Verkoop van mkb-ondernemingen steeds bespreekbaarder
Directeur-grootaandeelhouders en mkb-ondernemers voelen steeds meer de hete adem van een mogelijke economische afkoeling. Volgens nieuw onderzoek zou 70% bereid zijn om zijn of haar bedrijf van de hand te doen – twee keer zoveel als twee jaar geleden. “Dit bevestigt het beeld dat de verkoopbereidheid toeneemt als de economische vooruitzichten onzeker zijn”, zegt Tom Beltman van Marktlink.
Voor het zesde jaar op rij peilde M&A-specialist Marktlink de verkoopbereidheid van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf (mkb). Meer dan 200 ondernemers deden mee aan de enquête voor de zogeheten Bedrijfsovername-Monitor.
De studie laat zien dat er dit jaar sprake is van een sterke toename in de intentie om binnen twee jaar te verkopen. Na respectievelijk 13% en 10% in 2017 en 2018, is het percentage dit jaar gestegen naar 17%. Het percentage ondernemers dat stelt mentaal klaar te zijn voor een verkoop is zelfs verdubbeld van 6% in 2018 naar 12% in 2019. Al met al staan de resultaten in schril contrast met die van vorig jaar, toen naar voren kwam dat mkb’ers de verkoop juist uitstelden om te profiteren van de bloeiperiode.
Volgens Beltman is dit een typische ontwikkeling binnen de verkopersmarkt, die doorgaans een anticyclisch karakter vertoont: “Als het goed gaat met het bedrijf, dan wil de ondernemer daar nog wel een aantal jaar van blijven profiteren. Maar nu er een recessie gloort, staan weer meer ondernemers open voor een verkoop om de waarde van de onderneming veilig te stellen.”
Als ondernemers overgaan tot verkoop, sluiten zij bij voorkeur een deal met een andere onderneming in Nederland of – in het geval van familiebedrijven – een familielid. Ongeveer een vijfde van de respondenten geeft als tweede keus aan te overwegen de onderneming via een management buyout van de hand te doen aan een eigen medewerker.
Investeerders winnen echter snel aan populariteit: in respectievelijk 9% en 20% worden zij als eerste en tweede keuze genoemd als potentiële koper – vorig jaar was dat nog maar 5% en 13%. “Met ruim 200 investeringsfondsen zijn er veel financiële kopers op de markt”, legt Beltman uit. “In circa 40% van de transacties is de koper een investeerder. Het is een goede zaak dat de perceptie van ondernemers steeds dichter bij de realiteit komt aangaande investeerders. Steeds meer ondernemers zien investeerders als een logische potentiële koper.”
Indien ze besluiten te verkopen aan een internationale partij speelt geld een grote rol. “In de praktijk zien wij dat buitenlandse partijen vaak bereid zijn meer te betalen dan Nederlandse partijen”, aldus Beltman. Deze bevinding van Marktlink bevestigt de resultaten van eerdere studies van bedrijfswaardering, die bijvoorbeeld laten zien dat in landen als Duitsland en het Verenigd Koninkrijk gemiddeld meer geld op tafel wordt gelegd wordt voor ondernemingen.
Waarderingen
Naast dat ondernemers meer verkoopbereidheid tonen, wijst ook de verwachte ontwikkeling van de waarderingen op de groeiende onzekerheid in de markt. Vorig jaar dacht nog 63% dat de waardering van het bedrijf de komende twaalf maanden zou stijgen, dit jaar is dit percentage (fors) gedaald naar 39%.
Gevraagd naar de waardering die ze verwachten te ontvangen, denkt ongeveer een kwart van de ondernemers (26%) dat de gemiddelde EBIT-multiple van een mkb-onderneming tussen factor 2 en 5 ligt. 22% denkt dat deze tussen de 6 en 10 ligt.
Over de hele linie denken ondernemers dat de waardeperceptie van een onderneming vooral afhankelijk is van het klantenbestand, de huidige winstgevendheid en een ervaren personeelsbestand. Het eigen vermogen is volgens ondernemers belangrijker geworden, met een significante stijging van 23% vorig jaar naar 29% dit jaar.
Ook voor kopers begint de onzekerheid zijn tol te eisen. In vergelijking met vorig jaar is het percentage ondernemers dat van mening is dat nu een goed moment is om ondernemingen te kopen met 3% gedaald.