worden ingeschat wat de beste strategie zou kunnen zijn. Aan de hand van een top-100 van ‘meest zekere buurten’ willen Stedin en Enduris het gesprek over de warmtetransitie met de gemeenten in hun leveringsgebied faciliteren.