Nederlandse deeleconomie krimpt met 10% naar €2,7 miljard
De Nederlandse deeleconomie kende in 2017 een totale waarde van ruim €3 miljard. Komend jaar zal die omvang naar verluidt dalen naar zo’n €2,7 miljard. Deze krimp van zo’n 10% lijkt onder meer te worden veroorzaakt door groei van de Nederlandse economie en de opkomst van fintechs die financiële deeldiensten overnemen.
De grote hedendaagse connectiviteit via het wereldwijde web maakt het betrekkelijk eenvoudig om andere mensen snel in te schakelen voor hulp. Eenieder die bijvoorbeeld op een zondagavond verlegen zit om een boormachine, maar wel de behoefte voelt om een fotolijstje op te hangen, kan via een oproep op Facebook relatief eenvoudig zijn of haar decoratiewens in vervulling laten gaan. Nu is zo’n vorm van delen veelal gratis, in het bijzonder omdat de eigenaar van de boormachine doorgaans een bekende is, maar het afgelopen decennium is het delen van spullen en diensten tegen betaling flink toegenomen. Denk bijvoorbeeld aan het delen van woonruimte via Airbnb. Onder meer vanwege de grote populariteit van dat platform besloot de gemeente Amsterdam recentelijk zelfs onderzoek te laten uitvoeren naar toeristenbelasting.
De zogenaamde deeleconomie is een socio-economisch systeem waarbinnen delen en gezamenlijk consumeren centraal staan. Een van de belangrijkste argumenten voor de deeleconomie is het tegengaan van overcapaciteit: waarom moet bijvoorbeeld iedereen een eigen auto bezitten terwijl de meeste auto’s het overgrote deel van de tijd alleen maar geparkeerd staan en zo ook nog eens doelloos ruimte innemen. Dan is het efficiënter om auto’s te delen.
Ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de deeleconomie: via het internet is het immers gemakkelijk om een publiek te bereiken waarmee gedeeld kan worden. In een onderzoek dat PwC enkele tijd geleden uitvoerde, werd voorspeld dat de wereldwijde deeleconomie rond 2025 een waarde zal hebben bereikt van maar liefst $335 miljard. De Nederlandse deeleconomie, die in 2017 een totale waarde van zo’n €3 miljard kende, zal volgens een nieuw onderzoek van het adviesbureau dit jaar echter in omvang krimpen met 9,4%.
Delen als noodzaak
Volgens de onderzoekers wordt de krimp van de Nederlandse deeleconomie mede veroorzaakt door de groei van de Nederlandse economie. Het CBS maakte onlangs bekend dat de economie in ons land in 2017 met 3,1% is gegroeid. Dat percentage is het hoogste groeicijfer in tien jaar tijd. In 2007 noteerde het statistische staatsbureau voor het laatst een hoger getal, namelijk 3,7%. Nederland begeeft zich momenteel dus in een gunstig economisch klimaat, een tijd waarin mensen veelal meer te besteden hebben. Als consumenten over meer geld beschikken, zullen websites voor tweedehands spullen – een markt die in het onderzoek tot de deeleconomie wordt gerekend – minder populair zijn dan sites waar nieuwe producten te koop zijn, aldus de onderzoekers van PwC.
Commercieel delen
Naast de deelplatforms waar mensen onderling producten en diensten met elkaar delen, zijn er ook commerciële partijen actief in de deeleconomie. Denk bijvoorbeeld aan de taxi-app Uber, een grote deeldienst waarmee zelfstandige ondernemers een dienst aan meerdere klanten kunnen aanbieden. Door de grootschalige aanpak van die partijen is er daarom in de praktijk soms sprake van dienstenplatforms in plaats van deelplatforms.
Volgens Peter Hoijtink, Retailspecialist bij PwC, wordt de krimp van de Nederlandse deeleconomie ten dele veroorzaakt door dergelijke commerciële partijen. Hij stelt dat de terugloop mogelijk kan samenhangen met de opkomst van fintechs die veel financiële deeldiensten overnemen: “Nederlanders gaan minder uitgeven aan sectoren die nu veel geld in het deeleconomie-laatje brengen, met name in de financiële sector en detailhandel.” Binnen die sectoren moet onder andere worden gedacht aan deeldiensten zoals onderling geld lenen en verkoopsites. Daarentegen stellen de onderzoekers dat consumenten wel meer besteden aan een aantal andere deeldiensten.
Bestedingspatronen
Nederlanders maken binnen de deeleconomie in het bijzonder gebruik van media & entertainment: meer dan een derde van het geld (35%) wordt besteed aan dit segment, waartoe onder meer streamingdiensten als Spotify en SoundCloud worden gerekend. Daarnaast zijn hotels en accommodaties, bijvoorbeeld via Airbnb, een populaire kostenpost (18%) voor Nederlandse consumenten. Verder is het deelgebruik van auto’s en transport geliefd onder onze landgenoten; zo’n 10% van het budget wordt daaraan uitgeven.
Het onderzoek van PwC laat zien dat ongeveer evenveel mannen (51%) als vrouwen (49%) actieve gebruikers zijn binnen de deeleconomie. Ook is de meerderheid van participanten relatief jong; meer dan de helft (52%) heeft een leeftijd tussen de 18 en de 39 jaar oud. Het afgelopen jaar heeft bijna de helft van de Nederlanders (44%) gebruikgemaakt van diensten behorend tot de deeleconomie. Deze groep, die vooral bestaat uit hoogopgeleiden, kiest zo’n 53 keer per jaar om gebruik te maken van deze diensten.
Gemiddeld genomen wordt momenteel jaarlijks €506 uitgegeven per actieve deeleconomieparticipant. De geplande uitgaven per persoon liggen met €459 echter een stukje lager. Naast het feit dat veel Nederlandse consumenten gebruikmaken van diensten, heeft 16% het afgelopen jaar een dienst aangeboden. Een iets groter deel van de ondervraagden, namelijk 19%, stelt dat hij of zij de komende twaalf maanden een deeldienst zal gaan aanbieden.
Niettemin zijn consumenten in Nederland ook kritisch ten aanzien van de deeleconomie. Zo’n 39% van de ondervraagde landgenoten stelt dat aansprakelijkheidskwesties aangaande deeldiensten zorgwekkend zijn. Het is van tevoren bijvoorbeeld niet altijd duidelijk wie verantwoordelijk is om een bepaalde schade te vergoeden ten gevolge van gebruik. Daarnaast beweert ruim 33% dat de kwaliteitstandaard ondermaats is. Een hotelkamer met een zeker prijskaartje voldoet doorgaans aan een bepaalde standaard, maar in het geval van een accommodatie via Airbnb geldt die normering lang niet altijd. Daarop voortbordurend voldoen ook de veiligheidseisen van deelobjecten of -diensten niet altijd aan een gecertificeerde hoogwaardige standaard. Denk bijvoorbeeld aan een auto via een deelplatform waar geen airbag in zit.