Ajax en PSV hebben de jongste teams in de Champions League

18 september 2018 Consultancy.nl

Als het op leeftijd aankomt, hebben PSV en Ajax de jongste teams van alle deelnemers aan deze editie van de Champions League. Gemiddeld genomen zijn de selecties van de twee Nederlandse clubs respectievelijk 23,3 en 23,4 jaar oud. De Europese top stuurt echter oudere strijders het veld op: zij hebben een gemiddelde teamleeftijd die schommelt tussen de 26 en de 28 jaar oud. Uit cijfers blijkt dat die bandbreedte aardig in de buurt zit van de ideale teamleeftijd.

Op woensdag 24 mei 2017 betrad Ajax – met een gemiddelde teamleeftijd van 22 jaar, 9 maanden en een beetje – omstreeks 20:40 uur in Solna (Zweden) het veld als jongste finalist in de geschiedenis van het Europese clubvoetbal. Matthijs de Ligt, op dat moment 17 jaar en 285 dagen oud, was tevens de jongste speler ooit in een Europese clubfinale. Had Ajax de finale gewonnen, dan had De Ligt daarmee tevens Robin van Persie van de troon gestoten. De 3-2 winst op Borussia Dortmund in 2002 in de Kuip, maakte de Feyenoorder – destijds 18 jaar en 9 maanden oud – de jongste winnaar van de UEFA/Europa League aller tijden. 

Toch was Van Persie toentertijd wel echt de Benjamin van de groep: de gemiddelde leeftijd van de elf basisspelers van de Rotterdamse club was bij de aftrap van de finale 27 jaar en een krappe vier maanden. Die teamleeftijd blijkt op basis van meerdere statistieken echter geen grote toevalligheid. Zo komt in een onderzoek van de publieke omroep BBC naar voren dat alle winnende WK-teams tot en met tot en met de editie in Zuid-Afrika (2010) tezamen een gemiddelde teamleeftijd hebben van 27 jaar en zes maanden. Als daarbij de winnaar van het WK 2014 – Duitsland (27,7 jaar) – en de winnaar van de meeste recente versie – Frankrijk (26 jaar) – worden opgeteld, hebben de winnende WK-teams – sinds 1932 tot en met 2018 – gezamenlijk een gemiddelde leeftijd van 27 jaar en 5 maanden.

Ook in de recente geschiedenis van de CL lijkt deze specifieke teamleeftijd een rol te spelen. Zo was de gemiddelde teamleeftijd van kwartfinalisten tijdens de afgelopen CL-editie 27 jaar en twee maanden. De finale werd gespeeld tussen Real Madrid (26,5 jaar) en Liverpool (25,9 jaar) en gewonnen door de Spanjaarden. Het seizoen daarvoor – 2016/17 – was de gemiddelde teamleeftijd van de acht kwartfinalisten 27 jaar en ruim vier maanden. De eindstrijd ging indertijd tussen Real Madrid (27,4 jaar) en Juventus (29,5 jaar) en werd gewonnen door de Madrilenen. Daarmee hebben de vier finalisten van de laatste twee CL-seizoenen een gemiddeld teamleeftijd van 27 jaar en een krappe vier maanden. Hoewel er uitzonderingen zijn – zoals de CL-winst van Ajax in 1995 met een teamleeftijd van 24,7 jaar – lijkt de wet der grote aantallen in dit geval wel op te gaan. Op basis daarvan schommelt de ideale gemiddelde teamleeftijd ergens tussen de 26 en de 28 jaar in. Wat dat betreft staan de Nederlandse deelnemers aan de CL nu al met 1-0 achter.

Gemiddelde leeftijd van teams in de Champions League 2018/19

PSV

Met 23 jaar en ruim drie maanden heeft PSV het jongste team dat meedoet aan deze editie van de gelauwerde Europese voetbalcompetitie. Zo is maar één selectiespeler van de Eindhovenaren – Daniel Schwaab – ouder dan 30 jaar. De jongste speler is Cody Gakpo (19,33 jaar), maar hij speelde dit seizoen nog geen wedstrijd voor het eerste elftal. Daarentegen behoort Mauro Júnior al enige tijd tot de wedstrijdselectie, speelde bovendien al enkele wedstrijden en is slechts één dag ouder dan Gakpo. Tijdens de laatste officiële wedstrijd van de Brabantse club – uit tegen ADO Den Haag (uitslag: 0 – 7) – hadden de elf basisspelers samen een gemiddelde leeftijd van 24,69 jaar. Of trainer Van Bommel in de aankomende CL-duels ook met die formatie zal spelen, is nog niet bekend.

De tegenstanders van PSV in de poulefase zijn duidelijk wat ouder. Het Italiaanse Internazionale heeft een gemiddelde teamleeftijd van 27 jaar en zo’n 10 maanden, met keeper Samir Handanović als oudste speler: ruim 34 jaar. De jongste speler van Inter Milan is de aanvaller Lautaro Martínez (21 jaar en een beetje). De selectie van FC Barcelona is gemiddeld genomen 3,3 jaar ouder dan die van de Eindhovense club, oftewel: 26,6 jaar. De Belg Thomas Vermaelen is bijna 35 jaar en daarmee het oudste teamlid van de Catalanen. Hij is eveneens zo’n 14 jaar ouder dan de jongste selectiespeler – de aanvaller Malcom (Braziliaan), die als twintigjarige in juli 2018 de overstap maakte vanuit Girondins Bordeaux voor een slordige €40 miljoen. 

De derde tegenstander van PSV in de groepsfase is Tottenham Hotspur. Het team van de Londense voetbalclub is gemiddeld genomen 26,3 jaar oud en heeft als oudste speler de Nederlandse keeper Michel Vorm, die in oktober dit jaar 35 jaar wordt. Terwijl bij PSV een paar selectiespelers jonger dan 20 jaar zijn, is dat bij Tottenham – net zoals bij Barcalona en Inter Milan – niet het geval. Bij de Engelse club wordt het jongste teamlid – Cameron Carter-Vickers (VS) – dit kalenderjaar nog 21 jaar. 

Ajax

Met een teamleeftijd van 23,4 jaar zijn de spelers van Ajax gemiddeld genomen maar 0,1 jaar ouder dan die van rivaal PSV. De Amsterdamse club heeft in tegenstelling tot PSV twee selectiespelers die ouder zijn dan dertig: Klaas-Jan Huntelaar (ruim 35 jaar) en Lasse Schöne (32 jaar en zo’n drie maanden). Perr Schuurs, begin 2018 overgekomen van Fortuna Sittard, is de jongste selectiespeler (18,75 jaar), maar moet nog debuteren in het eerste elftal van de Amsterdamse club. Matthijs de Ligt is slechts enkele maanden ouder dan Schuurs, maar speelde al zo’n zeventig wedstrijden voor Ajax 1. Tijdens de laatste officiële wedstrijd van de Amsterdammers – thuis tegen FC Groningen (uitslag: 3 – 0) – hadden de elf basisspelers samen een gemiddelde leeftijd van 25,67 jaar. Of trainer Ten Hag in de CL-duels ook met die formatie zal spelen, is nog niet bekend. 

De aankomende drie tegenstanders van Ajax tijdens de groepsfase van de Europese topcompetitie hebben wat oudere selecties. Zo is de gemiddelde teamleeftijd van FC Bayern München voor dit seizoen 27,1 jaar. De Fransman Franck Ribéry (35,42 jaar) is de oudste selectiespeler en is inmiddels bezig met zijn twaalfde seizoen in dienst van de Zuid-Duitse voetbalclub. De jongste speler van Bayern is de Portugese middenvelder Renato Sanches – hij is ruim 21 jaar oud.

Prijzengeld voor clubs van UEFA Champions League

Terwijl de drie tegenstanders van PSV allemaal beschikken over een selectie met een gemiddelde leeftijd die schommelt tussen de 26 en de 28 jaar – lees: de ideale gemiddelde teamleeftijd – is FC Bayern München de enige tegenstander van Ajax die aan deze eigenschap voldoet. Zo is de gemiddelde teamleeftijd van Benfica 25,5 jaar, wat niettemin nog altijd ruim twee jaar meer is dan het gemiddelde van de Amsterdamse club. De oudste speler van club uit Portugal, de Braziliaanse aanvoerder Luisão, heeft een leeftijd van maar liefst 37,6 jaar. Hij is ongeveer twee keer zo oud als het jongste teamlid: João Félix (18,8 jaar). De derde tegenstander van Ajax – AEK Athene – heeft een gemiddelde teamleeftijd van 24,6 jaar. De oudste speler van de Griekse club is de Braziliaan Rodrigo Galo Brito. Met 32 jaar is hij ruim zestien jaar ouder dan de minderjarige middenvelder Giannis-Fivos Botos (17,75 jaar); de jongste selectiespeler van AEK Athene. 

De macht van het grootkapitaal

Het feit dat PSV en Ajax in vergelijking met topteams zo ver afzitten van de ideale gemiddelde teamleeftijd, heeft met name van doen met de financiële ongelijkheid in het Europese clubvoetbal. Tot en met het seizoen 1996/97 was de CL daadwerkelijk een competitie voor landskampioenen. Vanaf het seizoen 1997/98 kwam daar echter verandering in: toen kwalificeerden ook de nummers twee uit de acht beste nationale Europese competities zich automatisch voor groepsfase van CL, waarmee het toernooi officieus werd omgedoopt tot miljoenbal. De afgelopen twintig jaar heeft die ontwikkeling zich vrij drastisch voortgezet. Momenteel kunnen de vier sterkste Europese nationale competities – Engeland, Spanje, Italië en Duitsland – elk standaard rekenen op vier vaste plekken in het hoofdtoernooi. 

Het verschil tussen grote en kleine voetballanden is de laatste twee decennia dus flink toegenomen, in meerdere opzichten. Wie op dit moment als profvoetballer in Nederland groot succes wil boeken, zowel op financieel als op sportief gebied, moet zo snel mogelijk ons land verlaten. Zo’n twintig jaar geleden was dat echt anders. Zo maakte Phillip Cocu in 1998 de overstap naar FC Barcelona toen hij bijna 28 jaar oud was. Frank en Ronald de Boer waren zelfs 29 jaar oud – maar in het bezit van een CL-titel, de Europa Cup II en de wereldbeker voor clubteams – toen ze in 1999 een contract tekende bij de Catalaanse club. 

Vandaag de dag is het vrijwel uitgesloten dat een sportief gevierde voetballer van eindtwintig vanuit Nederland de overstap maakt naar een Europese topclub. Tegenwoordig zijn grote voetballers in de bloei van hun carrière simpelweg niet actief in de Nederlandse competitie. De status quo: Nederlandse topteams kampen met getalenteerde doch piepjonge, onervaren selecties. Toch is er één lichtpuntje aan deze tamelijk schrale horizon: in voetbal blijft alles mogelijk.